Tijd om het pandemiebeleid om te gooien

Vorige week lanceerden 111 academici en opiniemakers een “Wintermanifest voor een open debat en duurzaam pandemiebeleid”, met bijhorende petitie, om de “tunnelvisie” van overheid en virologen aan te klagen. Ik behoor tot de initiële ondertekenaars, iets waar ik niet lang over moest twijfelen, aangezien het manifest onder meer het volgende stelt:

“De politieke besluitvorming lijkt soms op een soort koehandel, met minimale transparantie rond de manier waarop de beslissingen zijn bereikt en gemotiveerd. Het parlement lag en ligt nog steeds op apegapen.

Wetenschappelijke adviezen worden doorgaans onder embargo geplaatst (en dan vaak gelekt), in plaats van ze onmiddellijk en vrijwillig vrij te geven. Die adviezen bevatten doorgaans wel de uiteindelijke consensus, maar details over de voor- en tegenargumenten die in overweging zijn genomen ontbreken. Wat momenteel eveneens te vaak ontbreekt in de adviezen zijn een duiding van de gemaakte aannames en uitgangspunten, en verwijzingen naar de wetenschappelijke studies en ruwe data waarop het advies gebaseerd is.”

Marc Van Ranst, lid van de wetenschappelijke adviesraad GEMS, voelde zich blijkbaar aangesproken en reageerde nogal gebeten en noemde het manifest “niet bijzonder respectvol”. 

Dat is een toch wel spijtige reactie. Ikzelf heb alvast niets tegen Van Ranst, en uiteraard is zijn mening als top-expert meer dan nuttig, ook al vind ik het niet zo verstandig dat hij zich te pas en te onpas met politiek inlaat. Wie te midden een pandemie door beleidsmakers en media het vertrouwen krijgt om complexe boodschappen te communiceren aan de bevolking, houdt zich op zijn minst gedurende de pandemie wat gedeisd bij het uiten van allerlei meningen die niet rechtstreeks met de pandemie te maken hebben. 

In zekere zin is dat jammer, want Van Ranst heeft een goed gevoel voor humor en interessante politieke inzichten, ook al ben ik het er vaak niet mee eens, maar men hoeft geen communicatie-genie te zijn om te begrijpen dat zijn ongevraagde politieke stellingnames de wetenschappelijke geloofwaardigheid ondergraven. Schoenmaker Van Ranst mag uiteraard gerust weer zijn leest verlaten en zich ten volle op politiek smijten van zodra de pandemie voorbij is, en dat moment zou wel eens bijzonder nabij kunnen zijn. 

Is het einde van de pandemie nabij?

De oorspronkelijke vaccins, de “boosters” en de aan de nieuwe varianten aangepaste vaccins lijken maar beperkt te helpen om Covid-golven in te dijken. Wie gevaccineerd wordt kan immers nog steeds Covid krijgen en kan nog steeds anderen besmetten, al is dat het dan in mindere mate. De vaccins dienen vooral om Covid-symptomen te milderen, wat enorm waardevol is, want zowel in het Verenigd Koninkrijk als Denemarken, die beiden over de piek van de “Omikron”-golf lijken te zijn, heeft het gezondheidssysteem goed kunnen standhouden, ondanks de grotere besmettelijkheid van deze variant, die tegelijk tot minder erge ziekte aanleiding geeft dan de Delta-variant. Dankzij die enorme besmettelijkheid wordt de Delta-variant ook verdreven.

Kunnen we volgende herfst – of wie weet aan het einde van deze winter – een nieuwe variant zien opduiken die even besmettelijk als Omikron is en tegelijk even ziekmakend als Delta? Uiteraard is dat mogelijk, maar volgens de “wet van afnemende virulentie”, in de 19de eeuw geformuleerd door wetenschapper Theobald Smith zou dat niet zo zijn. Jammer genoeg is die theorie ondertussen echter achterhaald. Volgens meer recente wetenschappelijke inzichten is er geen algemene evolutionaire wet die voorspelt hoe een virus zich zal ontwikkelen en is er dus geen onvermijdelijke afname van de virulentie.

In elk geval is het een feit dat met elke nieuwe Coronagolf sinds begin 2020, de mensheid er beter mee is omgegaan, ofwel via vaccins ofwel via het vermijden of beperken van lockdowns en beperkingen waarvan men toch wel sterk mag twijfelen hoe goed ze werken – op grenscontroles na dan, tenminste in landen als Taiwan. Men mag dus wel eens hoopvol zijn. 

“We moeten iets doen – Dit is iets – Daarom moeten we dit doen” 

In dat opzicht was het een prachtige overwinning voor zij die respect voor de rechtsstaat van groot belang vinden toen de Raad van State in december de overheid terugfloot wat betreft de sluiting van de cultuursector. Dat de Raad van State de regering niet eerder stokken in de wielen stak, tenzij dan voor beperkingen op erediensten en prostitutie, en dat ze nadien het verbod op bowling en biljart wel wettelijk verklaarde, is uiteraard jammer, maar het belangrijkste is dat er voortaan veel meer druk op beleidsmakers rust om maatregelen te verantwoorden. 

De bekende Britse serie “Yes Minister” uit de jaren 1980, beschreef de logica van de politicus ooit op meesterlijke wijze:

“We moeten iets doen.

Dit is iets.

Daarom moeten we dit doen.” 

Het lijkt er sterk op dat dit de drijfveer vormde voor maatregelen zoals een verbod op cinemabezoek, ondanks het feit dat iedereen er ver van elkaar zit en er degelijke luchtfiltering is. 

Afschaffing van het CST

Twee belangrijke strijdpunten zijn nu van belang voor zij die de individuele vrijheid, de basis van onze welvaart, liefhebben. 

Het eerste is de afschaffing van het Orwelliaanse “Covid Safe Ticket” of “CST”, waarbij ook op EU-niveau de reisbeperkingen dienaangaande op de schop moeten. 

Dit moet op zijn minst gebeuren van zodra iedereen de kans heeft gehad om een boostervaccin te krijgen. Vaccins zijn er immers om de eigen gezondheid te beschermen. Ze zorgen voor veel mildere symptomen. Ze zorgen slechts in de marge voor een mindere graad van besmetting van anderen. Bovendien kan men zich makkelijk allerlei dystopische toepassingsmogelijkheden van het CST inbeelden.

In een hele ernstige crisis kunnen ziekenhuizen weliswaar overbelast worden door niet-gevaccineerden, maar dit kan men beter oplossen door niet-gevaccineerden die ook binnen risicogroepen vallen hogere sociale verzekeringspremies aan te rekenen, zoals ik in het verleden betoogde.

Indien er toch nog een gevaarlijke, nieuwe variant van Covid zou opduiken, waartegen vaccins niet zouden zijn bestand, kan men beter een negatief testbewijs opleggen aan iedereen om ergens binnen te gaan, in afwachting van een aanpassing van de vaccins. 

Een tweede belangrijk strijdpunt is om vaccinatie niet te verplichten, om dezelfde reden dat vaccinatie uiteindelijk enkel persoonlijke bescherming biedt. De in dat opzicht al genomen maatregel om vaccinatie aan het zorgpersoneel op te leggen moet dus worden teruggedraaid. Gezien de krapte aan personeel, zeker in Brussel en Wallonië, heeft dit weinig zin. Indien men patiënten wenst te beschermen, vraagt men beter aan het verplegend personeel om zich meer te laten testen, aangezien gevaccineerden zoals gezegd dus wel nog altijd het virus kunnen doorgeven.

De mildere aard van de Omikron-variant zet aan dit alles nog kracht bij. De politieke klasse maakt op dit moment geen enkel aanstalten om het CST af te schaffen, en als niemand het vraagt, zullen ze het zeker niet doen.


De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een nieuwe webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer