De wereld staat momenteel dichter bij nucleaire oorlog dan op enig ander moment sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Die waarschuwing komt van Renata Dwan, hoofd van het United Nations Institute for Disarmament Research (Unidir). Ze benadrukt daarbij dat de dreiging van een wereldwijd nucleair conflict een urgent probleem is. “De traditionele afspraken rond wapenbeheersing zijn uitgehold en onderhandelingen rond ontwapening raken steeds meer in een impasse,” voert Dwan aan. Volgens haar hebben ook de media momenteel onvoldoende aandacht voor die dreiging.
“Het landschap van de wapenbeheersing kent een duidelijke verandering,” zegt Renata Dwan. “Dat is mede het gevolg van de toenemende strategische concurrentie tussen de Verenigde Staten en China. Bovendien zijn momenteel alle kernmachten gestart met een modernisering van hun militaire nucleaire arsenaal.”
Groeiende bezorgdheid
Volgens het magazine The Week onderstreept de boodschap van Dwan de groeiende bezorgdheid onder experts en leiders over de bedreigingen van de nucleaire wapenwedloop. Zij wijzen naar de spanningen tussen de Verenigde Staten en Noord-Korea, maar ook de moeilijke verhouding tussen India en Pakistan. “Bovendien hebben de Verenigde Staten en Rusland nog altijd een groot arsenaal kernkoppen op elkaar gericht,” aldus The Week.
Sceptici wijzen er anderzijds op dat slechts een keer in de geschiedenis kernwapens zijn ingezet. Dat gebeurde bij de bombardementen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki op het einde van de Tweede Wereldoorlog atoomwapens. Dat is meer dan zeventig jaar geleden.
Wereldwijd beschikken negen landen over een kernwapen. De eerste categorie bestaat uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Rusland, Frankrijk en China. Deze landen bouwden de eerste generatie atoombommen. Meer dan vijftig jaar geleden ondertekenden zij echter het Non-Proliferation Treaty (NPT), waar afgesproken werd de technologie niet verder te verspreiden.
De tweede groep bestaat uit Israël, India, Pakistan en Noord-Korea. Zij negeerden het verdrag en maakten hun eigen wapens. Tenslotte wordt inmiddels ook steeds meer gesproken over de nucleaire ambities van Iran. Samen bezitten de negen kernmachten momenteel een arsenaal van ongeveer 14.500 kernkoppen. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog in de tweede helft van de jaren tachtig van de voorbije eeuw werden ongeveer 70.300 kernwapens geteld.
Ratificatie
Om de toenemende vrees voor nieuwe conflicten werd bijna twee jaar geleden bij de Verenigde Naties de Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons aangenomen. Dat verdrag kreeg de steun van 122 naties. Op dit moment is het verdrag in drieëntwintig landen geratificeerd. Er zijn vijftig ratificaties nodig om het verdrag in werking te laten treden. Tegenstanders zijn de Verenigde Staten, Rusland en de andere kernmachten.
De meeste experts zijn het erover eens dat de kans op een kernoorlog klein blijft. “Toch moet men beseffen dat pogingen tot wapenbeheersing – vooral tussen de Verenigde Staten en Rusland – zijn mislukt,” zegt Nikolai Sokov, een voormalig Russisch onderhandelaar. “Alles wijst erop dat vooral in Europa opnieuw een wapenwedloop – zowel met een conventioneel als nucleair arsenaal – dreigt.”
De experts wijzen daarbij naar Rusland, dat zich heel ongemakkelijk voelt met de aanwezigheid van het westerse militaire bondgenootschap Navo aan zijn grenzen. Sommigen vrezen zelfs dat de Russische president Vladimir Poetin een invasie van een Baltische staat zou kunnen overwegen.
“De Baltische staten behoorden vroeger tot het grondgebied van de Sovjet-Unie,” verduidelijken de experts. “Vandaag zitten zij in de westerse invloedssfeer. Ze zijn ook lid van de Europese Unie en de Nato. Een inval in een Baltische staat zal automatisch de Verenigde Staten in stelling brengen. Dat zou tot een zwaar conflict tussen de Verenigde Staten en Rusland kunnen leiden. Daarnaast moet men ook rekening houden met de uitdagende houding van Pakistan en Noord-Korea. Ook daaruit kunnen gevaarlijke conflicten groeien.”
Gezond verstand
De experts wijzen er wel op dat zowel Rusland als China duidelijk benadrukken dat ze hun kernwapens nooit als eerste zullen inzetten. Dat arsenaal zou alleen worden gebruikt als reactie op een nucleaire aanval van een andere partij. Van de vijf grote kernmogendheden hebben trouwens alleen de Verenigde Staten nooit uitgesloten als eerste een kernwapen te zullen inzetten.
“Veel is dan ook afhankelijk van de houding en het gedrag van de Amerikaanse president Donald Trump,” benadrukken de waarnemers. “Uit een peiling vorig jaar bleek dat 52 procent van de Amerikanen bang was dat hun president zonder reden een kernaanval zou lanceren.”
Volgens sommige analisten zal veel afhangen van de verdere evolutie in de betrekkingen tussen China en de Verenigde Staten, die immers als machtscentra steeds meer in een concurrentiële positie komen.
“Maar gezond verstand kan mogelijk zegevieren,” zeggen ze nog. “De wapencontrole gaat vooruit als reactie op de toenemende publieke druk. Mogelijk zal de menselijke humaniteit uiteindelijk zwaarder doorwegen dan wapenhandelaars en oorlogszuchtige wereldleiders.”