Waarom lopen de spanningen op tussen Marokko en Algerije?

De twee Maghreb-buren kunnen veel gemeen hebben, maar ze delen ook veel meningsverschillen. Sommige dateren uit de tijd van de onafhankelijkheid en lijken niet te vervagen, integendeel.

Waarom is dit belangrijk?

Algerije heeft dinsdag aangekondigd de diplomatieke betrekkingen met Marokko te verbreken, omdat dit land ervan beschuldigd wordt een rol te spelen in de monsterbranden die Kabylië teisteren. Een beschuldiging die Rabat weerlegt. Marokko zegt dat het deze "volledig ongerechtvaardigde maar verwachte beslissing" betreurt.

Het zijn twee Maghreb-landen die een Arabisch-Berberse cultuur delen, een soennitische moslimreligie met een sterke meerderheid, en een onafhankelijkheid na koloniale beheersing van Frankrijk. Men zou dus met recht kunnen denken dat Marokko en Algerije goede betrekkingen hebben aangeknoopt, ondanks het feit dat eerstgenoemd land een koninkrijk is en laatstgenoemd land een republiek. En dat zou een grote vergissing zijn: Algiers en Rabat liggen al jaren met elkaar overhoop, om verschillende redenen die zich opstapelen en ten grondslag liggen aan hun huidige betrekkingen. Een overzicht.

De grenzen

Vanaf het moment dat het in 1956 onafhankelijk werd, hielp Marokko het Franse juk in het naburige Algerije af te werpen en diende het als uitvalsbasis voor opstandelingen. Maar toen Algerije in 1962 onafhankelijk werd, bleef de grenslijn onduidelijk, en niemand was echt tevreden met de door de Fransen vastgestelde grenslijn. De Marokkaanse koning Hassan II voelde zich aangetrokken tot het idee van een “Groot Marokko” dat een deel van de Algerijnse Sahara zou omvatten, alsmede de Westelijke Sahara, Mauritanië en zelfs het noorden van Mali.

De spanningen liepen op tot de “Zandoorlog” (september 1963-februari 1964), die aan beide zijden ongeveer 350 doden eiste en eindigde met de interventie van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE). Pas in 1972 werd de grens door onderhandelingen vastgesteld op de oude, door de Fransen getrokken grens.

Autonome regio’s

Geografische conflicten duren voort in de Westelijke Sahara, dat tot 1975 een Spaanse kolonie was en dat nog steeds geen definitieve status heeft in het internationale recht. Rabat doet zijn rechten over de regio gelden door zich te beroepen op betrekkingen en een culturele affiniteit die teruggaan tot de Middeleeuwen, maar botst met de Sahrawi-onafhankelijkheidsstrijders van het Polisario-front. Een beweging die Algerije actief steunt met wapenleveringen en instructeurs, zelfs Algerijnse strijders.

Marokko controleert ongeveer 80 procent van dit gebied, en in 1991 werd een staakt-het-vuren afgekondigd. Maar op 13 november zijn de gevechten in de bufferzone tussen Marokkaanse troepen en onafhankelijkheidsstrijders hervat en de regio blijft een gebied vol spanningen.

Aan Algerijnse zijde is het de Beweging voor de Zelfbeschikking van Kabylië (MAK) die sinds 2001 regionale autonomie eist voor deze historische regio in het noorden van het land, en zelfs zelfbeschikking sinds 2013. Hoewel de MAK alleen vreedzame acties voert met het doel de culturele eigenheid van de Kabyle te beschermen en het secularisme te bevorderen, heeft de Hoge Veiligheidsraad de groepering in mei als terroristische organisatie geclassificeerd.

De Algerijnse staat schrijft de massale bosbranden die de regio hebben geteisterd toe aan de MAK, waarbij de president tevens verklaarde dat deze beweging “steun en bijstand ontvangt van buitenlandse partijen, met name Marokko en de zionistische entiteit”, met het doel aanslagen te plegen.

Irsaël

Op 11 en 12 augustus maakte de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid zijn tweede diplomatieke reis naar Marokko om de normalisering van de betrekkingen tussen beide landen te formaliseren. Die beslissing kwam er na een onderhoud met Mohamed VI, tijdens hetwelk Lapid had aangetoond het Marokkaanse koninklijke protocol te beheersen. Want de Israëliër is van Marokkaanse afkomst, zoals veel van zijn landgenoten: 70.000 Marokkaanse joden zijn in de jaren vijftig en zestig naar Israël vertrokken, legaal en met de steun van de monarchie. Dit gemeenschappelijk cultureel erfgoed heeft de twee landen in staat gesteld hun betrekkingen nooit volledig – zo niet officieel – te verbreken, en Marokko treedt regelmatig op als gastland voor vredesonderhandelingen. Het is een van de zeldzame Arabische landen waar nog een Joodse minderheid woont (3000 mensen) en het enige land met een museum over het Jodendom.

Dit gebaar werd scherp bekritiseerd in Algerije, dat geen officiële diplomatieke betrekkingen met de Hebreeuwse staat erkent en Israëlische onderdanen de toegang tot zijn grondgebied verbiedt. De Algerijnse Republiek heeft zich krachtig verzet tegen het besluit van de Afrikaanse Unie (AU) van 22 juli om de Hebreeuwse Staat de status van waarnemer te verlenen, en heeft op 3 augustus met zes andere buitenlandse diplomatieke vertegenwoordigingen (Egypte, Tunesië, de Comoren, Djibouti, Libië en Mauritanië) een nota ondertekend waarin dit besluit wordt afgekeurd. Marokko stond, niet verrassend, eerder welwillend tegenover het besluit.

(am)

Lees ook:

Meer