Uber verwacht een miljardenafschrijving te moeten doen wegens de coronacrisis. Volgens het bedrijf heeft de pandemie een situatie heeft gecreëerd die ook op de resultaten van taxidiensten zullen wegen. Uber denkt een afschrijving tussen 1,9 miljard dollar en 2,2 miljard dollar te moeten boeken.
Door de lockdown en quarantaine zijn de verplaatsingen in vele landen grotendeels beperkt. Daardoor krijgen ook de chauffeurs van Uber minder opdrachten. In sommige steden zouden de activiteiten zelfs met 70 procent zijn teruggevallen.
Minderheidsbelangen
Een deel van dat verlies kan het bedrijf echter wel compenseren door de toegenomen interesse van de consumenten voor het bestellen van maaltijden, waarin de onderneming met zijn dienst Uber Eats actief is.
Uber heeft echter ook minderheidsaandelen opgebouwd in een aantal andere aanbieders van taxiritten en besteldiensten, zoals de Chinese groep Didi Chuxing, het Singaporese Grab, het Russische Yandex.Taxi en het Indiase Zomato.
Het belang van Uber die in die bedrijven werd eind vorig jaar nog op ongeveer 10,3 miljard dollar geraamd. Op dat bedrag ziet Uber zich nu echter verplicht een waardevermindering van ongeveer 20 procent te boeken.
Uber wees ook nog op een aantal initiatieven die de onderneming in het kader van de coronapandemie heeft genomen. Het bedrijf heeft voor zijn chauffeurs en maaltijdbestemmers een programma met financiële ondersteuning voorzien om de impact van de strijd tegen het virus te helpen opvangen.
Uber had eerder ook al tien miljoen gratis ritten en voedselleveringen beloofd voor aan zorgverstrekkers, senioren en andere hulpbehoevenden. De impact van dat programma zou volgens Uber beperkt blijven tot maximaal 100 miljoen dollar. Het bedrijf beschikt volgens analisten ook nog over een buffer van minstens 4 miljard dollar.
Klacht
Het bedrijf moet in de Verenigde Staten ook nog afrekenen met een klacht van de belangenorganisatie Rideshare Drivers United. Die groep vertegenwoordigt meer dan 2.500 chauffeurs die in de Amerikaanse staat Californië voor Uber en diens sectorgenoot Lyft werken.
Californië heeft echter bepaald dat deze chauffeurs wettelijk als werknemers moeten worden bestempeld en niet als onafhankelijke onderaannemers mogen worden beschouwd. Op basis van die regelgeving zegt de belangengroep dat de twee bedrijven aan de chauffeurs nog een vergoeding van minstens 630 miljoen dollar moeten uitkeren.