Key takeaways
- Een Tsjechische rechtbank heeft Babiš’ vrijspraak in een subsidiefraudezaak nietig verklaard.
- De zaak gaat terug naar een lagere rechtbank voor verdere behandeling.
- Babišs politieke tegenstanders hebben hem opgeroepen om zich terug te trekken uit de verkiezingsrace.
De voormalige Tsjechische premier Andrej Babiš, een van de koplopers in de komende parlementsverkiezingen, is na een uitspraak van de rechtbank geconfronteerd met nieuwe juridische uitdagingen. Het Hooggerechtshof van Praag heeft een eerdere vrijspraak voor Babiš en zijn voormalige adviseur, Jana Nagyová, in een zaak over vermeende EU-subsidiefraude ongedaan gemaakt.
De zaak, die bekend staat als “Ooievaarsnest”, draait om beschuldigingen dat Babiš en Nagyová het eigendom van het recreatiecentrum Ooievaarsnest hebben gemanipuleerd om in aanmerking te komen voor EU-subsidies die bedoeld zijn voor kleine en middelgrote bedrijven. Na ongeveer 2 miljoen euro aan subsidies te hebben ontvangen, werd Agrofert, het conglomeraat van Babiš, opnieuw eigenaar van de faciliteit.
Zaak terug naar lagere rechtbank
Het Hooggerechtshof oordeelde dat de lagere rechtbank het voorgelegde bewijs niet voldoende had geëvalueerd. De zaak gaat nu terug naar de rechtbank in Praag voor verdere procedures. Deze ontwikkeling komt slechts enkele maanden voor de Tsjechische parlementsverkiezingen, waar Babiš, die de rechts-populistische ANO-partij leidt, aanzienlijke steun geniet.
Politieke tegenstanders hebben Babiš opgeroepen om zich terug te trekken uit de verkiezingsrace na de uitspraak. Zowel Babiš als Nagyová houden vol dat ze onschuldig zijn en beweren dat de zaak politiek gemotiveerd is. De Tsjechische autoriteiten en het antifraudebureau van de EU (OLAF) onderzoeken de zaak-Ooievaarsnest al enkele jaren. Het OLAF concludeerde in 2017 dat het onregelmatigheden had ontdekt in de toegekende subsidies.