Het familiebedrijf Zoutman boekte afgelopen jaar zo’n 46 miljoen euro omzet, waarvan het nu 30 miljoen spendeert aan een ‘zouttoren’ in Gent om de productie verder op te voeren.
Zoutman is een familiebedrijf in de Gentse haven dat zeezout verwerkt tot korrelgroottes van verschillende formaten. Die worden gebruikt in voeding, zwembaden, vaatwasproducten en nog veel meer. In tegenstelling tot grote concurrenten als het Duitse K+S, haalt het zijn zout niet uit ondergrondse mijnen, maar uit Australië en de Caraïben.
“In zout zit bijna altijd E535 of E536, een additief dat er voor zorgt dat zout niet klontert, ook niet in een vochtige omgeving. Het maakt dat je busje zout na een jaar nog altijd goed strooit. Ook voor voedingsbedrijven die zout bijmengen in hun productieproces is dat cruciaal. Als hun zoutdoseermachines verstopt raken, valt de hele productielijn stil”, legt Bert Lamote, co-CEO van het bedrijf, uit aan De Tijd.
Zoutman is echter niet afhankelijk van additieven. Het bedrijf zegt dat het zout dat het produceert op natuurlijke wijze minder snel klonters vormt. Volgens Lamote is er in de voedingsindustrie steeds meer vraag naar producten zonder E-nummers. “Iets wat wij nu op internationale schaal kunnen bieden”, klinkt het.
Door zijn import elders te halen en de productie anders aan te pakken, is het Gents bedrijf koploper binnen de industrie geworden: terwijl de zoutmarkt met 2 procent per jaar groeit, zet Zoutman stijgingen van 10 procent neer. Het boekte vorig jaar een nettowinst van 3,6 miljoen euro en maakte plaats voor 100 nieuwe jobs.
De ‘Zouttoren’ van Gent
De nieuwe fabriek van Zoutman is zo’n 64,5 meter hoog en zal in de loop van volgend jaar starten. Daarbij zullen 40 nieuwe jobs ontstaan die de productie van 150.000 ton zout per jaar mee moeten verwezenlijken. Dat brengt – samen met de site in Roeselare – de totale productiecapaciteit van het bedrijf op zo’n half miljoen ton (exclusief strooizout).
“We worden de grootste zeezoutverwerker van Europa. En we hebben ruimte om de nieuwe fabriek in Gent nog te verdubbelen”, vertelde Lamote aan De Tijd. “Ons doel is dat in de komende tien jaar te realiseren. De voorbije twintig jaar hebben we 50 miljoen euro geïnvesteerd, nu doen we 30 miljoen in één keer. Dat is toch redelijk stevig, zeker in de huidige woelige tijden. De eigenaars hebben een drive om te groeien en zijn bereid risico’s te nemen”, klinkt het.
Algemeen zoutgehalte daalt
Veel van Zoutmans zout is daarom ook terug te vinden in de supermarkten. Naast chips, Pringles en zoute nootjes, leveren ze ook voor wienerschnitzels, brood, kaas, boter en gerookte zalm.
Dat zout steeds meer in een slecht daglicht wordt geplaatst als boosdoener voor de gezondheid, ligt Lamote niet van wakker. “Alle voedingswaren hebben op een of andere manier zout nodig”, zegt hij.
“Ja, het zoutgehalte in veel voeding vermindert. Wij zijn daar niet tegen. Té is nooit goed. Een evenwichtige voeding is van belang. Maar we zijn niet bang van de antizoutlobby, want zonder zout kan je gewoon niet overleven. En de bevolking groeit, dat speelt ook in ons voordeel.”
(as)