Inwoners van het gebied dat door de kernramp van Fukushima in Japan elf jaar geleden werd getroffen, kunnen op een compensatie van gemiddeld 380.000 yen – ruim 3.000 euro – aanspraak maken. Dat heeft het Japanse Hooggerechshof geoordeeld. Daarmee werd een eerdere uitspraak van een lagere rechtbank over een schadevergoeding voor 3.700 slachtoffers bevestigd.
Het Japanse nutsbedrijf Tokyo Electric Power (Tepco), uitbater van de kerncentrale van Fukushima Daiichi, had tegen de uitspraak van de lagere rechtbank beroep aangetekend.
Groepsgeding
De lagere rechtbank had beslist dat Tepco voor de schadevergoeding van 3.700 getroffen inwoners van het rampgebied rond de kerncentrale van Fukushima een bedrag van 1,4 miljard yen (bijna 11,2 miljoen euro) diende te reserveren.
Dit is de eerste uitspraak die Tepco verplicht om aan de slachtoffers een schadevergoeding uit te keren. Het vonnis had betrekking op drie groepsgedingen die namens de getroffen bevolking tegen Tepco waren aangespannen. In totaal zou het nutsbedrijf zich volgens lokale media tegen een dertigtal groepsklachten moeten verweren.
Het gebied rond de kerncentrale van Fukushima Daiichi werd elf jaar geleden door een enorme tsunami, veroorzaakt door een zware aardbeving, getroffen. De kerncentrale werd zwaar beschadigd en werd daarmee het grootste nucleaire ongeval sinds de ramp in Tsjernobyl in het midden van de jaren tachtig van de voorbije eeuw.
Tijdens de eerste dagen na de ramp moesten uit het gebied rond Fukushima ongeveer 470.000 mensen worden geëvacueerd. Op dit ogenblik zijn tienduizenden slachtoffers nog steeds niet naar hun woning kunnen terugkeren.
In eerste aanleg had de Japanse rechtbank al aangegeven dat Tepco bij de ramp een grote verantwoordelijkheid droeg. De rechter had daarbij opgeworpen dat Tepco nalatig was geweest en onvoldoende preventieve maatregelen tegen een dergelijke tsunami had genomen.
Het nutsbedrijf had tegen die uitspraak beroep aangetekend, maar dat is nu door het Hooggerechtshof verworpen. Een oordeel over de rol van de Japanse overheid, die in deze rechtszaken eveneens een beklaagde is, werd in beraad gehouden. Daarover zal mogelijk volgende maand een uitspraak mogen worden verwacht.
Terugkeer
De voorbije jaren is een gedeelte van de getroffen bevolking naar zijn vroegere woonst kunnen terugkeren. Met Futuba is recent nog een dorp in het getroffen gebied voor bewoning heropend. Futuba bevindt zich binnen een straal van 20 kilometer rond de getroffen kerncentrale.
Het dorp, dat ooit een bevolking van ongeveer zevenduizend mensen had, telt nu opnieuw drie inwoners. Gehoopt wordt binnen een periode van vijf jaar opnieuw een populatie van tweeduizend mensen te kunnen opbouwen.
Weinigen verwachten echter dat het leven in Futuba zich ooit opnieuw volledig zal herstellen. Er zijn immers nagenoeg geen nutsvoorzieningen, zoals drinkbaar water, beschikbaar. Ook alle diensten, zoals onderwijs, zijn verdwenen.
Daarmee kunnen deze gemeenschappen weinig aantrekkingskracht op potentiële inwoners uitoefenen. Gewezen bewoners hebben vaak elders werk gevonden en een nieuw leven uitgebouwd. Het is ook zeer de vraag of de dorpen in staat zijn veel nieuwe inwoners aan te trekken.