Facebook beloofde dinsdag meer inspanningen te leveren tegen giftige en haatdragende inhoud. De laatste weken kreeg het bedrijf te maken met een boycot van adverteerders wegens teveel haatberichten op het online platform. Ook op dinsdag ontmoetten de toplui van het eerste sociale netwerk ter wereld de burgerrechtenorganisaties die achter de Stop Hate for Profit-boycot zitten.
Mark Zuckerberg, oprichter en CEO van Facebook, wordt geflankeerd door zijn nummer twee Sheryl Sandberg tijdens de langverwachte teleconferentie met de belangrijkste organisatoren van #StopHateForProfit.
Prominente adverteerders
Dat is een samenwerking tussen allerlei burgerrechtenorganisaties, die erin geslaagd is om meer dan 900 bedrijven te overtuigen geen advertenties te kopen, de belangrijkste bron van inkomsten van de social netwerksite.
Adidas, Puma, Levis, Coca-Cola, Starbucks, Ford, Unilever (Lipton, Magnum, Dove, enz.) …: meer dan 900 bedrijven hebben hun aankopen van advertenties op het sociale netwerk opgeschort. Nochtans telt het medium nog steeds meer dan 1,73 miljard gebruikers dagelijks.
De beweging is een paar weken geleden gelanceerd door de NAACP, de belangrijkste organisatie voor de verdediging van de burgerrechten van Afro-Amerikanen, evenals de Anti-Defamation League, die antisemitisme bestrijdt. Dat gebeurde uiteraard tegen in de context van de massale demonstraties tegen racisme en politiegeweld in de Verenigde Staten. Ze eisen dat Facebook meer inspanningen levert om inhoud te verwijderen die racisme, discriminatie en haat bevordert.
Wijziging aan het beleid
Sandberg zei dat het sociale netwerk voorbereidingen treft om wijzigingen in het publicatiebeleid aan te kondigen. Die beslissing kwam er volgens Sandberg na besprekingen met burgerrechtenactivisten, maar ook op basis van een interne audit.
‘We brengen wijzigingen aan, niet om financiële redenen of onder druk van reclamebedrijven, maar omdat het juist is om te doen’, zei ze. Ze voegde eraan toe dat Facebook er al jaren naar streeft om de aanwezigheid van haatdragende publicaties op het netwerk verminderen.
