Laat ons eerlijk zijn: de grote rentreereceptie van Voka zou een thuismatch moeten geweest zijn voor De Wever, de man die ooit verklaarde dat de Vlaamse werkgeversorganisatie “zijn echte baas” was.
- Moderator Linda De Win had dat goed begrepen. Toen ze Conner Rousseau (Vooruit) introduceerde, zegde ze er meteen bij “dat die haar gezegd had dat hij vandaag geen zieltjes zou winnen”, maar “geef die jongen een kans”, zo gaf ze het publiek meteen een knipoog mee. En het moet gezegd: Rousseau bracht het er meer dan behoorlijk van af.
- Dat had misschien ook met de afwezigheid van Peter Mertens (PVDA) te maken, die naar Voka met plezier zijn kat stuurde (“een schooldebat” ging voor), waardoor Rousseau geen linkse adem in de nek had. En met De Wever, die systematisch het conflict zocht, en vond, met Almaci, eerder dan met Rousseau.
- Nieuw is dat niet, dat groenen en Vlaams nationalisten het verst van elkaar staan, maar het was wel heel opvallend, een gezocht conflict bijna van De Wever, die je geen debattechieken moet leren. Op moment dat De Win fysiek op het podium bij Almaci kwam staan, stelde Almaci dat het “fijn is dat u aan mijn kant komt staan, over klimaat en energie”. “Da’s toch één iemand dan”, duwde De Wever er snel tussen in zijn micro, waarmee hij een lachsalvo scoorde.
- Almaci stond niet bepaald voor haar natuurlijke achterban, maar trok zich daar weinig van aan. Integendeel, ze lanceerde een stevige aanval op Jan Jambon en zijn Vlaamse regering, ook al kwam de minister-president vlak na het debat plechtig zijn speech debiteren. “Ik mis de ambitie om samen de moeilijke keuzes te nemen (…) De kosten van de schade van de klimaatverandering beginnen nu al veel zwaarder te worden dan de investering en de grootste hefbomen liggen regionaal”.
- De Wever ging gretig op de uitnodiging in, en trok de schuif kernenergie open, “de olifant in de kamer”, en steeds vaker een thema dat een zaal stevig kan verdelen. Daarbij citeerde hij gretig Tinne Van der Straeten (Groen), de huidige Vivaldi-minister van Energie, die in 2009 nog stelde dat het sluiten van vijf kerncentrales in 2025 “zomaar betekent dat we kaarsjes zouden kunnen aansteken, geen e-mail meer, en wie weet BASF dat in de lucht vliegt”.
- Het gehakketak leek vooral De Wever te doen winnen, hij hield in elk geval de lachers stevig op de hand. Op het eind, toen het debat bijna gedaan was, volgde nog een laatste heftige, zelfs wat emotionele uithaal van Almaci naar de N-VA-voorzitter: “U zat zelf 17 jaar lang in de meerderheid. Ik heb het moeilijk met hoe u anderen de les spelt over wat u zelf niet hebt gedaan.” Moderator De Win probeerde het debat neer te leggen, De Wever stelde droog “van mij mag het stoppen” aan het adres van Almaci.
- Opvallend, naar Rousseau toe was de N-VA-voorzitter ook hard. Misschien wat té hard, waarna de socialist wel uitgebreid excuses kreeg. Dit keer ging het over de pensioenen: de Vooruit-baas wees erop dat hij “de voorstellen van Karine Lalieux (PS) gretig zou bestuderen met expert Frank Vandenbroucke (Vooruit)”, op moment dat ook hij eindelijk de teksten zouden krijgen.
- Daarop ging De Wever fors door over Vandenbroucke, die ooit voor zowel een bonus als malus in het pensioensysteem had gepleit. “Als er een malus in dat plan staat, dan eet ik mijn hoed op.” Nochtans is die malus nodig, anders is het “verloren geld hé, dat is geld in brand steken”, zo stelde hij, een pijnlijke verwijzing naar Vandenbroucke, die ooit als SP-voorzitter beval in de Agusta-affaire om zwart geld te verbranden. Haast meteen volgde een “sorry, dat was niet de bedoeling”, aan het adres van Rousseau, met ook na het debat uitgebreide excuses. Anders dan met de groenen, moet met de socialisten nog zaken gedaan worden in de toekomst, gelooft men bij N-VA: zoveel is wel duidelijk.
- Ook genoteerd: tussen Open Vld en N-VA bleef het relatief rustig. Hoewel Egbert Lachaert en De Wever geen contact meer hebben sinds de vorming van de federale Vivaldi-coalitie, was er geen sprake van overmatige vijandigheid op het podium. Meer zelfs, voor dit publiek waren beiden het bijzonder vaak eens: op sociaaleconomische dossiers staan beide partijen, in theorie, erg dicht tegen elkaar.
- Lachaert haalde op het podium vooral nog eens uit naar de PS, zijn federale coalitiepartner. In het pensioendossier zijn duidelijk kneuzingen opgelopen: “De methode, om als minister eerst naar de pers te lopen, zonder dat de coalitiepartners de plannen zien, dat is toch zeer bijzonder”, zo stelde hij. Maar had hij dan niet zelf de lont aangestoken, wilde De Win weten. “Ik ben een partijvoorzitter, ik mag standpunten innemen, onze lijn verdedigen. Maar als minister is het heel bizar om dat te doen. En ook het signaal dat men dan geeft? Dit is niet de manier van werken.”
- Enkel op vlak van de kernenergie nam Lachaert de handschoen op, om expliciet het Vivaldi-beleid te verdedigen. “We gaan eindelijk, na jaren van aanslepen, nu duidelijkheid en rechtszekerheid bieden aan iedereen. Die komt er binnen twee maanden”, zo stelde hij.
- Dat leverde hem forse kritiek op van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken: “U bent 22 jaar aan de macht, en nu doet u alsof u nog maagd bent? U had al die tijd om dat dossier te regelen.” Het viel wel op: de Vlaams Belang-leider kwam maar moeilijk in het debat. Hij vatte dat zelf als volgt samen: “Het is hier precies de echte Villa Politica, daar worden wij ook nooit uitgenodigd.”
- Joachim Coens (CD&V) ten slotte vierde op het podium noodgedwongen zijn verjaardag, maar dat leek hem weinig te deren. Hij was duidelijk goedgezind, en zorgde voor de lichte noot tijdens het debat, maar anders dan De Wever niet ten koste van collega-voorzitters, maar eerder zijn eigen ministers: “Is Hilde in de zaal? Ze ging komen”, zo stelde hij, toen het over het dossier Werk ging. “Ik zie hier Vincent Van Peteghem, ik zie hier Sammy Mahdi, ik zie hier Benjamin Dalle. Maar u weet, zij heeft altijd gelijk, dat is duidelijk”, zo stelde hij met de knipoog.
Met bijdragen van Emma Maréchal.