Westerse centrale banken halen broekriem aan, terwijl de Turkse en Chinese centrale bank de rentes verlagen: hoe komt dat?

De hoge inflatie heeft onder meer de Federal Reserve en Europese Centrale Bank gedwongen om het geldbeleid te verstrakken. De ene centrale bank gaat daar al wat verder in dan de andere. Ondertussen laten de Turkse en Chinese centrale bank de teugels vieren.

Waarom is dit belangrijk?

De centrale banken zijn verantwoordelijk voor het monetaire beleid van hun land of regio. Het merendeel van de toezichthouders heeft een bepaalde inflatiedoelstelling om zo te waken over de prijsstabiliteit. De Europese Centrale Bank streeft bijvoorbeeld naar een inflatie van 2 procent op de middellange termijn.

Bijna geen enkel land blijft op dit moment gespaard van een hoge inflatie. In de eurozone kwam de inflatie in november bijvoorbeeld uit op 4,9 procent, een recordniveau sinds de invoering van de euro. Ook aan de overkant van de Atlantische Oceaan is er sprake van een ongeziene geldontwaarding. De Amerikaanse inflatie bedroeg vorige maand 6,8 procent, het hoogste peil sinds 1982.

Tapering in het Westen

Het kwam dan ook als geen verrassing dat de centrale banken van de westerse economieën vorige week uitpakten met de boodschap dat ze het beleid verder zullen verstrakken. De Federal Reserve had eerder al beslist om het opkoopprogramma met 15 miljard dollar per maand te verminderen. Tijdens de jongste rentevergadering werd weliswaar beslist om een versnelling hoger te schakelen en maandelijks 30 miljard dollar minder schuldpapier op te kopen. Daarmee loopt het opkoopprogramma in maart 2022 af.

De Bank of England zorgde misschien wel voor de grootste verrassing. De Britse toezichthouder heeft beslist om de rente op te trekken van 0,1 naar 0,25 procent. In de eurozone loopt het allemaal niet zo’n vaart. De ECB gaat wel op de rem staan, maar gaat het opkoopprogramma nog niet volledig stopzetten. De bank heeft beslist om het coronastimulusprogramma (PEPP) na eind maart 2022 stop te zetten. Het ‘reguliere’ programma voor de opkoop van financiële activa (APP) wordt anderzijds wel tijdelijk uitgebreid wanneer die coronastimulus afloopt. Voorts benadrukte Christine Lagarde, de voorzitter van de ECB, na de rentevergadering dat de kans zo goed als onbestaande is dat er volgend jaar renteverhogingen komen.

Chinese renteverlaging

De monetaire beslissingen van onder meer de Fed en de ECB staan in schril contrast met die van de People’s Bank of China (PBOC) en Centrale Bank van de Republiek Turkije (CBRT). Die twee toezichthouders hebben onlangs een renteverlaging aangekondigd.

De beslissing van de Chinese centrale bank valt nog te begrijpen. Die kondigde maandag aan dat het de zogenaamde ‘prime rate’ – het tarief voor klanten die als minst risicovolle groep in de boeken staan – verlaagt van 3,85 naar 3,8 procent. In tegenstelling tot de westerse economieën moet China momenteel het hoofd bieden aan een groeivertraging. Zo mogen we de Chinese vastgoedcrisis niet vergeten. De vastgoedreus Evergrande is er enkele weken geleden niet in geslaagd om schulden op tijd terug te betalen. Ook de coronacrisis heeft zware klappen uitgedeeld aan de Chinese economie.

Vorige week verlaagde de centrale bank ook al de reserveverplichting voor de meeste banken met een half procentpunt. Deze maatregel, die de hoeveelheid geld verlaagt die banken in reserve moeten houden, zal volgens de PBOC naar verwachting ongeveer 1,2 biljoen yuan (188 miljard dollar) vrijmaken voor leningen aan bedrijven en huishoudens.

De Chinese toezichthouder heeft meer ruimte om dergelijke maatregelen te nemen dan de westerse centrale banken. De Chinese inflatie kwam in november immers uit op 2,3 procent.

Absurde toestanden in Turkije

Het is een heel ander verhaal in Turkije, waar de inflatie in november maar liefst 21,3 procent bedroeg. Toch haalt de Turkse centrale bank de voet niet van het gaspedaal. Integendeel, de CBRT heeft donderdag voor de vierde keer sinds september de rente verlaagd. Die bedraagt nu 14 procent.

De bank doet dat onder druk van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Hij maakte onlangs de belofte dat hij de rente nog verder zal verlagen. “Verwacht niets anders van mij. Ik zal als moslim blijven doen wat nodig is volgens de nas”, zei hij afgelopen zondag op televisie. Nas is een Arabisch woord dat in het Turks wordt gebruikt om te verwijzen naar de islamitische leer.

De beslissing van de Turkse centrale bank heeft weliswaar vergaande gevolgen voor de Turkse bevolking. Die zien hun koopkracht met zienderogen afnemen. In de voorbije drie maanden is de Turkse lira zo’n 50 procent van zijn waarde kwijtgeraakt. Op het dieptepunt deze week werd voor 1 dollar 18,4 lira betaald. Heel veel Turken hebben momenteel problemen om basisproducten, zoals brood, te kopen.

Erdogan heeft intussen een noodplan aangekondigd om de vrije val van de lira te stoppen. Als de koersdaling van de Turkse munteenheid (tegenover de westerse munten) groter is dan de rente die spaarders krijgen op deposito’s in lira zal het ministerie van Financiën de verliezen compenseren. Dat moet ervoor zorgen dat de Turkse bevolking niet langer lira’s omzet in dollar of euro’s, zogenaamde harde valuta. Erdogan hoopt dat de lira op die manier stabiliseert.

(lp)

Meer