De Duitse autofabrikant BMW onderzoekt nieuwe investeringen in alternatieve energiebronnen om zijn afhankelijkheid van aardgas te verminderen. Daarbij wordt onder meer gekeken naar zonnekracht, waterstof en geothermische energie. Dat heeft Milan Nedeljkovic, productiechef bij de Duitse constructeur, benadrukt.
Hij waarschuwde daarbij dat een embargo op de invoer van Russisch gas grote delen van de Duitse industrie tot stilstand zou brengen.
Aardgas
BMW was vorig jaar vorig zijn energieverbruik voor 54 procent afhankelijk van aardgas. De Duitse autobouwer onderzoekt nu op welke locaties in de fabrieken zonnepanelen kunnen worden geplaatst. Daarnaast ontwikkelt BMW plannen met de lokale autoriteiten om waterstof naar zijn fabriek in de Oost-Duitse stad Leipzig te brengen.
“Waterstof is bijzonder geschikt om de vraag naar gas te verminderen of zelfs volledig te compenseren”, beklemtoonde Milan Nedeljkovic. “De autosector vertegenwoordigt in Duitsland ongeveer 37 procent van het totale aardgasverbruik. Het gaat niet om BMW alleen. Indien de gasleveringen uit Rusland zouden stoppen, zou de hele sector tot stilstand komen.”
De plannen van BMW weerspiegelen bredere voorbereidingen die in de Duitse industrie aan de gang zijn om zich los te maken van de leveringen van Russisch gas. Daarbij wordt ook een strategie ontwikkeld om de beschikbare voorraden te rantsoeneren indien de aanvoer plots zou worden onderbroken.
Aardwarmte
“Buiten de Duitse landsgrenzen wordt ook gekeken naar mogelijkheden voor de nieuwe fabriek in de Hongaarse stad Debrecen”, geeft Nedeljkovic verder aan. Die site moet de eerste autofabriek van de wereld worden die volledig zonder fossiele brandstoffen functioneert. Ook op die locatie wil BMW een grote rol toewijzen aan zonnekracht.
“Daarnaast bekijkt BMW welke mogelijkheden kunnen worden gecreëerd met de aanwending van aardwarmte”, stipte de productiechef nog aan. “Geothermische energie is stabieler dan hernieuwbare bronnen die van de weersomstandigheden afhankelijk zijn.”
“Toch is in die sector veel minder geïnvesteerd dan in de ontwikkeling van zonnekracht of windenergie. Dat heeft gedeeltelijk te maken met de hoge initiële kosten en de complexe vergunningsprocedures die in de sector moeten worden gevolgd.”
(evb)