Het Overlegcomité beslist vrijdag of de kappers en andere niet-medische contactberoepen opnieuw de deuren mogen openen. Frank Vandenbroucke (sp.a), minister van Volksgezondheid, heeft in een interview met De ochtend op Radio 1 laten weten dat een eventuele heropening niet de start van een nieuwe reeks versoepelingen inluidt.

Er is de afgelopen week al heel wat geschreven over de heropening van de kappers. Op het vorige Overlegcomité werd beslist dat niet-medische contactberoepen zoals kappers op 13 februari opnieuw aan de slag mogen gaan als de situatie positief evolueert.

Geen reeks versoepelingen

Vandenbroucke liet op de radio weten dat er daar vrijdag definitief een beslissing over valt. Volgens de minister zijn de cijfers voorzichtig positief. Al temperde hij in het interview meteen ook de verwachtingen voor wie hoopt dat heropening van de kappers meteen wordt opgevolgd door een reeks versoepelingen. ‘Toch mogen er geen gaten in onze verdediging komen. De Britse variant straft die harder af’, klonk het

Niet iedereen staat de springen om de kapsalons opnieuw te openen. De expertengroep GEMS liet eind januari weten dat ze liever hebben dat de kappers (en andere niet-medische contactberoepen) de deuren nog even gesloten houden. Zij vrezen namelijk dat een heropening van de kappers het aantal besmettingen in ons land de hoogte kan injagen. Volgens hen kan een te vroege heropening leiden tot 2.000 à 10.000 coronabesmettingen per week.

Het vaccin van AstraZeneca

De minister heeft het in het interview ook even gehad over het vaccin van AstraZeneca. Zo is het vaccin volgens hem niet waardeloos omdat het ‘slechts’ voor 62 procent effectief is. De minister benadrukte dat we in de eerste plaats moeten kijken voor wie dat vaccin nuttig is.

‘Dat het een nuttige rol kan spelen bij mensen tussen de 18 en 55 jaar, staat buiten discussie. Het vaccin is onvoldoende uitgetest op mensen ouder dan 55 jaar. We hopen door de Britse ervaring met oudere mensen te weten te komen of het toch een goede bescherming biedt voor hen’, aldus Vandenbroucke.

Afgelopen lente en zomer lieten wetenschappers al weten dat een vaccin slechts 50 procent effectief moet zijn. Het belangrijkste, zo luidde het toen, was dat de vaccins op zijn minst bescherming bieden tegen ernstige ziekten.