Maggie De Block (Open Vld) hoopt erop dat er snel een regering komt. ‘Maar die moet goed samengesteld zijn: een ploeg die vertrouwen in elkaar heeft. Die niet al kibbelend in de Wetstraat 16 binnen en buiten gaat.’ En ook opvallend, voor haar eigen partij ziet de huidige ondervoorzitter van Open Vld geen graten in nieuw leiderschap aan de top. ‘Een goeie kandidaat, iemand met maturiteit, de juiste carrure om voorzitter te zijn’, zo omschrijft Maggie De Block (Open Vld) kandidaat-voorzitter Bart Tommelein.
‘2019 was een moeilijk jaar. Het was ontzettend druk. Want eigenlijk heb ik er een derde departement moeten bijnemen vanaf eind december 2018.’
Dat was in lopende zaken?
‘Lopende zaken enerzijds, maar nog veel werk te doen anderzijds. Veel zaken die we dan toch in het parlement nog afgehandeld hebben, want alles wat al voorbij de ministerraad was, mocht nog naar het halfrond komen. Maar het is moeilijker werken, je bent altijd terug aan het onderhandelen. En toen kwamen er de verkiezingen natuurlijk. Plus dan daarna terug die rare periode waar we eigenlijk nu nog altijd in zitten. ‘Wat gaat het worden’? ‘Wanneer gaat er onderhandeld worden’? Dus dat was eigenlijk een ingewikkeld jaar.’
Misschien moeten we het even in stukken knippen. U hebt in het begin van het jaar een erfenis gekregen, onder andere van Theo Francken (N-VA), waar u echt mee geworsteld hebt? Hoe was dat?
‘Wel, op Asiel en Migratie was er een verzadiging van het opvangnetwerk van 98 procent, dus dan staat het water aan de lippen. Daar moesten heel veel initiatieven genomen worden. Dan bleek dat er ook een behandeltijd van dossiers van liefst achttien maanden was. In plaats van de streefdatum van zes maanden. Dus daar moest ik veel volk bij zetten, in de administratie en mensen blijven ook langer in opvang, dus daar was ook een versterking nodig.’ ‘Ik ben met mijn plan van aanpak in februari naar de ministerraad gegaan om op die administraties meer dossiers te kunnen laten behandelen. En zo de mensen minder lang in opvang te laten blijven. En nu begint dat te renderen.’
Pas nu is daar eigenlijk effect?
‘Pas vorige maand en de maand ervoor is er effect, omdat die mensen natuurlijk moeten opgeleid worden, die moeten gerekruteerd worden. Dat is via Selor, en dan nog een extra opleiding. Voor het Commissariaat-Generaal is dat zes maanden, voor ze zelf een beslissing kunnen nemen. Dus dat is voor mij toch wel een beetje spannend geweest.’
‘Ik heb op voorhand gezegd: Ik zal het alleen slechter kunnen doen dan in 2014′
Dat was besturen. En vervolgend die verkiezingen: niet echt positief, maar ook geen ramp? Of hoe moet ik het zien?
‘ Ja, ik wist dat het zeer moeilijk ging zijn.’
Voor u persoonlijk bijna onmogelijk om dezelfde score als 2014 te halen?
‘Ik had vorige keer een resultaat dat je, denk ik, maar één keer in je leven haalt. 25 procent van de stemmen voor de Kamer in mijn kieskring.’ ‘En nu was er het Vlaams Belang en dan Theo Francken (N-VA). Theo was vergeten van de ene dag op de andere op dat departement. Hij had er toch een boeltje van gemaakt…’
‘Ik heb op voorhand gezegd: als het gaat over of ik het beter kan doen dan in 2014, dan hoef ik niet mee te doen aan de verkiezingen. Ik zal het alleen slechter kunnen doen. En dat is ook zo geweest. Ik heb nog wel het tweede beste resultaat van de Kamer van heel partij, in percentage, na Alexander De Croo. Maar als je dan ziet naar je aantal voorkeursstemmen, dan is die monsterscore van vorige keer tot een derde gereduceerd.
Wat doet dat met een mens?
‘Ik wist wel op voorhand dat ik die monsterscore niet meer ging halen. Ik vond wel dat ik een goed beleid had gedaan in moeilijke omstandigheden, budgettair. Wat doet dat met een mens als hij langs alle kanten wordt belaagd? Natuurlijk, je bent echt de roos die ze moeten schieten als je zo’n hoog resultaat hebt gehad, dus ik kan dat allemaal wel relativeren. Ik ben dankbaar voor de meer dan 40.000 mensen die wel voor mij gestemd hebben.’
‘Voor de politici is het toch beter dat zij het vertrouwen geven aan hun onderhandelaars en zelf een beetje bescheiden zijn in het twittergedrag en de opmerkingen’
Nu zitten we federaal wel in een impasse. Maak eens de analyse van wat daar kan gebeuren.
‘Hoe we daaruit kunnen geraken? Niet op de manier waarop we nu bezig zijn. Dat is dan het feit dat er getwitterd wordt door een beetje iedereen die eigenlijk daar niet echt aan de tafel zit voor de informatiegesprekken. Daar moet discretie zijn. Voor de politici is het toch beter dat zij het vertrouwen geven aan hun onderhandelaars en zelf een beetje bescheiden zijn in het twittergedrag en de opmerkingen. Anders heeft het daar geen schijn van kans om tot een compromis te komen. En dat compromis zal er toch moeten komen.’ ‘Als we tot een federale regering willen komen, dan moeten wij informateurs hebben die een draagvlak kunnen creëren op basis van de getuigenissen die zij krijgen. Zij praten nu nog met tien partijen, dus daar zullen afvallers zijn.’
Alweer opnieuw met tien partijen?
‘Terug met tien partijen, we kunnen het niet volgen. Maar het feit dat wij van die twee informateurs tot nu toe weinig horen van lekken of reacties, dat is misschien toch een beter teken.’
Er zijn natuurlijk wel verklaringen geweest van PS, van N-VA. We kunnen niet zeggen dat het echt een serene sfeer is.
‘Ik begrijp dat niet goed, maar dat is actie en reactie. Alleen, de grootste partijen die eigenlijk toch heel belangrijk zijn om een mogelijke as te bouwen, dat zijn de PS en de N-VA. Die zouden toch eigenlijk vertrouwen in hun mensen, in hun onderhandelaars moeten hebben en daar een beetje op de achtergrond blijven. In plaats van elkaar dag en nacht te zitten jennen met van alles en nog wat. Ik weet niet waar we daarmee gaan geraken.’
Het is niet om vrolijk van te worden.
‘De mensen zijn echt kwaad. Die begrijpen dat niet. Als ze ons zien, dan zeggen ze: ‘Wat gebeurt daar in Brussel?’ Nu hebben wij verkiezingen gehad, nu hebben wij zo veel tijd gehad, bijna meer dan een half jaar voor de verkiezingen een regering in lopende zaken. En na verkiezingen, terug zes maanden. We zijn al meer dan een jaar kwijt in feite.’
Ook uw eigen partij is op een gegeven moment midden in die discussie geraakt. Er waren een aantal mensen die zeiden: ‘We moeten misschien de oplossing via paars-groen zoeken’. Een aantal heeft zich daar heel hard tegen verzet. Hoe hebt u dat meegemaakt?
‘Dat was een bizarre discussie, want dat was gewoon niet aan de orde. Wij hebben altijd gezegd: we gaan op basis van de inhoud beslissen of wij mee in een verhaal gaan, in een nieuwe regering gaan. Maar wij zijn niet aan zet. Wij moeten uitgenodigd worden, daar moeten voorstellen op tafel liggen. Inhoudelijk, vooral het sociaaleconomisch programma, maar ook over de fiscaliteit. Zeker het dilemma van hoe gaan we uit die financiële put geraken en wanneer?’ ‘Dat was en is voor ons allemaal belangrijk. Plus, een aantal ethische zaken ook. Op basis van inhoud gingen wij dat bekijken. En dan krijgen we daar ineens een aantal mensen die hun geduld verliezen. Een aantal militanten ook: ‘wij moeten zeggen dat we het zus willen, wij moeten zeggen dat we zo willen’.
‘Uiteindelijk willen wij allemaal hetzelfde. Een goed inhoudelijk verhaal. Als men ons vraagt om ergens in mee te gaan, dan moeten daar ook liberale accenten en eisen in liggen.’
Natuurlijk, de nota’s die gelekt zijn uit die onderhandelingen, van informateur Paul Magnette (PS), die beloofden niet veel goeds voor jullie.
‘Maar als nota’s lekken, dan is dat nooit goed. Dat waren ook achterhaalde nota’s. Wij wisten zelf dat het oude documenten waren. Waarover Magnette altijd gezegd heeft: ‘Het statuut van die nota’s, dat zijn mijn nota’s’. Dat is geen formateursnota geweest. Hij was trouwens geen formateur. Dus welk statuut had die nota?’
Het is wel zo dat het bij jullie, binnen Open Vld, heel hoog oplaaiende emoties heeft gegeven. Een vijandige interne sfeer, zegden verschillende mensen mij.
‘Sommigen. De terugkoppeling naar de fractie in de Kamer was: ‘Er wordt nog niet over iets inhoudelijks gepraat’. En dan komt die nota daar en denkt men: ‘Oei, maar dat ligt daar toch op tafel’.’ ‘Maar dat was niet onze nota. Je kon het met een vergrootglas bekijken: ‘Waar zijn de liberale punten?’. Die zaten er te weinig in. Terecht, want het was een nota van meneer Magnette, van de informateur.’
Maar de vraag was eerder: hoe is dat zo vijandig kunnen worden? Iemand zei mij letterlijk: Het zijn Volksunie-toestanden.
‘Er is daar allerlei zotte praat verteld, die eigenlijk veel met emotie te maken had. Dat moet er zijn in politiek, want anders ben je niet genoeg geëngageerd. Maar ik zou mij toch alles niet laten wijsmaken, in feite. Want de vraag was: ‘Hoe ga je daarop reageren’? Maar hoe ga je reageren op zaken die eigenlijk niet relevant zijn?’’
Er is nu een kandidaat-voorzitter, Bart Tommelein. Die zegt ook expliciet: ‘Ik wil de boel terug bijeen krijgen.’
‘Bart zegt: ‘Ik wil terug de rust brengen’. En ik denk dat dat een goeie zaak is. Want uiteindelijk, als er dan vergaderingen zijn, dan willen wij allemaal een om ter liberaalste nota hebben en de beste onderhandelingspositie. Dan zijn we allemaal liberalen.’ ‘Bart zegt dat goed: ‘Je wordt zelfs in een kamp gestopt als je geen duidelijke kleur bekent.’ Want ik ben daar ook redelijk neutraal in gebleven.’
‘Die tsunami van die extremistische partijen heeft niemand zien komen’
Wat was uw etiket: paars-groen of paars-geel? Ik ben het ondertussen vergeten.
‘Bij mij hebben ze geschreven dat ik neutraal was. Maar ik was de enige. Dat is misschien de reden waarom ik hier zit. Maar Bart heeft dat ook gezegd: ‘Je wordt in een bepaald kamp gezet, gelabeld, terwijl je dat eigenlijk niet wilt.’’
Heeft hij uw steun?
‘Ik wist dat het eraan zat te komen. Hij heeft met mij daar ook over gepraat. Hij zei: ‘Ik heb dat altijd willen zijn.’ Voor mij is het een goeie kandidaat.’
‘Ik weet niet of wij ook aan zeven kandidaat-voorzitters gaan geraken, maar voor mij is hij iemand met maturiteit. We zijn van dezelfde leeftijd, dat schept een band. Ik ken hem ook al van in het begin en ik vind dat hij daar toch wel de carrure voor heeft.’
Wat is de belangrijkste les die uw meeneemt uit 2019?
‘Een les? Misschien dat politiek onvoorspelbaar is. Want zeg nu zelf, als we alle politieke analyses van voor de verkiezingen zouden pakken…’
Die kunnen allemaal gewoon in de vuilbak…
‘Die uitslag zat daar niet in. En dat is altijd zo. Met alle respect voor politieke analyses voor de verkiezingen, die tsunami van die extremistische partijen heeft niemand zien komen. Politiek is zeer onvoorspelbaar geworden. Op een manier is dat dan ook emotioneel.’
Wat is dan het belangrijkste dat nu in 2020 moet gebeuren?
‘Echt het belangrijkste is dat er een regering moet komen die goed samengesteld is. Een ploeg die vertrouwen in elkaar heeft. Die niet al kibbelend in de Wetstraat 16 binnen en buiten gaat. Maar waar wij echt ernstig werk zullen moeten leveren om ons land terug op de rails te zetten. Om onze sociaaleconomische toestand nog verder te verbeteren. Om onze tewerkstellingsgraad naar omhoog te krijgen. Zodanig dat we eigenlijk die kosten van de vergrijzing kunnen betalen. Want de hogere uitgaven zitten vooral in de pensioenen en ook in de gezondheidszorg. Dat zijn grote volumes. En die moeten we kunnen blijven betalen.’
U hebt twee regeringen meegemaakt. Onder premiers Elio Di Rupo (PS) en onder Charles Michel (MR). Zeker Michel was wel een woelige sfeer, het kibbelkabinet, zoals ze het noemden. Nog zin om straks nog eens in de regering te gaan?
‘Eerst en vooral, ik heb altijd gezegd: men noemt dat nu het kibbelkabinet, maar onder Di Rupo herinner ik mij toch ook ferme ruzies tussen de dames in de regering.’
‘Er is ook nog leven na minister zijn’
Maar dat was intern, dat was niet op straat?
‘Dat was toch met veel decibels intern. Maar die konden dat wel beter verbergen.’ (lacht)
‘Het is wat het is. Ik tracht collegiaal om te gaan met de collega’s, want je kunt het meeste bereiken als je samenwerkt.’
‘Maar hoe kijk ik naar een volgende regering? We zullen zien, ten eerste of wij daarbij gevraagd worden, we zullen zien wie daar gaat ingaan, het is nog altijd de voorzitter die de ministers aanduidt.’
En de vraag is: ‘Wie is tegen dan voorzitter van Open Vld?’
‘Voilà. Ik heb nog nooit in mijn leven aan carrièreplanning gedaan en ik zeg altijd: ‘Er is ook nog leven na minister zijn’. De dag dat je minister wordt, allez, in mijn geval was het staatssecretaris, dan weet je maar één ding. En dat is dat er ooit een dag zal komen, dat je geen minister meer bent. Je kan altijd wel andere zaken gaan doen, die je nu niet kunt doen. Ik ben nog altijd parlementair, dus het zwarte gat staat daar nog niet te wachten.’
‘Ik heb natuurlijk altijd goesting om verantwoordelijkheid te nemen en om verder te doen. Maar wat, dat weet ik niet. Dat moet u gevraagd worden.’
Volksgezondheid was uw droomdepartement, zelf huisarts zijnde. Is er nu uitgekomen wat u gehoopt had?
‘Ik ben heel blij met de hervormingen die ik heb kunnen doen. Daar werd meer dan twintig jaar over gepraat. Dertig jaar, eigenlijk.’
‘Er moesten nieuwe ziekenhuisfinancieringen komen, we moesten weg van alleen per prestatie rekenen. Die netwerken gaan nu starten. Ik heb vandaag nog een vergadering gehad over de netwerken in Brussel. Dat gaat echt de kwaliteit van de zorg voor de patiënten verbeteren. We hebben heel goeie maatregelen genomen om ook de patiëntenrechten beter te kunnen laten gelden. Hetzelfde geldt voor kwaliteit, met de kwaliteitswet. Ik heb echt wel heel veel kunnen doen op vijf jaar tijd.’
Om toch nog even terug te komen op de nota van Magnette, daar zat het idee in om alle eerstelijnshulp helemaal gratis te maken. Is dat de richting die we moeten uitgaan?
‘Ik weet niet wie hem dat heeft ingefluisterd. Nu ja, eigenlijk weet ik het wel. Maar het is geen goeie gedachte.’
Legt u even uit?
‘Wel, ik ben niet zo bijbels, maar dit is het Mattheuseffect (de rijken worden rijker en armen armer, red.) Want dat wil zeggen dat we de remgelden gaan afschaffen. En het remgeld is, ik denk voor u en mij, in de eerste lijn bij een huisarts vier euro. Het remgeld voor een voorkeursgerechtigde, dat zijn twee miljoen mensen in ons land, is welgeteld één euro. Voor mensen met een maximale factuur, dat zijn er ook nog een paar miljoen…’
‘Voor geestelijke gezondheidszorg heb ik ongeveer één zesde gekregen van het budget dat ik nodig had’
En dat zijn de zwaksten eigenlijk…
‘Dat zijn de zwaksten, daar is het nu al nul euro. Dus wat ga je dan doen? Uit de algemene middelen gaan degenen die het eigenlijk wel kunnen betalen het meest van die maatregel profiteren.’
‘Ik vind dat niet juist. Het gaat over veel geld. Als het alleen voor de huisartsen is, gaat het om 190 miljoen euro. Als we het ook voor de tandartsen doen, dan is het 700 miljoen euro. Daar zouden we veel mee kunnen doen voor gezondheidszorg.’
‘Ik zou dat liever investeren in nog meer geestelijke gezondheidszorg. Daar hebben we een hele inhaalbeweging gedaan, maar die oefening is niet volledig. Ik heb ongeveer één zesde van het budget dat ik nodig had, gekregen. Maar natuurlijk was er ook in de regeringsverklaring gezegd: ‘Het zal onderzocht worden’. Om het helemaal te implementeren hebben we dus veel meer nodig. Met 700 miljoen euro zou ik heel veel kunnen doen.’
We gaan naar de voornemens. Wat wenst u dit land toe?
‘Ik wens dit land echt een goeie, werkzame regering toe.’
En wie moet die leiden?
‘Een premier die daar de moed voor heeft of een dame die daar de moed voor heeft.’
Ah, een vrouw?
‘Bon, het maakt mij niet uit. Het moet iemand zijn die er echt weer een ploeg van wil maken en deze uitdaging aangaat.’
Want Gwendolyn Rutten was genoemd. Zou zij een goeie premier kunnen zijn?
‘Ze is daarvoor genoemd. Ik weet niet of ze daar zo gelukkig mag mee zijn. Want als je op voorhand genoemd wordt, dan is de kans zeer klein dat je dat ooit gaat worden. Maar ik denk dat Gwendolyn veel capaciteiten heeft en ik zie niet in waarom zij dat niet zou kunnen.’
En voor uw partij? Wat wenst u die toe?
‘Ik wens mijn partij een goeie, verzoenende voorzitter toe.’
En voor uw persoonlijk? Wat zijn uw wensen?
‘Voor mezelf wil ik maar één ding en dat is wat elke zieke mens wil. Dat is een goeie gezondheid.’