Zwitsers hebben meest performante spoorwegdienst van Europa; België staat in de middenmoot

Zwitserland heeft het meest concurrentiële spoorwegsysteem van Europa. Zweden volgt op een tweede plaats en Frankrijk en Denemarken leggen – ex aequo – beslag op plaats drie. Ook Finland en Duitsland maken een goede beurt.

Dat blijkt uit een rapport van de Boston Consulting Group (BCG), waarin de spoorwegsystemen in 25 Europese landen werden geëvalueerd op basis van drie criteria: de intensiteit van het gebruik van het spoorwegsysteem, de kwaliteit van de geleverde diensten en de veiligheid. Met andere woorden: wat is het verband tussen de hoeveelheid belastinggeld die de nationale spoorwegmaatschappijen krijgen toegestopt en de diensten die ze leveren. De resultaten komen grotendeels overeen met een eerdere studie uit 2012. Ook toen voerden Zwitserland, Zweden, Frankrijk en Duitsland de rangschiking aan.

Ons land en ook Nederland rangschikken in het middenpeleton met landen als Oostenrijk, Groot-Brittannië, Tsjechië, Luxemburg, Spanje, Noorwegen en Italië. BCG noemt de dienstverlening in deze landen ‘algemeen genomen goed, doch met extreem wisselende resultaten in functie van de drie geëvalueerde parameters.’  België scoort verdienstelijk qua intensiteit van het spoorgebruik, maar doet enkel beter dan Ierland qua kwaliteit van de dienstverlening.

In Ierland, Litouwen, Hongarije, Letland, Slovakije, Polen, Portugal en Bulgarije is sprake van zwakkere algemene resultaten, met veiligheidsproblemen.’

Uit een studie die begin 2014 verscheen (met cijfers over het jaar 2013) bleek al dat Zwiterse  treinen in 88,7% van de gevallen binnen de drie minuten van hun oorspronkelijke schema het station binnen.  Belgische treinen kwamen in 2013 amper in 80,4 % van de gevallen binnen de zes minuten van het oorspronkelijke schema aan. Ongeveer één op de vijf treinen in België komt dus met vertraging aan. Als er rekening wordt gehouden met het aantal reizigers – waarbij een trein met veel reizigers zwaarder doorweegt in de cijfers – dan zakt de stiptheid voor oktober zelfs naar 77,5%.

Maar het is niet enkel de Zwitserse treinreiziger die we moeten benijden: in Engeland reden in 2013 ruim 90% van de treinen op tijd. Dat betekent dat ze binnen de vijf minuten van het oorspronkelijke schema arriveerden voor korte en binnen de 10 minuten van het oorspronkelijke schema voor langere trajecten.

Ook Nederland doet het ook een pak beter dan wij. 87,9% van de Nederlandse treinen respecteert de drieminutengrens. Nog beter af zijn de Franse reizigers. Hun treinen arriveren meestal binnen de gestelde termijnen. Dat geldt voor 90,3% van de hogesnelheidstreinen (TGV) en 89,5% van de intercitytreinen.

De Duitsers – nog eens zij – zijn Europees recordhouder, want daar kwam 91,9% van de treinen op tijd (+/- 5 minuten) aan. Op langere afstanden scoren onze Oosterburen wel pover: daar is minder dan 70% van de treinen op tijd.

Op globaal vlak toont enkel Japan zich onklopbaar. De gemiddelde vertraging op de bekende ‘Shinkansen’-bullet trains’ is er een van …. 36 seconden.

Meer