Autobouwer Ferrari kiest bij de overstap naar elektrische mobiliteit voor een heel geleidelijke strategie, waarbij de constructeur voorlopig vooral op verbrandingsmotoren blijft steunen. De Italiaanse autobouwer heeft immers tijd nodig om een oplossing te zoeken voor de nadelen die de nieuwe technologie momenteel nog tegenover zijn krachtige verbrandingsmotoren vertoont.
Dat hebben een aantal analisten gezegd naar aanleiding van verklaringen van de topkaders van Ferrari, die hebben aangekondigd dat de Italiaanse constructeur midden dit decennium een eerste volledig elektrische wagen op de markt zal brengen. Voorlopig blijft de verbrandingsmotor in het zakelijk model van Ferrari dan ook zijn centrale positie behouden.
Productieverhoging
De analisten wijzen erop dat Ferrari de productie in zijn fabriek in Maranello, in het noorden van Italië, gevoelig wil opvoeren. Dat kan de autobouwer realiseren door de installatie van een derde productielijn, die de capaciteit van de fabriek met 35 procent zou kunnen verhogen.
Die ingreep moet er volgens bronnen voor zorgen dat Ferrari tegen midden dit decennium jaarlijks 15.000 auto’s zou kunnen produceren. Vorig jaar rolden 11.155 nieuwe wagens in Maranello van de band. Op dit moment produceert Ferrari 46 auto’s per dag. Tegen de helft van dit decennium zou dat tempo tot 65 exemplaren per dag moeten worden opgevoerd.
Die versnelling zou het bedrijf tevens moeten helpen om zijn winstmarge te verhogen. Vorig jaar was er bij Ferrari sprake van een winstmarge van 35,9 procent (ebitda). Midden dit decennium zou een niveau tussen 38 procent en 40 procent moeten kunnen bereikt.
Ook de portfolio van Ferrari moet breder worden. Momenteel brengt de Italiaanse constructeur twaalf verschillende modellen op de markt. Over vijf jaar zou er echter sprake moeten zijn van zeventien types.
Het merendeel van die nieuwe modellen zal echter, althans in eerste instantie, met een verbrandingsmotor worden uitgerust. Wel zou gewag kunnen worden gemaakt van een aantal hybrides. Momenteel heeft Ferrari vier hybride elektrische wagens in zijn portfolio.
De overstap naar elektrische mobiliteit stelt Ferrari en zijn sectorgenoten voor een aantal opmerkelijke uitdagingen. Batterijen voor elektrische voertuigen wegen immers honderden kilogram. Dat kan een invloed hebben op de aerodynamica en het rijgedrag, wat voor luxueuze sportwagens een belangrijke factor vormt. Daarvoor moeten de constructeurs van deze sportwagens een oplossing vinden.
Winstmachine
Philippe Houchois, analist bij consultant Jeffries, wijst erop dat Ferrari voor de toekomst een bijzonder overwogen strategie hanteert. “Maar mogelijk zal die benadering bij een aantal investeerders niet populair zijn”, geeft hij aan. “Het merendeel van de autofabrikanten is inmiddels al het pad naar de elektrische mobiliteit opgegaan.”
“Door langer op hun verbrandingsmotoren beroep te doen, kunnen constructeurs zoals Ferrari hun winstmachine op gang houden, maar dat is mogelijk niet de boodschap die de investeerders willen horen. Wellicht willen velen zo snel mogelijk definitief naar het tijdperk van de elektrische mobiliteit overstappen en nooit meer achterom kijken.”
Bij Ferrari wordt erop gewezen dat de aankoop van een wagen vaak met heel wat emoties gepaard gaat. “Het is dus van cruciaal belang dat Ferrari met zijn elektrische wagens een even gepassioneerde beleving creëert”, merken de analisten op.
“Hybride sportwagens zijn een succes en combineren krachtige motoren met de onmiddellijke acceleratie van een elektromotor”, zegt Dario Duse, directeur van consulent AlixPartners. “Maar door hun enorme batterijen worstelen volledig elektrische sportwagens momenteel met een gewichtsprobleem. Dat enorme gewicht heeft weer invloed op de prestaties, rijdynamiek en beleving.”
Ook andere constructeurs van luxueuze sportwagens kiezen voor een geleidelijke overgang naar elektrische aandrijving. Lamborghini bijvoorbeeld voorziet pas tegen het einde van het decennium een volledig elektrische auto op de markt te brengen.
“Maar Ferrari moet zijn opties zorgvuldiger afwegen dan Lamborghini, dat met Volkswagen immers op een bijzonder kapitaalkrachtige eigenaar kan terugvallen”, waarschuwt Duse. “Die buffer heeft Ferrari niet tot zijn beschikking.”
Nieuwe technologieën
Ferrari bekijkt momenteel of brandstofcellen met waterstof een mogelijke oplossing voor het dilemma zouden kunnen vormen. “Die technologie zou het vermogen van de verbrandingsmotoren kunnen evenaren”, geeft Houchois te kennen.
“Maar deze technologie zal pas wellicht in de loop van het volgend decennium commercieel kunnen worden ingezet. Er moet immers een heel nieuw netwerk van tankstations worden uitgebouwd, terwijl voor de aanmaak van waterstof eveneens duurzame bronnen moeten worden gevonden.”
Daarnaast toont Ferrari ook interesse in de vastestofbatterij. Deze technologie biedt een hoge energiedichtheid, waardoor op het gebied van gewicht neen belangrijke besparing kan worden gerealiseerd. “Maar ook die technologie heeft nog tijd nodig om volledig tot ontwikkeling te komen”, merkt Houchois op.
“De voorzichtige koers die Ferrari vaart zou door sommige investeerders als een gebrek aan innovatie-bereidheid kunnen worden beschouwd of zelfs als een sociaal verkeerde keuze kunnen worden bekritiseerd”, meent Houchois.
“Maar vanuit zakelijk oogpunt Ferrari is momenteel een bijzonder rendabel bedrijf. Een snelle koerswijziging is dan ook geen noodzaak. De constructeur vermijdt momenteel buitensporige engagementen over technologieën en deadlines, maar men kan op dit ogenblik dan ook nog geen concreet idee over de toekomst naar voor brengen.”