Waarom het bbp geen betrouwbare indicator van de ware staat van de economie is

[PICTURE|sitelpic]Als professor Philipp Bagus het bij het rechte eind heeft en de Europese besparingen een illusie zijn, dan rest de vraag nog hoe het komt dat zo weinig economen, politici en journalisten hem volgen in zijn redenering. Bagus geeft in hetzelfde artikel de oorzaak aan: men hecht te veel aandacht aan het bruto binnenlands product (bbp), wat nochtans een gebrekkige economische indicator is.

Het bbp of bruto binnenlands product is de totale waarde (in geld) van alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd binnen een bepaalde periode. Hoewel dit een uitstekende economische indicator lijkt, geeft Bagus twee redenen waarom een lager bbp niet altijd een slecht teken is

1. Overheidsuitgaven tellen mee voor het bbp

Alle uitgaven aan overheidsprogramma’s, ook al creëren die geen enkele waarde voor consumenten op de markt of vernietigen ze zelfs economische waarde (zoals in het geval van overijverige regulerende instanties bijvoorbeeld), tellen mee in de bbp-berekening.

Staatsinstellingen en immer groeiende bureaucratieën maken ondernemers het leven moeilijker en maken toekomstige waardecreatie onmogelijk. Maar schaf ze af en het bbp gaat omlaag!

Volgens Bagus is een dergelijke (tijdelijke) daling van het bbp dan ook een goede zaak voor de maatschappij.

2. Herstructurering verlaagt tijdelijk het bbp

Wanneer de rente artificieel laag wordt gehouden en er geld in overvloed is, is er meer geld om projecten te starten die economisch geen steek houden. Een artificiële hoogconjunctuur leidt zo tot een nieuwe productiestructuur, die uiteindelijk eindigt in een laagconjunctuur en herstructurering.

Een dergelijke herstructurering – bijvoorbeeld weg van de overmoedige projecten in de Spaanse vastgoedsector – betekent dat de industrieën waar een bubbel zich manifesteerde, moeten afslanken. Dit leidt tot een lager bbp. In dit geval is een lager bbp geen teken van toenemende problemen, maar van een economische hervorming die de economie in staat zal stellen te herstellen van de artificiële bubbel.

Bagus besluit dus dat een dalend bbp in sommige gevallen een indicator kan zijn van een herstellende economie. Besparingen bij de overheid leiden (tijdelijk) tot een dalend bbp, maar tot een permanente economische heropleving. Het probleem van Europa is volgens hem dus niet dat er te veel wordt bespaard, maar net dat er helemaal niet wordt bespaard.

Meer