Westerse sancties knijpen Russische roebel helemaal plat

De keiharde klappen die de roebel krijgt, staan model voor de enorme druk die internationale sancties uitoefenen op de Russische economie. Maar ook in andere opzichten werkt het conflict in de Oekraïne steeds meer door op valutamarkten.

De roebel is voor het eerst in de historie gedaald tot minder dan een eurocent. Sinds de inflatie heeft de munt een kwart van zijn waarde verloren. Over de afgelopen vijf jaar komt dat verlies zelfs op 50 procent. De Russische centrale bank heeft extreme maatregelen genomen om de koersdaling te stoppen. De rente werd bijvoorbeeld verhoogd van 9,5 naar 20 procent en buitenlandse partijen mogen niet langer aandelen en obligaties verkopen op beurzen in Rusland. Die maatregelen halen weinig uit zolang Europa en de Verenigde Staten steeds strengere sancties doorvoeren en steeds minder westerse bedrijven nog zaken doen met het land. De vrije val van de roebel is een duidelijk signaal dat de rest van de wereld Rusland steeds meer in een economische houdgreep krijgt.

Oliebedrijven voelen de pijn

De oorlog werkt ook op andere manieren door in de valutamarkt. Dat gebeurt onder meer via een scherpe stijging van de olieprijs. Een vat Brent-olie kostte donderdagochtend meer dan 115 dollar. Begin december lag die prijs onder de 70 dollar. Die stijging wordt veroorzaakt door de harde sancties en doordat veel westerse energiebedrijven zich terugtrekken uit de Russische markt. In sommige gevallen doet dat behoorlijk pijn. Het Britse BP moet bijvoorbeeld een miljardenverlies slikken op de verkoop van een belang in het Russische Rosneft. Ook het Franse TotalEnergies staat onder grote politieke druk om het land – waarin het miljarden heeft geïnvesteerd – de rug toe te keren. Dat verklaart waarom de aandelen van deze energiebedrijven ondanks de snel oplopende olieprijs de afgelopen week toch gedaald zijn.

Olievaluta’s in de lift

Olie-exporterende landen hebben daar geen last van. Landen zoals Noorwegen en Canada kunnen hogere olie-inkomsten tegemoet zien zolang er voor Rusland een veel kleinere rol is weggelegd op de wereldwijde oliemarkt. De Noorse kroon is sinds het uitbreken van de oorlog met 3 procent gestegen en voor de Canadese dollar komt die winst op 2 procent. Naarmate de strijd langer duurt en de economische sancties steeds strenger worden, neemt de onzekerheid op financiële markten toe. Dat wordt weerspiegeld in een opmars van valuta’s die een status  hebben van veilige haven in onzekere tijden. Ten opzichte van de euro zijn de dollar, yen en Zwitserse frank afgelopen week met 2 procent opgelopen. 

Breidt de strijd zich uit?

Aan de andere kant staan de koersen van veel Oost-Europese landen juist behoorlijk onder druk. De Tsjechische kroon daalde met ruim 3 procent, de Poolse zloty ging met 5 procent onderuit en voor de Hongaarse florint kwam de schade zelfs op meer dan 6 procent uit. Die dalingen zijn overigens geen aanwijzing dat valutahandelaren vrezen dat de strijd zich uitbreidt naar Oost-Europa. Landen in deze regio doen relatief veel zaken met Rusland en worden dus indirect hard geraakt door de sancties. Zolang de maatregelen steeds strenger worden, is de kans groot dat de druk op deze munten aanhoudt terwijl olievaluta’s nog meer terrein kunnen winnen. 

De auteur Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.

Meer