De Braziliaanse president Jair Bolsonaro herhaalde op woensdag andermaal zijn verzet tegen de economische sancties die het Westen tegen Rusland heeft ingesteld. Bolsonaro beweerde dat Brazilië zich bewust afzijdig houdt, omdat het land afhankelijk is van de vele meststoffen die het jaarlijks uit Rusland importeert voor zijn eigen machtige agriculturele sector.
“Wij zullen ons niet houden aan de sancties tegen Rusland. We zullen doorgaan met het in stand houden van onze evenwichtspositie, omdat we zonder dat delicate evenwicht geen meststoffen hebben voor onze landbouw”, zei de president op het Global Agribusiness Forum 2022, dat gehouden wordt in het Braziliaanse São Paulo.
“Zonder de toevoer van meststoffen wordt de wereldwijde voedselproductie bedreigd, en dus ook het leven van miljarden mensen wereldwijd”, aldus Bolsonaro.
De Braziliaan herinnerde het aanwezige publiek ook aan het feit dat zijn regering in december een nationaal programma heeft gelanceerd voor de productie van meststoffen in eigen land. Ook heeft de hoofdstad Brasilia flink geïnvesteerd in de nationale infrastructuur, waarover de geïmporteerde meststoffen sneller van de havens naar de landbouwbedrijven in het binnenland vervoerd kunnen worden.
Het transport gebeurt hoofdzakelijk per vrachtwagen, maar er moeten zoveel gewassen en chemicaliën over vaak grote afstanden worden vervoerd, dat de bestaande transportwegen overbelast zijn. Een nieuw netwerk van spoorlijnen moet daarom uitkomst bieden.
Meststoffen elder inkopen
Vanwege de oorlog in Oekraïne bevindt de Braziliaanse agro-industrie zich in een moeilijke periode. Zowel Rusland als Wit-Rusland zijn namelijk belangrijke leveranciers van kunstmest, maar door de westerse sancties ligt de export van het product bijna stil.
Brazilië heeft de grootste economie van Latijns-Amerika en is een van de belangrijkste producenten en exporteurs van sojabonen wereldwijd. Braziliaanse boeren kopen maar liefst 85 procent van hun meststoffen op de wereldmarkt, en het gebruik ervan is sinds 2017 gestegen met 30 procent.
Als reactie op de verstoring van de leveringen van meststoffen, is de Braziliaanse minister van Landbouw, Marcos Montes, in mei begonnen met een “pelgrimstocht” naar Jordanië, Egypte en Marokko. Daar hopen de Latijns-Amerikanen nieuwe partners te vinden voor de leveringen van kunstmest.
Intussen maakt de Braziliaanse president Jair Bolsonaro handig gebruik van de oorlog in Oekraïne. De president is bezig om een wet aan te nemen die mijnbouw in inheemse gebieden toestaat, wat volgens de Braziliaan dé oplossing zijn om toch aan fosfaat te komen, een belangrijke grondstof voor kunstmest. De ontbossing van het Braziliaanse Amazonewoud heeft dit jaar echter een nieuw – negatief – record bereikt: sinds januari is een gebied dat vijf keer zo groot is als New York al vernietigd.
“Het is erg moeilijk om optimistisch te zijn over de komende jaren in het Amazonegebied”, zegt Romulo Batista, een activist van Greenpeace Brasil.
Russische brandstof
Intussen overweegt de Braziliaanse regering om ook brandstof uit Rusland in te voeren, om zo te kunnen anticiperen op mogelijk toekomstige tekorten aan brandstof. In een telefoongesprek zou autocraat Vladimir Poetin het land een gestage aanvoer van meststoffen en diesel aangeboden hebben, ondanks de aanhoudende oorlog met Oekraïne en de daaruit voortkomende internationale sancties.
Op dit moment importeert alleen staatsbedrijf Petrobras Russische diesel via India, waar het product wordt geraffineerd en doorverkocht. “We hebben nood aan voedsel- en energiezekerheid. Er is daarom een kans dat we diesel uit Rusland zullen gaan kopen voor een gunstige prijs,” zei Bolsonaro begin juli.
Brazilië zit midden in een nationale brandstofcrisis, omdat het staatsbedrijf Petrobras zijn benzine- en dieselprijzen aanpast aan de wereldwijde marktschommelingen, terwijl de lokale lonen niet hetzelfde tempo volgen. Dit creëert onrust onder de bevolking in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2 oktober, wanneer Bolsonaro een tweede ambtstermijn ambieert.
(evb)