Pieter Timmermans, de baas van het VBO, de Belgische werkgeversorganisatie, is al dagen op oorlogspad. Hij hamert op de “energiestorm” waar de Belgische bedrijven inzitten, net als de “competitiviteitsstorm” waar ze mee kampen. Voor beiden pleiten het VBO, net als de Vlaamse werkgevers van Voka, en de middenstandsorganisatie Unizo, voor snel ingrijpen: ze willen een groot overleg tussen regering, werknemers en werkgevers.
Die ‘rondetafel’ die men nu aankondigt, waarbij ook zal gekeken worden naar mogelijke steun voor bedrijven (in de vorm van subsidies bij energieaankopen, zoals in andere Europese landen al het geval is) is een eerste stap.
Maar ten gronde is er meer aan de hand: de inflatie piekt nu tot tien procent. Dat betekent concreet dat de Belgische lonen, dankzij de automatische indexering, straks met 10 procent gaan stijgen. In alle buurlanden, behalve Luxemburg, is dat niet het geval: daar bestaat zo’n indexmechanisme niet. In Duitsland waarschuwen de vakbonden zelf voor een loonprijsspiraal. En zelfs bij de kleine buur, in Luxemburg, besliste de paarsgroene regering het indexmechanisme op te schorten.
Zo komt men bij die “competitiviteitsstorm”: de Belgische lonen dreigen zowel de grote werkgevers als de KMO’s een gigantisch competitief nadeel te gaan opleveren. Al weken proberen Voka en het VBO dat te agenderen. De vraag is of daar straks, op die rondetafel, ook aan bod kan komen.
Voor Vivaldi ligt het aartsmoeilijk. De PS is radicaal tegen raken aan de index, maar ook de groenen en zelf cd&v zijn als de dood om dat symbolisch dossier op te geven, ondanks de druk in een Europees competitief kader. Voor de liberalen was het tot nu toe een doos van Pandora die ze niet wensten te openen: raken aan de index, is onvermijdelijk ook de loonnormwet van ’96 op tafel gooien. Beide dossiers zijn onlosmakelijk verbonden.