Volgende generatie elektrische auto’s laadt op een kwartier op

De volgende generatie elektrische auto’s zal voor het opladen van zijn batterijen nog slechts dezelfde tijd nodig hebben als de gemiddelde tankbeurt in een klassiek benzinestations. Dat staat in een aankondiging van het onderzoeksproject FastCharge, een samenwerkingsverband van de Duitse bedrijven Allego, Phoenix-Contact, Porsche, BMW en Siemens. Er blijven echter nog wel een aantal knelpunten.

Gewag wordt gemaakt van een oplaadstation met een vermogen van 450 kilowatt, waarmee een elektrische auto op drie minuten tijd voldoende energie kan opslaan om een verdere afstand van honderd kilometer af te leggen. Een volledige oplaadbeurt zou vijftien minuten in beslag nemen.

Prototype

Om de technologie uit te testen heeft FastCharge een prototype van zijn supersnel laadstation gebouwd in Jettingen-Scheppach, een stad in de Duitse deelstaat Beieren. Ian Ellerington, hoofd technologieoverdracht bij de Faraday Institution, stelde in een reactie dat de oplossing van FastCharge aanzienlijk superieur is aan de technologieën die momenteel beschikbaar zijn.

“FastCharge is aanzienlijk sneller dan de Supercharger van Tesla, die een vermogen van 120 kilowatt kan produceren,” aldus Ellerington. “Bovendien zou de oplossing van het Duitse consortium in principe tien keer sneller moeten zijn dan de snelladers die momenteel overal verkrijgbaar zijn.”

Lange laadtijden vormen één van de grootste nadelen van de elektrische wagens die momenteel op de markt zijn. Er moet op grotere afstanden immers rekening worden gehouden met beduidend langere reistijden, terwijl autobezitters met grote ongemakken worden geconfronteerd indien ze geen mogelijkheid hebben om de batterij thuis op te laden.

“De volgende generatie oplaadstations zal dat probleem echter kunnen helpen oplossen,” beklemtoont Ellerington. “Vanaf het ogenblik dat men beschikt over een vermogen van 350 kilowatt, kost het opladen van elektriciteit evenveel tijd als een tankbeurt met benzine. Daardoor komen ook langere trajecten in het bereik van de elektrische wagens.”

Nieuwe modellen

FastCharge kon rekenen op een subsidie van 7,8 miljoen euro van het Duitse ministerie van transport en digitale infrastructuur. Ellerington waarschuwt echter dat er nog meer ontwikkelingswerk nodig is om van oplaadstations van 450 kilowatt een praktische optie te maken. “Onder meer zal moeten worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van auto’s die dit volume elektriciteit kunnen opnemen,” benadrukt hij.

“Op dat ogenblik zal een belangrijk stuk van de puzzel kunnen worden aangereikt. Momenteel zijn er wellicht geen wagens op de markt die aan de gestelde vereisten voldoen. Ook Porsche en BMW hebben voor de opstart van FastCharge speciale modellen moeten bouwen.”

Volgens Keith Pullen, professor energiesystemen aan de City University of London, gaan met supersnelle oplaadbeurten nog een aantal andere problemen gepaard. “Wanneer men een batterij aan een grote snelheid oplaadt, wordt de efficiëntie van de technologie ondermijnd, terwijl ook de batterij beschadigd dreigt te worden,” aldus Pullen.

“De technologie kan nuttig zijn in een noodgeval, maar een frequent gebruik zou de batterij snel verslijten. Bovendien moet men ermee rekening houden dat supersnelle laders grote hoeveelheden elektriciteit vereisen. Een station met twintig laadinstallaties zou ongeveer 6 megawatt elektriciteit verbruiken. Dat is evenveel als een gemiddelde kleine stad.”

“Een dergelijk netwerk kan niet zomaar worden uitgerold,” oppert Pullen. “Er zal daarvoor zwaar in infrastructuur moeten worden geïnvesteerd.”

Meer