Wat zit achter het succes van de Verenigde Arabische Emiraten? Sterk lobbywerk, zo blijkt

De ‘Emirati’-lobby in Washington is anders dan alle andere. De pressiegroep is qua omvang een van de belangrijkste uit het Midden-Oosten en is een van de grootste geldschieters in DC. Zij is ook bijzonder succesvol: onder haar impuls immers, kregen de VAE de eerste kerncentrale in de Arabische wereld

De Middle East Monitor heeft een érg lijvige studie van nieuwssite Sasa Post geplukt over de Verenigde Arabische Emiraten en hun lobby-inspanningen op Capitol Hill. Sasa Post las en analyseerde meer dan 766 documenten met betrekking tot de VAE uit de database van het Amerikaanse ministerie van Justitie. De documenten onthullen de handelingen van de lobby en de allianties van de VAE met diverse partijen, zoals (neo)conservatieve, anti-islamistische en pro-Israëlische groeperingen in de VS. Het beeld van realpolitik domineert – wat niet noodzakelijk negatief is, overigens.

In de documenten stond dat de betalingen van de Emirati-lobby in Washington sinds 2011 zo’n 132.716.000 dollar bedroegen. Deze som werd volgens het Amerikaanse ministerie van Justitie betaald ‘in ruil voor lobbydiensten en PR-campagnes om de belangen van de Emiraten in Washington veilig te stellen’.

Business AM geeft voor u een overzicht van de interessantste bevindingen uit de studie. 

Oprichting

De oprichting van de Emirati-lobby begon slechts enkele jaren voor de komst van de zogenaamde Arabische Lente.

Een invloedrijke Emirati-lobby bestond niet vóór de benoeming van Yousef Al-Otaiba tot VAE-ambassadeur in de VS. Voordien verliepen de meeste VAE-contracten in de VS via het emiraat Dubai en zijn financiële en toeristische instellingen, hetzij om investeringsovereenkomsten te sluiten, hetzij om toeristische diensten in Dubai te promoten.

Vóór Al-Otaiba’s detachering naar Washington probeerden de VAE zes Amerikaanse havens over te nemen via de firma Dubai Ports World (DP WORLD). De Democratische senator Chuck Schumer voerde in het Congres een felle campagne om deze overname als een ‘nationale bedreiging’ voor de VS te kwalificeren. Hij slaagde erin het debat over deze zaak te veranderen in een nationale veiligheidskwestie. Het Congres lobbyde tegen de deal, die werd verdedigd door de regering van George W. Bush, maar de druk van het Congres wierp vruchten af en DP World krabbelde terug. Het was de eerste en zwaarste strijd van de Emirati lobby in de VS.

Toen de wereldeconomie in de recessie van 2008 werd gestort, kreeg Dubai te maken met zijn eigen crisis en schulden. Intussen was de invloed van Abu Dhabi’s kroonprins Mohammed Bin Zayed aan het groeien. 

De VAE lanceerden een rebranding-plan. Ze wilden zich ‘herpositioneren’ in de regio, en daarmee in Washington.

In 2008 werd de charismatische Al-Otaiba aangesteld als ambassadeur in Washington om de nieuwe visie in praktijk te brengen. Hij had al goede banden met de VS. Zo had hij school gelopen op Georgetown University, op aanraden van netwerkkennis Frank G. Wisner, toenmalig Amerikaans ambassadeur in Egypte (Al-Otaiba’s moeder is Egyptisch, red.).

In DC zette hij een rekruteringscampagne op om talent en sleutelfiguren aan te trekken die op de hoogte zijn van de werk- en denkwijze van Washington. Bij zijn inwerkperiode nam hij een groot aantal belangrijke lobbyfirma’s in dienst, waarvan sommige nu nog steeds voor Abu Dhabi werken.

Hieronder volgt een kort overzicht van de firma’s en sleutelfiguren die met Al-Otaiba hebben meegewerkt.

Sleutelfiguren

Hagir Elawad, Al-Otaiba’s assistent in Washington en een prominente figuur in de Emiratenlobby, is een Soedanees-Amerikaanse die van 2008 tot 2016 op de VAE-ambassade werkte. 

Zij heeft gelobbyd voor verschillende wapenleveranties van de VAE en heeft deze gecoördineerd. Aan het begin van Elawads carrière op de ambassade werkte ze aan het nucleaire dossier van de VAE. 

Later richtte Elawad haar eigen bedrijf op om exclusief de ambassade van de VAE te dienen, met de nadruk op politieke kwesties. Ze was pionier in de mediaoorlog van de VAE tegen Al-Jazeera in de VS, promootte de VAE en hun rol in de oorlog in Jemen en coördineerde lobbycampagnes tegen wetgeving die opriep tot beëindiging van de Amerikaanse deelname aan de oorlog. 

Elawad werkt nu als politiek adviseur voor Akin Gump Strauss Hauer and Feld (Akin Gump) en verleent haar diensten aan de VAE. 

Richard Mintz is de eerste man van Al-Otaiba en een expert in public relations en lobbyen. Mintz verschijnt niet veel op publieke evenementen, en zijn foto’s zijn zelden online te vinden. 

Tijdens zijn professionele loopbaan wisselde hij tussen het Witte Huis, het Congres en lobbyfirma’s, alvorens zich te vestigen bij The Harbour Group die Al-Otaiba in 2009 inhuurde. 

The Harbour Group is een van de belangrijkste firma’s in de VAE-lobby daar zij toezicht houdt op de complexe relaties van de lobby met Amerikaanse denktanks en de media. Ook onderhoudt ze banden met hoge Amerikaanse ambtenaren. De Harbour Group speelde een belangrijke rol in de betrekkingen van de VAE met pro-Israëlische groepen en de rechtervleugel in de VS. 

Het bedrijf, onder leiding van Mintz, heeft in Washington toezicht gehouden op andere contracten voor de VAE. Sinds 2011 bedroegen de betalingen aan het bedrijf 34.858.000 dollar. 

Akin Gump Strauss Hauer and Feld (Akin Gump), een kantoor dat in 2007 door de VAE is ingehuurd, was erg belangrijk in het nucleaire dossier van de VAE. 

Ook heeft het de Open Skies-overeenkomst tussen de VS en de VAE gecoördineerd. Het speelde een ‘prominente rol in de propagandacampagne van de VAE tegen mediabedrijf Al-Jazeera’. Sinds 2011 heeft het bedrijf 20.197.000 dollar ontvangen. Tot de meest opvallende mensen die voor de VAE werken, behoren Hal Shapiro, een Amerikaans politiek en economisch adviseur die eerder in het Witte Huis werkte, en voormalig Republikeins volksvertegenwoordiger Ileana Ros-Lehtinen, een vooraanstaand Republikein in de commissies Buitenlandse Zaken. 

Denktanks

In de afgelopen 10 jaar heeft de lobby van de VAE zich geconcentreerd op contacten met zes denktanks. Deze staan meestal een interventionistisch beleid in het Midden-Oosten voor. Hieronder volgt een overzicht van al deze centra.

  1. Washington Institute for Near East Policy (WINEP)
    De lobby coördineert bezoeken aan de Emiraten voor de onderzoekers van deze Midden-Oosten denktank. Vermeldenswaard is dat het instituut werd opgericht met rechtstreekse financiering van een van de belangrijkste takken van de pro-Israëlische lobby, het American Israel Public Affairs Committee (AIPAC). Het instituut is een voorstander van buitenlandse militaire interventie door de VS, met name tegen Iran, en bevordert de versterking van de betrekkingen van de VS met Israël.
  2. Middle East Institute
    Deze instelling heeft in 2016 en 2017 financiële donaties van de VAE ontvangen ter waarde van 20 miljoen dollar. Het heeft een filiaal in Abu Dhabi, waar de VAE voortdurend contacten mee onderhouden.
  3. Center for American Progress
    Dit onderzoekscentrum is nauw verbonden met de Democratische Partij. Het centrum ontvangt donaties van partijen die dicht bij AIPAC en de VAE staan. 
  4. American Enterprise Institute for Public Policy Research
    De lobby coördineert jaarlijkse bezoeken aan de Emiraten voor sommige van de onderzoekers van het instituut. In 2015 eerde de instelling Benjamin Netanyahu tijdens het hoogtepunt van zijn geschil met de Amerikaanse president Barack Obama over het nucleaire programma van Iran en de Amerikaanse aanpak van het Arabisch-Israëlische conflict.
  5. Center for Strategic and International Studies (CSIS)
    Een klassieke geostrategische denktank waarbij ooit Madeleine Albright en wijlen Zbigniew Brzezinski zetelden. De denktank ontvangt ‘aanzienlijke financiering’ van de VAE. 
  6. Hudson Institute
    Een onderzoekscentrum dat nauw samenwerkt met de neoconservatieven in de VS. De neoconservatieve vleugel van de Republikeinse partij was onder meer de architect van de Irakoorlog. Deze politieke filosofie propageert een interventionistische politiek in het Midden-Oosten. Het liefst willen neoconservatieven (zoals Paul Wolfowitz, Dick Cheney, wijlen John McCain) regime change voor elke dictatuur.

Het nucleaire programma van de VAE

Terwijl de Iraanse nucleaire dreiging toenam, slaagden de VAE erin de regering-Bush aan het eind van haar tweede ambtstermijn ervan te overtuigen de ontwikkeling van een vreedzaam nucleair programma van de Emiraten goed te keuren. Vervolgens ondertekenden zij in 2008 een eerste memorandum van overeenstemming om dit programma te ontwikkelen.

David Scott speelde een belangrijke rol bij de uitvoering van het memorandum van overeenstemming. Scott was een sleutelfiguur. Hij werkte voor de regering Bush als directeur voor ‘Arabische schiereiland- en Noord-Afrika-aangelegenheden’ bij de Nationale Veiligheidsraad in het Witte Huis. Nadat hij deze post had verlaten, stond hij aan het hoofd van de Emirates Nuclear Energy Corporation.

Met de komst van de regering Obama naar het Witte Huis wilde de eerste Afro-Amerikaanse president een model voor een ‘vreedzaam nucleair programma’ ontwikkelen. Dat moest een voorbeeld zijn voor de rest van de regio.

In oktober 2009 stemden de VAE in met de ontwikkeling van een vreedzaam nucleair programma. Dit deden ze nadat ze sectie 123 van de Atomic Energy Act van 1958 hadden ondertekend. Volgens deze wet moeten landen die een kernprogramma willen ontwikkelen, zich houden aan specifieke ‘vreedzame’ criteria. Zo mogen deze landen geen uranium verrijken voor de productie van splijtstof of kernenergie gebruiken in een ‘niet-vreedzame vorm’.

De overeenkomst inzake het nucleaire programma van de VAE heeft in het Congres een debat tussen voor- en tegenstanders op gang gebracht. 

Energiedeskundigen trokken de haalbaarheid van het programma in twijfel, vooral gezien de achteruitgang van de kernenergiemarkt (nog afgezien van het feit dat de VAE een land zijn waarvan de economie afhankelijk is van olie). De lobby reageerde op het verzet door te stellen dat de VAE in de toekomst met een tekort aan elektrische energie zouden worden geconfronteerd en dat het gebruik van kernenergie de toekomstige behoeften zou compenseren.

Na een aanbesteding voor de uitvoering van het project kozen de Emiraten voor de kernreactor van Korea Electric Power Corporation (KEPCO), met het ontwerp van het Amerikaanse Westinghouse 80+-systeem. 

In 2012 werd de Barakah-kerncentrale in Abu Dhabi opgericht. In september 2020 werd aangekondigd dat de reactor 50 procent van zijn productiecapaciteit zou bereiken.

De Barakah kerncentrale in constructie – isopix.be

Intussen is de reactor dus operationeel.

De volgende punten vatten de inspanningen samen van de VAE-lobby om een vreedzaam nucleair programma te ontwikkelen.

  • Het kantoor Akin Gump werkte aan de nucleaire kwestie met hulp van DLA Piper. De betalingen van de VAE voor de uitvoering van de overeenkomst bedroegen in deze periode 1,6 miljoen dollar.
  • Akin Gump zette zijn werkzaamheden na de overeenkomst voort en lobbyde bij het Congres om een Amerikaans bedrijf toestemming te geven nucleaire technologie aan de VAE te verkopen.
  • Outlook Investments, een bedrijf dat eigendom is van Abu Dhabi, huurde de Investment Diplomacy Group, eigendom van Scott, in om ‘analytische diensten’ te verlenen inzake de veiligheidspartnerschappen tussen de VAE en de VS. Er is 150.000 dollar aan de firma betaald, ‘zonder dat ook maar iets van haar activiteiten bekend is gemaakt.’
  • Het Amerikaanse bedrijf Defence International coördineerde een delegatiereis van het Congres voor een bezoek aan de VAE van 5 tot en met 8 oktober 2019. De delegatie bezocht de Emirates Nuclear Energy Corporation.
  • Als eerste reactor van de VAE die 25 procent van zijn capaciteit heeft bereikt, heeft de VAE-lobby promotiecampagnes voor de reactor op touw gezet.

Conclusie

De overwegend soennitische Emiraten hebben op erg korte tijd de kneepjes van het lobbyvak geleerd, vooral via doelgerichte investeringen. Dat heeft het land al veel interessants opgeleverd. Al speelde het het hiervoor wellicht een bedenkelijke rol in de oorlog in Jemen

Of het sjiitische Iran wel zal varen bij een sterk VAE valt echter te betwijfelen … De keuze voor een normalisering van de betrekkingen met de VS en Israël, alsook uitspraken van Al-Otaibi uit het verleden, lijken namelijk een oorlogshavik-achtige positie betreffende Iran te impliceren. Áls die Arabische NAVO er zou komen, zal de VAE er ongetwijfeld een belangrijke rol in spelen.

Door een historisch vredesakkoord met Israël te tekenen, hebben de Emiraten een machtige bondgenoot binnengehaald.

Alles welbeschouwd lijkt de lobby een stap in de goede richting voor het VAE. Zeker in het geopolitiek schaakspel dat zich het Midden-Oosten laat noemen.

(jvdh)

Meer