De enige manier om de koopkracht duurzaam te verhogen, is door onze economie echt te versterken via structurele hervormingen. Op dat vlak laten we enorm veel potentieel liggen, en het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in zal komen. We zouden beter staken voor meer structurele hervormingen.
De vakbonden voerden vorige week actie voor hogere lonen en meer koopkracht. En dat was allicht nog maar een opwarmertje voor meer acties in het najaar. Volgens de jongste vooruitzichten van de Nationale Bank stijgen de gemiddelde bruto-uurlonen in 2022-2024 nochtans al met 15 procent.
Ondanks die spectaculaire loonstijgingen staat de koopkracht dit jaar tijdelijk wat onder druk doordat er een beperkte vertraging zit op die loonstijging in vergelijking met de toegenomen inflatie. Toch zou volgens de Nationale Bank de gemiddelde koopkracht van de Belgische gezinnen in 2019-2024 met 10 procent toenemen. Ter vergelijking, in de eurozone zou de toename van de koopkracht in die periode beperkt blijven tot amper 3 procent.
Achter die gemiddeldes liggen verschillen tussen verschillende groepen in de samenleving, maar hoe dan ook is de koopkracht in ons land duidelijk beter beschermd dan in de rest van Europa.
Duurzame koopkracht dankzij economische groei
De vakbondsacties focussen zich op de lonen en de indexering, maar gaan helaas voorbij aan de echte onderliggende determinant van de koopkracht. Op langere termijn wordt die immers bepaald door de economische groei: sterkere economische groei is de enige weg naar duurzaam hogere koopkracht. En op dat vlak zijn de vooruitzichten niet meteen rooskleurig. Volgens het Planbureau glijdt onze potentiële groei de komende jaren af naar 1,2 procent per jaar. Eerder ging het IMF al uit van 1,3 procent en de OESO van 1,1 procent. Onder de industrielanden hangt België daarmee achterin het peloton.
Er zijn nochtans enorme mogelijkheden om ons economisch potentieel op te krikken via structurele hervormingen. De OESO suggereerde vorige week nog dat een pakket hervormingen rond meer concurrentie in de diensten, minder administratieve lasten, versterkt onderwijs voor kwetsbare groepen, een efficiënter rechtssysteem, een taxshift weg van arbeid en meer mensen langer aan het werk houden de economische activiteit in ons land over een periode van 10 jaar met 5,4 procent zou verhogen. Dat komt overeen met 30 miljard extra in euro’s van vandaag.
Eerdere ramingen schetsen een gelijkaardig beeld: via structurele hervormingen, waarvan de effectiviteit al langer bewezen wordt in andere landen (vooral ten noorden van ons) kunnen we ons economisch potentieel, en dus ook onze koopkracht, op langere termijn met tientallen miljarden opkrikken. Waar wachten we nog op?
Pijnlijk weinig aandacht voor hervormingen
Sterkere loonstijgingen zonder enige aandacht voor de concurrentiepositie van onze bedrijven kunnen op korte termijn voor extra koopkracht zorgen, maar die gaat ten koste van de koopkracht op langere termijn via de negatieve impact op ons economisch potentieel. De enige manier om de koopkracht duurzaam te versterken is door onze economie echt te versterken via structurele hervormingen. Dat we daar een enorm potentieel laten liggen, is al langer gekend. Helaas blijven de beleidsinitiatieven op dat vlak ontgoochelend mager.
De nieuwe arbeidsdeal is in het beste geval een flauw opwarmertje voor de grote arbeidsmarkthervormingen die zouden moeten volgen, maar die er allicht niet meer komen in deze legislatuur. De al lang aangekondigde pensioenhervorming wordt zo goed als zeker een maat voor niets met een bevoegde minister die zich vooral focust op een uitbreiding van de pensioenrechten en eigenlijk liever niets wil horen over langer werken. En voor de grote fiscale hervorming wordt er nu een symposium georganiseerd, maar na de debacles rond het fiscaal voordeel voor de tweede woning of de fiscale behandeling van het profvoetbal lijkt de kans op een ernstige hervorming ook op dit vlak nagenoeg onbestaande.
Met de politieke malaise rond allerlei structurele hervormingen om onze economie te versterken, laten we miljarden liggen. We zouden beter daarvoor staken.
De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten