Wat is een hedgefund nu eigenlijk?

In Groot-Brittannië ontstond commotie toen bleek dat de Conservatieven, en in mindere mate ook Labour, miljoenen ponden aan donaties hadden gekregen van de rijkste Britse hedgefund managers. Dat riep vragen op over het toezicht op deze investeringsfondsen. Proberen ze met hun donaties te strenge regelgeving te voorkomen?

Hedgefunds halen dan wel vaak grote winsten, hun manier van werken wordt door overheden en het grote publiek regelmatig bekritiseerd. Veel mensen hebben echter geen idee van wat een hedge fund juist is en doet. The Economist probeerde die vragen te beantwoorden.

Het allereerste hedge fund werd in de jaren veertig opgericht door een zekere Alfred Winslow Jones, die een investeringsstructuur bedacht die hem toeliet op zowel stijgende als dalende prijzen te kunnen gokken. Jones liet zichzelf, gebaseerd op de resultaten, een premie betalen. 

De volgende decennia werd dit type investeringsfondsen steeds populairder. In de jaren negentig slaagde het hedgefund onder leiding van magnaat George Soros er zelfs in de Britse pond uit het Exchange Rate Mechanism, de voorloper van de eurozone, te duwen.

Recenter boekte hedgefund-manager John Paulson gigantische winsten dankzij een gok tegen de subprime kredieten die de grote financiële crisis van zeven jaar geleden veroorzaakten. 

Gokken op winst én verlies

Hedgefunds waarin eigenlijk een pot waarin verschillende belangrijke investeerders hun geld samenleggen. Met complexe strategieën en technieken proberen ze vervolgens hun winst te maximaliseren. In het begin deden ze dat door zowel te gokken op dalende prijzen (short gaan) als op stijgende prijzen (long gaan). 

The Economist geeft het voorbeeld van olieproducent British Petroleum (BP). Een hedgefund zou aandelen in dat bedrijf kunnen kopen en tegelijk gokken op een algemene daling van de olieprijzen. Daardoor bouwt het fonds een hedge of een omheining rond het risico dat wordt genomen.

Als de prijzen inderdaad dalen, zal het fonds verlies nemen op zijn belang in de olieproducent, maar tegelijkertijd winst boeken door zijn juiste gok op de prijsevolutie. Bij een stijging van de olieprijzen gebeurt het omgekeerde.

Die oorspronkelijke strategie wordt echter niet veel meer gebruikt. Tegenwoordig proberen de hedgefunds vaak winst te slaan op schattingen dat bepaalde aandelen, obligaties of nationale munten fout geprijsd zijn. Hoewel het meestal slechts om kleine prijscorrecties gaat, kunnen de winsten enorm zijn als er met massaal veel geleend geld op gespeculeerd wordt. 

Goed betaalde managers

De managers van dit type fondsen moeten, om de nodige winsten te garanderen, bijzonder vaardige beleggers en marktvoorspellers zijn. Daarmee verantwoorden ze ook hun relatief hoge premies. Gewoonlijk krijgen ze jaarlijks 2 procent op het totale kapitaal dat ze beheren en nog eens 20 procent van alle winsten die boven een bepaalde drempel uitstijgen.

De financiële crisis van zeven jaar geleden zorgde ervoor dat de hedgefunds in het vizier van de financiële autoriteiten kwamen. Tot dan toe waren ze grotendeels ontsnapt aan controles en regelgeving omdat gedacht werd dat ze geen groot risico vormden.

Tijdens de crisis werd echter duidelijk dat het gebrek aan controle en het feit dat de hedgefunds met gigantische bedragen geleend geld werken tot een domino-effect in de financiële wereld en de economie konden leiden. 

Sindsdien is het toezicht op hedgefunds strenger geworden. Bovendien boeken ze de jongste jaren gemiddeld ook geen geweldige resultaten meer. Beleggers eisen daarom steeds vaker dat de managers van deze fondsen hun hoge premies laten zakken. De hedgefunds blijven echter bijzonder populair onder investeerders, zeker nu de winsten op cash geld en overheidsobligaties zo laag zijn. 

Meer