De Amerikaanse president gaf persoonlijk opdracht tot een bombardement ter ondersteuning van het Somalische leger. Een gebaar dat een totale mentaliteitsverandering betekent ten opzichte van Donald Trump, die dit soort beslissingen delegeerde.
Sinds zijn inauguratie is elke stap van de Amerikaanse president Joe Biden nauwkeurig onderzocht om te zien in hoeverre hij afstand neemt van zijn voorganger. Maar wat de militaire activiteiten van de VS betreft, is de Democraat niet noodzakelijkerwijs schuchterder dan Donald Trump.
Op 20 juli kondigden ginds gestationeerde VS-strijdkrachten aan dat zij een luchtaanval hadden uitgevoerd in de regio Galkayo, 700 km ten noordoosten van Mogadishu. Dit was de eerste dergelijke operatie sinds januari.
Steun voor het Somalische leger
De operatie was goed uitgevoerd, aldus Cindi King, een woordvoerster van het Pentagon: “Deze aanval werd uitgevoerd ter ondersteuning van de troepen van het Somalische nationale leger, die werden aangevallen door Shebab-strijders. Tijdens de operatie hebben geen Amerikaanse strijdkrachten de Somaliërs vergezeld, maar zij werden van op afstand geadviseerd en bijgestaan. De eerste bevindingen van het commando zijn dat bij deze aanval geen burgers gewond zijn geraakt of zijn gedood.” King heeft niet gespecificeerd welk type vliegtuig is gebruikt.
Dit soort operaties was onder Donald Trump sterk verveelvoudigd; 35 luchtaanvallen in 2017, vergeleken met slechts 15 in het jaar voor zijn verkiezing. Parallel daarmee had de vorige president ook tussen 500 en 700 militairen in Somalië ingezet om het plaatselijke leger op te leiden en te steunen in de strijd tegen de islamitische Shebab-milities.
Maar bovenal had Donald Trump alle speelruimte gelaten aan de plaatselijke functionarissen van het Amerikaanse leger om deze aanvalsmacht in te zetten, waardoor de procedures sterk verlicht werden. In Somalië, maar ook in Libië en Jemen. Aan het eind van zijn mandaat veranderde hij echter van gedachten; daarom gaf hij afgelopen december opdracht de Amerikaanse troepen uit Somalië terug te trekken en gedeeltelijk naar buurlanden te verplaatsen.
Respect voor de hiërarchie
Dit bombardement markeert het einde van de toegeeflijkheid: het was Joe Biden zelf die de uiteindelijke beslissing nam. Dit is een belangrijke nuancering, omdat het de wil aangeeft om terug te keren naar een “normale” rol van de president van de VS bij militaire acties, waarbij het uiteindelijke bevel om te vuren van bovenaf komt, in plaats van te worden gedelegeerd aan commandanten op de grond. Biden betoont zich zo een president die het Amerikaanse hiërarchische kader respecteert.
De interne situatie in Somalië lijkt er echter niet op vooruit te gaan, integendeel. Het laatste verslag van VN-secretaris-generaal Antonio Guterres over de regio spreekt voor zich: “De veiligheidssituatie bleef onstabiel, met een gemiddelde van 275 geregistreerde inbreuken op de veiligheid per maand. De Shebabs waren weer verantwoordelijk voor de meeste van deze incidenten. Zij pleegden vooral blitzkrieg-aanvallen, alsmede aanvallen met geïmproviseerde explosiemiddelen. De minister heeft het ook over een “dramatische toename van zelfmoordaanslagen”.
Lees ook:
