? Merkelisme voorbij: Wat Europeanen verwachten van Duitsland na de verkiezingen

Nog enkele dagen voor de Bondsdagverkiezingen van 26 september in Duitsland. Al kunnen de Duitsers hun land maar moeilijk voorstellen zonder bondskanselier Angela Merkel. De Europese Raad voor buitenlandse betrekkingen (denktank ECFR) stuurde daarom een enquĂȘte uit naar 12 EU-lidstaten. Daaruit bleek dat de Europese landen aanzienlijke verwachtingen hebben van het Duitsland en het Duitse leiderschap na de verkiezingen.

Waarom is dit belangrijk?

Merkel is er vaak van beschuldigd de Europese Unie te verdelen. Vooral in de context van de crisis in de eurozone en de migratiecrisis. Uit de peiling blijkt dat de respondenten van de enquĂȘte Merkel, ondanks haar vaak verdelende beleid, beschouwen als de eenmaker van de EU. Verder verwachten ze van Duitsland een nog sterkere rol in de toekomst.

De European Council on Foreign Relations (ECFR) is een pan-Europese denktank met kantoren in zeven Europese hoofdsteden. De denktank voert regelmatig peilingen uit en deden dat ook ter gelegenheid de opkomende Duitse Bondsdagverkiezingen.

Uit die opiniepeiling blijkt dat EU-burgers die deelnamen aan de enquĂȘte, Duitsland zien als een betrouwbare, pro-Europese mogendheid. Als de centrale macht van Europa wilde Duitsland worden gezien als gematigd en verzoenend. Dat is wat Merkel zelf zegt voor ogen gehad te hebben al die tijd: “de unie bijeenhouden”.

Dat werd vooral duidelijk na het Brexit-referendum in het Verenigd Koninkrijk en de verkiezing van Donald Trump in de Verenigde Staten. Merkels doel was om de ineenstorting van de belangrijkste politieke pijlers van de EU te voorkomen.

Liever Merkel dan Macron

Angela Merkels aanpak om compromissen te zoeken tussen concurrerende belangen is een belangrijk aspect van het positieve imago van Berlijn. In alle ondervraagde landen zou een meerderheid haar steunen in een hypothetische verkiezing voor het presidentschap van Europa als haar enige tegenstander Emmanuel Macron was.

De ECFR stelde in de enquĂȘte de volgende hypothetische vraag. “Naar wie zou je stem voor ‘president van de EU’ gaan, als Merkel en Macron de enige kandidaten zouden zijn?” 

In elk land zei de meerderheid dat zij voor de kanselier zouden kiezen (inclusief Frankrijk). In totaal zou 41 procent van alle respondenten op haar stemmen, tegenover slechts 14 procent op Macron. Ook al verschilde de steun voor Merkel van land tot land, haar technocratische leiderschapsstijl lijkt veel meer het vertrouwen van de Europeanen te hebben gewonnen dan de visionaire toespraken van Macron.

Europeanen hebben vertrouwen in Duitsland…

Merkels bewind heeft de angst van buurlanden voor Duitse dominantie verminderd. Slechts 10 procent van de ondervraagden vindt een Duitse voorzitter van de Europese Commissie een slechte zaak, terwijl 27 procent zelfs denkt dat het een goede zaak is. Burgers in Italië en Polen zijn de meest kritische nationale groeperingen.

Veel Europeanen stellen hun vertrouwen in het Duitsland van vandaag om hun belangen op een groot aantal gebieden te verdedigen. Uit de cijfers van ECFR blijkt dat er twee belangrijke beleidsterreinen zijn waar het vertrouwen het grootst is. Dat zijn het economisch en financieel beleid en de verdediging van de democratie en de mensenrechten.

In elk van de ondervraagde landen staat het economisch en financieel beleid bovenaan of bijna bovenaan de lijst. Toch lijkt deze bevinding om twee redenen paradoxaal. 

Ten eerste hebben enkele acties van Merkels meer kritiek uitgelokt dan welk ander beleid dan ook. De drie grootste voorbeelden daarvan zijn de steun van de regering Merkel voor bezuinigingen tijdens de crisis in de eurozone, haar obsessie met staatsschulden en tenslotte het enorme handelsoverschot van Duitsland. Het Duitse economische beleid werd algemeen beschouwd als het grootste probleem van de EU.

Ten tweede zien de burgers van de bevraagde landen Duitsland allemaal als een verdediger van de Europese belangen. In Hongarije, dat geen lid is van de eurozone, vond 50 procent dat. In Spanje vond 45 procent dat, terwijl de Spaanse regering wil dat de EU zich ontwikkelt in de richting van een fiscale unie. En in Nederland, de leider van de groep van zuinige landen, zag 43 procent dat zo.

Dat kan ook deels het gevolg zijn van het Duitse beleid tijdens de coronacrisis. Berlijn heeft toen geprobeerd een zo breed mogelijke consensus te bereiken over de integratie van het NextGenerationEU-herstelplan in de EU-begroting. Een andere reden zou kunnen zijn dat de Europese burgers Duitsland zien als een economische grootmacht die de talrijke crisissen van het voorbije decennium veel beter heeft doorstaan dan veel andere Europese landen – en dus als rolmodel voor de EU zou moeten dienen.

…behalve bij EU-relaties

Het vertrouwen van de Europeanen in Duitsland om de Europese belangen te verdedigen is relatief groot. Toch zeker als het aankomt op het economisch beleid en de verdediging van de democratie en de mensenrechten in het geding is. Toch is het maar relatief klein als het gaat om relaties met de grootmachten van de wereld. Slechts 17 procent van de EU-burgers gelooft dat Duitsland de unie kan leiden in haar betrekkingen met China. Wat betreft de betrekkingen van de EU met Rusland en de VS, hebben slechts een vijfde en een kwart van de Europeanen vertrouwen in Duitsland.

Dat is misschien niet verrassend. Merkels beleid ten aanzien van China is vaak grotendeels ingegeven door Duitse nationale economische belangen en niet door bredere geopolitieke overwegingen. Het beleid kan nauwelijks worden beschouwd als geëuropeaniseerd

Toen de EFRC de Europeanen bevroeg over Merkels invloed op conflicten in de wereld, geloofde de meerderheid dat haar kanselierschap geen verschil heeft gemaakt. De Europeanen lijken Merkel niet aan geopolitiek te zien doen. Dat kan betekenen dat de diplomatieke (en militaire) inspanningen van de Duitse regering, tijdens de crisissen van de laatste jaren op het gebied van het buitenlands beleid, ofwel onopgemerkt zijn gebleven ofwel niet doeltreffend zijn geweest.

Grootmachtconcurrentie

Tegelijkertijd zien de Europeanen de noodzaak voor de EU om een meer eensgezinde en krachtige internationale speler te worden. Uit een eerdere enquĂȘte van de ECFR blijkt dat de Europeanen zich er wel van bewust zijn dat ze in een tijdperk van grootmachtconcurrentie meer op zichzelf moeten vertrouwen. 

Zelfs met Joe Biden in het Witte Huis is er nog steeds een algemeen gebrek aan vertrouwen. De Europeanen geloven niet in het vermogen van de Verenigde Staten om terug te keren als de “leider” van het Westen. De Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan heeft aangetoond dat Biden een buitenlands en veiligheidsbeleid voert dat gericht is op nauw omschreven nationale belangen. De VS speelt niet langer de rol van “wereldpolitieagent”. 

Daarom vinden de Europeanen het nodig om strategische relaties met verschillende landen – waaronder Rusland en China – te onderhouden. Zo kan de EU zijn rol in de wereld versterken. Zeven van de twaalf bevraagde landen vindt dat de EU op de pandemie moet reageren door een eengemaakt Europees beleid over mondiale bedreigingen en uitdagingen te ontwikkelen.

Het relatieve gebrek aan vertrouwen in de omgang van Duitsland met grote mogendheden, zal het land parten spelen. In de toekomst zal het voor Duitsland nog belangrijker worden om een gemeenschappelijk Europees buitenlands beleid te verdedigen. Duitsland moet op geloofwaardige wijze aantonen dat het zich met China, Rusland en de VS bezighoudt om in de eerste plaats de Europese belangen te beschermen en niet alleen die van zichzelf. (mah)

Meer