Volgens cijfers van de Nationale Bank van België (NBB) staat er 298,2 miljard euro op de spaarboekjes. Dat is een enorm bedrag, maar met dat geld zullen we door de inflatie volgend jaar minder zaken kunnen kopen dan vandaag. Wie zijn koopkracht wil behouden, moet andere horizonten opzoeken. Maar hoe groot is het verschil tussen beleggen, sparen en niets doen?

In een vorig artikel hebben we al de voor- en nadelen uit de doeken gedaan van sparen, beleggen of niets doen. In dit artikel bekijken we hoe groot het verschil is tussen die opties. Het is hoe dan ook geen geheim dat je, gezien de huidige inflatiesituatie, aan koopkracht moet inboeten als je je geld op een spaarboekje of een zichtrekening laat staan. Zolang de Europese Centrale Bank (ECB) niet raakt aan het rentebeleid, zullen de spaarboekjes je koopkracht niet kunnen beschermen, integendeel.

Wat als je niets doet?

Door de lage spaarrente laten meer en meer mensen hun spaargeld op hun zichtrekening staan. Uit cijfers van de NBB blijkt dat er in het tweede kwartaal 4,1 miljard euro is bijgekomen op de zichtrekeningen. Ter vergelijking: op de spaarboekjes is er tijdens diezelfde periode 3,5 miljard euro bijgekomen, oftewel 600 miljoen euro minder. In tegenstelling tot het merendeel van de spaarboekjes krijg je totaal geen rente op hetgeen je parkeert op een zichtrekening. Je koopkrachtverlies wordt dan ook niet beperkt.

• Als we naar de huidige Belgische inflatie kijken, verlies je op dit moment 4,16 procent aan koopkracht. Als we die lijn doortrekken naar volgend jaar, zal je na twaalf maanden slechts 958,4 euro aan koopkracht behouden per 1.000 euro. Na tien jaar daalt dat verder tot slechts 654 euro.
• Indien we ervan uitgaan dat de ECB er alsnog in slaagt om de inflatie terug te brengen naar 2 procent, verkleint vanzelfsprekend het verlies aan koopkracht. In dat geval behoud je na één jaar 980 euro aan koopkracht over per 1.000 euro. Na 10 jaar is je koopkracht gereduceerd tot 817 euro.

Hoeveel spaargeld heb je na 10 jaar?

Bij het merendeel van de banken moet je tevreden zijn met een spaarrente van 0,11 procent. Dat is echter onvoldoende om de inflatie bij te benen.

• Op basis van de huidige Belgische inflatie: na één sparen hou je nog 959,5 euro aan koopkracht over per 1.000 euro. Na tien jaar daalt je koopkracht verder tot 661 euro per 1.000 euro.
• Op basis van de inflatiedoelstelling van de ECB: indien de inflatie beperkt blijft tot 2 procent, behoud je na één jaar sparen nog 981 euro aan koopkracht. Na tien jaar zakt dat bedrag tot 826 euro.

Je kan het koopkrachtverlies ietwat binnen de perken houden door te kiezen voor een spaarboekje met een hoger rendement. Maar op dit moment biedt geen enkele bank een spaarformule aan die de inflatie kan kloppen. De hoogste spaarrente krijg je momenteel bij MeDirect. Het spaarboekje Maansparen Max brengt 0,7 procent in het laatje, oftewel 2,84 procentpunt minder dan het jongste Belgische inflatiecijfer.

Hoeveel koopkracht behoud je als je belegt?

Het rendement van beleggen is afhankelijk van talloze factoren. Daarom is het niet eenvoudig om een bepaald rendement naar voren te schuiven. Voor deze oefening hebben we gekeken naar het historisch rendement van de Bel20. Sinds 1991 komt het geannualiseerde rendement van de Belgische sterindex uit op 7,64 procent (inclusief herbelegde dividenden), volgens berekeningen van Euronext.

• Op basis van de huidige Belgische inflatie: het rendement is ruimschoots voldoende om je koopkracht te beschermen. Per 1.000 euro die je spaart, zie je na één jaar beleggen je koopkracht stijgen tot 1.034,8 euro. Na tien jaar staat die 1.000 euro garant voor 1.408 euro aan koopkracht. Dat is dus een extraatje van 408 euro.
• Op basis van de inflatiedoelstelling van de ECB: je ziet je koopkracht verder toenemen als de ECB erin slaagt om de inflatie te bedwingen. In dat geval stijgt je koopkracht (per 1.000 euro) na één jaar tot 1.056,4 euro. Na tien jaar is dat zelfs 1.731 euro, oftewel een koopkrachtwinst van 731 euro.

Dit is weliswaar gebaseerd op historische rendementen en biedt dus geen garantie voor de toekomst.

Conclusie: deze oefening toont aan dat beleggen de beste optie is om je koopkracht te behouden. Dat betekent niet dat je al je kapitaal moet overhevelen naar de aandelenmarkten. Investeren is nu eenmaal niet zonder risico’s. Beleg daarom altijd met kapitaal dat je kan missen.

(bzg)