Steeds meer Chinese, Iraanse en Venezolaanse olietankers verdwijnen in volle zee. Van een nieuwe Bermudadriehoek is nochtans geen sprake. De reden is eenvoudig: ze vervoeren olie van Venezuela of Iran richting China en India. Daarmee overtreden ze het handelsembargo dat hen door de Verenigde Staten is opgelegd. Om aan sancties te ontsnappen sluiten ze zich af van elk GPS-systeem en worden ze onmogelijk te traceren.
Het was het persagentschap Reuters dat in juni voor het eerst melding maakte van het verdwijnen van de VLCC Pacific Bravo in de Straat van Malakka tussen Maleïsië en Sumatra. VLCC staat voor Very Large Crude Carrier of megaschip voor het transport van ruwe olie.
De Amerikanen hadden Aziatische landen gewaarschuwd het schip niet te laten aanmeren. Het was geladen met 2 miljoen vaten Iraanse olie, voor een waarde van 120 miljoen dollar. Het schip trachtte de door de VS opgelegde economische sancties te omzeilen.
42 dagen later werd de GPS van een schip genaamd VLCC Latin Venture geactiveerd op 1.500 km van waar de Pacific Bravo voor het laatst was gesignaleerd. De lading was ondertussen verdwenen. Maar beide schepen hebben hetzelfde identificatienummer bij de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Omdat zulk nummer nooit kan worden gewijzigd konden beide schepen niet anders dan één en hetzelfde te zijn. Het schip is eigendom van de Kunlun Holdings, met hoofdkwartier in Shanghai en een filiaal in Singapore.
Tientallen schepen verdwijnen van de radar
Tot voor kort hadden olietankers die in Venezuela aanmeerden weinig redenen on hun GPS te deactiveren. Het is een techniek die vaak wordt gebruikt door vissers die zich in wateren begeven waar ze ongewenst zijn. Ook mensensmokkelaars die de Middellandse Zee trachten over te steken schakelen hun GPS uit. Maar sinds de regering Trump de economische sancties tegen Venezuela en Iran invoerde, wordt de techniek steeds vaker aangewend.
De Pacific Bravo is maar een voorbeeld van de tientallen schepen die sinds het herinvoeren van de sancties tegen Iran en Venezuela plotsklaps van de radar verdwijnen om weken later – vaak met een andere naam – opnieuw op te duiken. Deze schepen varen voornamelijk naar China, een land dat naar schatting nog dagelijks 200.000 Iraanse vaten zou lossen. Ook India blijft een afnemer van olie uit beide gesanctioneerde landen.
Huur VLCC steeg van 7.500 tot 113.000 dollar per dag
Op 25 september legden de Verenigde Staten in dat verband sancties op aan het Chinese Cosco. Dat is een van de grootste rederijen ter wereld. Westerse bedrijven die Cosco-schepen huren namen onmiddellijk afstand van de rederij. Uit angst door Amerikaanse sancties te worden getroffen. Dat leidde tot een onmiddellijke stijging van de prijzen van olietransporten tussen het Midden-Oosten en China. Bedroeg de huur van een VLCC in mei nog 7.500 dollar per dag, dan steeg die in oktober tot 113.000 dollar per dag, om later te stabiliseren rond de 70.000 dollar. Eind november gaf Washington westerse bedrijven nog exact 60 dagen de tijd om elk transportcontract met Cosco te beëindigen.
AIS-transponders zijn verplicht
De Internationale Maritieme Organisatie verbiedt het afsluiten van transponders voor schepen die zwaarder zijn dan 300 ton. Die AIS-transponders (Automatic Identification System) verzamelen gegevens die hen worden aangeleverd door het GPS-systeem. Dat laat toe sneller op te treden bij ongelukken, maar ook de trajecten te monitoren die schepen afleggen. Probleem is dat er geen strafmaat bestaat voor eventuele overtredingen. Venezuela zou in november op die manier dubbel zo veel olie hebben verscheept als vorig jaar. De helft van deze miljoenen vaten zouden zijn getransporteerd door schepen die hun GPS hadden uitgezet.
Een techniek die tot milieurampen leidt
Deze techniek leidt ook tot milieurampen. Een Grieks schip dat midden juli Venezuela verliet zou 2.000 ton ruwe olie zijn verloren voor de Braziliaanse kusten. Met desastreuze gevolgen voor de visvangst, het toerisme en uiteraard het maritieme ecosysteem in de regio. Honderden kilometers strand moeten worden afgesloten. Omdat het om een clandestiene lading Venezolaanse olie ging zouden de kapitein en de bemanning hebben verzuimd het incident te communiceren aan de Braziliaanse autoriteiten. De Griekse eigenaars ontkennen elke inbreuk.