Na nieuwe rakettesten in Noord-Korea eerder deze week, was het wachten op de reactie van de VS. Nu maakte het Amerikaanse ministerie van Financiën bekend dat het zes Noord-Koreanen, een Rus en een Russisch bedrijf zal straffen. Die leverden allemaal goederen om het Noord-Koreaanse raketprogramma draaiende te houden.
De sancties worden vooral als voorbeeld gesteld; het doel is Noord-Korea ontmoedigen om verdere stappen te zetten in de ontwikkeling van raketten en verregaande wapentechnologie.
VN-Veiligheidsraad
Om de sancties kracht bij te zetten werd ook aan de VN-Veiligheidsraad gevraagd extra in te grijpen na de provocatie van Noord-Korea. Daardoor kunnen vijf van de betrokken personen mogelijks een vliegverbod krijgen voor de hele VN-zone, en worden hun goederen en gelden bevroren. Om die sancties er door te krijgen moet het vijftienkoppige Comité voor sancties tegen Noord-Korea het wel unaniem eens geraken.
Onder president Joe Biden probeert de VS ook de dialoog aan te gaan met Noord-Korea, in de hoop hen te overtuigen hun productie van nucleaire bommen en raketten te laten vallen. Een ijdele hoop, aangezien Noord-Korea de telefoontjes voorlopig gewoon negeert. Toch geeft de VS niet op: “Wat we de laatste dagen hebben gezien, sterkt ons alleen in het geloof dat we vooruitgang zullen boeken”, vertelde Ned Price, de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Ook van Brian Nelson, onderstaatssecretaris voor Terrorisme en Financiële Intelligentie, gaf een reactie op de rakettesten: “De sancties spitsen zich toe op Noord-Korea’s constante misbruik van overzeese vertegenwoordigers om illegaal grondstoffen te verkrijgen voor raketten. De laatste lanceringen zijn aanvullend bewijs dat het land verboden programma’s gewoon voortzet, ondanks internationale oproepen voor diplomatie en denuclearisatie.”
Volgens Anthony Ruggiero, sanctie-expert voor de Trump-administratie, zijn de nieuwe sancties alvast een goede start, maar heeft Biden nog veel werk: “Biden moet sancties blijven uitdelen, om zo druk te zetten op Kim Jong-un”.
(am)