Tijdens de tweede lockdown werden bijna 30 procent minder contracten van onbepaalde duur afgesloten. Volgens hr-dienstverlener Acerta ondervinden vooral jongeren die pas afgestudeerd zijn daarvan de gevolgen.
In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar tekenden 28 procent minder werknemers een nieuw contract van onbepaalde duur tussen oktober en december 2020, de tweede lockdown. Dat blijkt uit een analyse van gegevens van 40.000 bedrijven uit de privésector. Over het volledige jaar 2020 zijn er gemiddeld zo’n 20 procent minder contracten van onbepaalde duur gesloten dan in vorige jaren. ‘De arbeidsmarkt is sinds de tweede lockdown voor een stuk bevroren’, beschrijft Acerta de situatie.
‘Coronageneratie meer kansen geven’
Vooral pas afgestudeerde jongeren worden door die terugval getroffen. Zo merkt Acerta over heel 2020 een daling van 26,5 procent bij jongeren tussen 20 en 25 jaar tegenover 2019. Bij jongeren onder de 20 jaar is die daling nog ruim 10 procent groter.
Acerta benadrukt dat bedrijven zich geen zorgen hoeven te maken om jongeren uit die ‘verloren coronageneratie’, en roept op om zowel min-twintigers als jonge twintigers meer jobkansen te geven. ‘Eens ze op de arbeidsmarkt zijn, komen ze zeker op hun pootjes terecht’, stelt Nele Ronsmans, senior consultant bij Acerta.
Ze roept ondernemingen verder op om regelmatig hun ‘generatierekening’ te maken: ‘Het blijft voor ondernemingen belangrijk om op tijd ouderen-uitstroom op te vangen door jongeren-instroom’, verklaart ze.
Werknemers vertrekken vaker zelf
Ten slotte toont het rapport aan dat er in 2020, sinds de coronacrisis, 12,5 procent minder mensen bij een werkgever zijn vertrokken in vergelijking met vorige jaren. Ook hier springen vooral jongeren in het oog, maar dan in positieve zin: bij werknemers onder 25 jaar is de daling het grootste. Opvallend is ook dat tijdens de eerste maanden van de pandemie vooral de werkgevers mensen ontsloegen, maar dat daarna vooral de werknemers het initiatief namen.