Isabel Schnabel is een Duitse econoom die momenteel lid is van de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB). Midden september beweerde ze “dat er niet de geringste aanwijzing was dat het huidige monetaire beleid zou leiden tot een blijvend hogere inflatie dan twee procent”. Dinsdag maakte ze als eerste binnen de ECB een U-bocht.
Het waren vooral de media die voor paniek zorgden. Want “zonder enige verklaring zouden die de angsten van de mensen versterken” door hun berichtgeving over de ontwikkeling van de inflatie, zei Schnabel.
70 dagen later is de realiteit de volgende:
- De inflatie in de eurozone bedraagt momenteel 4,1 procent.
- De inflatie in Duitsland bedraagt 4,5 procent.
- In de VS, na China de belangrijkste handelspartner van de EU, wordt de inflatie momenteel door het Bureau of Labor Statistics op 6,2 procent geschat.
Dinsdag corrigeerde Schabel, die ook hoogleraar financiële economie aan de Universiteit van Bonn is, haar standpunt.
Niet door excuses aan te bieden of toe te geven dat ze fout zat.
Schnabels beperkte voorspellingsvermogen
In een interview met het persbureau Bloomberg zegt ze dat ze het weliswaar aannemelijk acht dat de inflatie op middellange termijn onder het streefcijfer van twee procent van de ECB zal dalen. Maar dat “de inflatierisico’s overhellen naar de opwaartse zijde”.
Zoals Carsten Brzeski van ING laat opmerken is het de eerste keer dat een ECB-bestuurslid gas terugneemt inzake ‘tijdelijke inflatie’. Voor hem ook een aanwijzing dat de ECB bij haar vergadering in december het afbouwen van de stimulusmaatregelen zal aankondigen.
In tegenstelling tot september geeft Schnabel later in het interview ook haar eigen beperkte voorspellingsvermogen toe. “Ik denk niet dat we echt kunnen zeggen wat er zal gebeuren op basis van de huidige gegevens”.
(jvdh)