Dwingt de wijzigende situatie in Oekraïne het Westen binnenkort tot moeilijke keuzes?

De kansen lijken te keren voor Rusland in Oekraïne, na de zich opstapelende Russische verliezen van de afgelopen maanden. Los van het militaire belang van stadjes als Soledar, waar de Russen opnieuw oprukken, lijken ze zich beter en beter te kunnen verweren tegen het Oekraïense tegenoffensief. Dat is alvast de analyse van de uiterst beslagen VRT-correspondent Jan Balliauw hierover in Terzake.

De Nederlandse expert Rob de Wijk, hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS), waarschuwt: “De overwinning van Oekraïne is niet langer vanzelfsprekend. (…) Hoe slechter het met Oekraïne gaat, hoe groter de kans dat NAVO-landen steeds dieper bij de oorlog betrokken raken. Ook het risico op een directe confrontatie met de NAVO neemt toe. De zware wapens die de NAVO-landen dan nodig hebben beperken de mogelijkheden om ze nu aan Oekraïne te leveren.”

Nochtans beslisten de VS, Frankrijk, Duitsland, Polen en Groot-Brittannië net om tanks en pantservoertuigen te gaan leveren aan Oekraïne. Die heeft het land broodnodig als het de door Rusland bezette gebieden wil gaan innemen. Tegelijk lijkt er in de Verenigde Staten steeds meer tegenstand te komen tegen de grootscheepse steun aan Oekraïne, zeker nu de Republikeinen een meerderheid van het Huis van Afgevaardigden controleren.

Met andere woorden, met de eerste verjaardag van de brutale Russische inval op komst, lijkt een grondige evaluatie van de westerse strategie broodnodig. Wat heeft gewerkt? Wat heeft gefaald?

Sancties en wapenleveringen

Eén zaak lijkt alvast duidelijk: de wapenleveringen hebben Oekraïne heel wat meer geholpen dan de sancties. Opnieuw Rob de Wijk schrijft daarover: “De Russische economie overleeft de sancties opmerkelijk goed. Dat laatste verklaart waarom de westerse oorlogsretoriek verstomt. Het ‘vernietigen van de Russische oorlogsmachine’ waartoe leiders als Von der Leyen opriepen, blijkt minder makkelijk dan gedacht.”

De Franse beleidsanaliste Agathe Demarais wijdt een nieuw boek aan het beleidsinstrument sancties. Met als veelzeggende titel “backfire” geeft zij een overzicht van de onbedoelde neveneffecten van moderne Amerikaanse sancties en exportcontroles, waarbij zij ook de innovatieve technieken beschrijft waarmee regimes dergelijke sancties ontwijken.

Toch geeft Demarais aan dat de sancties Rusland op korte termijn erg veel pijn doen. Ze stelt op Twitter: “Groei, detailhandel, autofabricage storten allemaal in (autoproductie daalde met 80 procent in november). De diepe recessie in Rusland zal aanhouden in 2023, waardoor het vermogen van het Kremlin om oorlog te voeren in Oekraïne onder druk komt te staan.”

Daarbij moet worden aangemerkt dat de belangrijkste interruptie van de handel tussen Rusland en het Westen de sterke daling van Europese import van Russisch gas betreft. Niet West-Europa draaide de Russische gaskraan toe, maar Rusland zelf, weliswaar als reactie op het westerse beleid. De Europese sancties sloegen tot dusver enkel op de invoer van Russische steenkool en – gedeeltelijk – olie. Het kan een flater van jewelste blijken van Poetin, want voor gas is het veel complexer om nieuwe klanten te vinden dan voor olie. De nodige pijpleidingen en infrastructuur om de Europese klanten te vervangen door Chinese zijn er op dit moment eenvoudigweg niet.

Fundamenteel is het uiteindelijk wel betwist of de economische pijn als gevolg van de sancties Poetin zal dwingen tot het beëindigen van zijn oorlog. Van de wapenleveringen is het daarentegen duidelijk dat ze een verschil hebben gemaakt. Daar is de vraag dan weer eerder of ze het Westen niet in een direct conflict met Rusland dreigen te storten.

Moeilijke vragen

Op zijn minst is het goed om niet zomaar zonder nadenken gelijk welke wapens naar Oekraïne te sturen. Het laatste dat we nodig hebben is dat Oekraïne pakweg een Russische stad bombardeert met westers wapentuig, al dan niet per ongeluk. Toch is er soms een hysterisch sfeertje rond het maken van redelijke bedenkingen hieromtrent. Duitsland wordt door sommigen als grote boeman afgeschilderd, die onwillig zou zijn om Oekraïne te helpen, hoewel het na de VS het meeste wapentuig aan het Oekraïense leger levert – de Britten leveren wel meer wanneer men ook financieel-militaire steun meerekent – en ook de tweede grootste donor van humanitaire hulp aan het land is. 

Met de wijzigende situatie op het terrein zullen real-politieke afwegingen hieromtrent zich opdringen. We willen allemaal graag dat Oekraïne zijn grondgebied terugverovert op Rusland, maar is dat wel realistisch, laat staan wanneer het over de herverovering van de Krim gaat? Moet er op een bepaald moment geen vuile deal worden gesloten met het Kremlin? Is het wel in ons belang dat Poetin van de macht wordt verdreven in Rusland? Mogelijke opvolgers, zoals het hoofd van de paramilitaire Wagnergroep, Jevgeni Prigozjin, lijken zo mogelijk nog erger.

Aan de andere kant: is er geen risico dat Poetin een vredesakkoord als een grote overwinning ervaart, en moeten we dus niet gaan nadenken over manieren zijn regime te gaan straffen, om duidelijk te maken dat een territoriale expansie-oorlog niet loont? Een inbeslagname van de bevroren Russische overheidstegoeden zou misschien een passende straf zijn, maar moeten we daar niet heel erg mee opletten? Zoals Demarais in haar boek over sanctiebeleid duidelijk maakt, ondermijnen de Verenigde Staten en hun bondgenoten door de bewapening van het financieel systeem de tak waarop ze zitten.

Meest fundamenteel: hoe ver kan het Westen gaan met militair-politieke steun aan landen die worden aangevallen door buurlanden? Oekraïne is dan wel corrupt, het heeft een pro-Westerse bevolking en er is de nauwe culturele link met de Oost-Europese EU- en NAVO-lidstaten. Men kan de redenering verdedigen dat als Poetin nu geen signaal kreeg van het Westen, zijn regime vroeg of laat de NAVO zou aanvallen. Wanneer Rusland pakweg Kazachstan of Mongolië zou gaan terroriseren, zijn die elementen niet aanwezig. Ergens zullen we een grens moeten trekken, waar we aanvaarden dat het niet langer in onze macht ligt om te helpen.

Het zijn allemaal bijzonder complexe vragen waarop geen eenvoudig antwoord bestaat, maar het is wel van het grootste belang dat we ze stellen, met als concrete inzet of en in welke mate we het beleid van sancties en militaire steun blijven doorzetten. Door de gewijzigde situatie op het terrein zou dat wel eens sneller kunnen zijn dan we willen.


Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer