Vanaf 1 tot 12 november wordt in Glasgow de langverwachte COP26 gehouden. Alle landen van de wereld komen opnieuw samen om hun streefcijfers voor de uitstoot van broeikasgassen naar boven bij te stellen. Dit is het eerste echt fundamentele moment sinds de ondertekening van het historische akkoord van Parijs, waarin de landen beloofden de gemiddelde mondiale temperatuurstijging tegen het einde van de eeuw niet meer dan 2°C – zo niet 1,5°C – te laten bedragen.
De COP26 is na een jaar uitstel eindelijk begonnen. Dat uitsteljaar mag op het eerste gezicht wel lijken op kostbare tijdverspilling, in realiteit is het minder ernstig. Tijdens de pandemie is de uitstoot van broeikasgassen even aanzienlijk gedaald, volgens schattingen tussen ongeveer 6 en 9 procent. Aangezien de uitstoot van broeikasgassen elk jaar met 7,6 procent zou moeten dalen om in 2050 tot een netto-uitstoot van nul te komen, kunnen we stellen dat we het uitsteljaar van COP26 hebben gecompenseerd met deze – weliswaar uitzonderlijke – daling van de uitstoot.
Daarnaast was er nog een gebeurtenis die de hoop in klimaatambitie nieuw leven heeft ingeblazen, de verkiezing van Joe Biden in de herfst van 2020. Hij trad onmiddellijk weer toe tot het Parijsakkoord, waaruit zijn voorganger Donald Trump was uitgestapt. Biden is vrij serieus begonnen met het opzetten van een klimaatbeleid dat een mogelijk cascade-effect heeft gehad in de rest van de wereld. Niet lang daarna volgden de aankondigingen van China en de toezeggingen van Europa, maar ook van Japan, Canada en het Verenigd Koninkrijk.
Ten slotte zal ook het eerste deel van het zesde IPCC-rapport (het Intergovernmental Panel on Climate Change) dat op 9 augustus is uitgebracht, beschikbaar zijn voor de onderhandelingen. Het document bevestigt, in een notendop, dat de opwarming veroorzaakt is door de mens. Verder geeft het rapport, met bijzondere aandacht voor de plaatselijke realiteit, de mogelijke scenario’s aan voor de vermindering van de emissies met een duidelijke en ondubbelzinnige basisboodschap: de tijd dringt.
Hier zijn de hoofdpunten van de COP26, samengevat in een aantal grafieken.
Veilige en wereldwijde netto-uitstoot nul tegen het midden van de eeuw en 1,5 graden opwarming binnen bereik houden
De landen wordt gevraagd om tegen 2030 ambitieuze emissiereductiedoelstellingen (NDC’s) op te zetten die in lijn liggen met het bereiken van netto nul tegen halverwege deze eeuw. Om deze ambitieuze doelstellingen te verwezenlijken, moeten landen de geleidelijke afschaffing van steenkool versnellen, investeringen in hernieuwbare energie, ontbossing tegengaan en overschakelen op elektrische voertuigen.
Aanpassen om gemeenschappen en natuurlijke leefgebieden te beschermen
Het klimaat is al aan het veranderen en het zal voorlopig blijven veranderen, zelfs als we de uitstoot verminderen. Tijdens de COP26 moeten we samenwerken om landen die door de klimaatverandering worden getroffen, te helpen. Alleen op die manier worden de getroffen landen aangemoedigd om ecosystemen te beschermen en te herstellen, verdedigingswerken aan te leggen, waarschuwingssystemen in te voeren en infrastructuur en landbouw veerkrachtiger te maken om verlies van huizen, bestaansmiddelen en levens te voorkomen.
Financiële middelen vrijmaken
Om onze eerste twee doelstellingen te verwezenlijken, moeten de ontwikkelde landen hun belofte nakomen om minstens 100 miljard dollar per jaar aan klimaatfinanciering te doneren. Internationale financiële instellingen moeten hun rol spelen en we moeten werken aan het vrijmaken van de biljoenen aan particuliere en overheidsfinanciering die nodig zijn om wereldwijd netto nul te bereiken.
Samenwerking om resultaten te behalen
We kunnen de uitdagingen van de klimaatverandering alleen aangaan door samen te werken. Op COP26 moeten we de laatste hand leggen aan het Paris Rulebook (de regels die nodig zijn om de Overeenkomst van Parijs uit te voeren). En we moeten onze ambities omzetten in daden door de samenwerking tussen regeringen, bedrijven en het maatschappelijk middenveld te versnellen om de klimaatdoelstellingen sneller te verwezenlijken.
(jvdh)