Taipei wil dat Foxconn een investering van 800 miljoen dollar in de Chinese chipmaker Tsinghua Unigroup opgeeft.
De Taiwanese autoriteiten beginnen te reageren met eigen economische sancties voor Peking nadat China verschillende dagen militaire oefeningen rond de democratische eilandnatie hield. Die waren een reactie op een controversieel bezoek van de Amerikaanse politica Nancy Pelosi aan het eiland. Verschillende Taiwanese producten werden ook op een zwarte lijst gezet door Peking.
Taipei maakte deze week bekend dat het wil dat Foxconn, de grootste fabrikant van computeronderdelen ter wereld, vaste producent van Apple-producten en een merknaam van het Taiwanese Hon Hai, een investering van 800 miljoen dollar in de Chinese chipmaker Tsinghua Unigroup opgeeft.
De investering in kwestie werd vorige maand bekend gemaakt en zou van Foxconn de tweede grootste belanghebber in Tsinghua gemaakt hebben. Foxconn is bovendien nu al de tweede grootste private werkgever in China. “Dit (deze deal, red.) gaat zeker niet door”, zei een hoge Taiwanese ambtenaar die zich bezighoudt met de nationale veiligheid aan zakenkrant The Financial Times.
VS willen technologische voorsprong China voorkomen
Hon Hai maakte op 14 juli bekend dat het een indirect belang had verworven in Beijing Zhiguangxin Holding, de grootste aandeelhouder van Tsinghua Unigroup. Het bedrijf kreeg daarop prompt een waarschuwing van de investeringscommissie van het Taiwanese ministerie van Economie. Het bedrijf riskeerde volgens de commissie een boete van 25 miljoen Taiwanese dollar, ofwel 820.000 euro, omdat het de zakendeal niet op voorhand had laten goedkeuren door de overheid.
Daarop werden er echter nationale veiligheidsfunctionarissen betrokken bij het onderzoek naar de zakendeal; een teken dat de investering in Taipei werd beschouwd als een controversiële zaak met belangrijke politieke implicaties of gevolgen voor defensie.
De zakendeal werd wellicht door de autoriteiten onder de loep genomen omdat de politieke spanningen tussen China en Taiwan blijven stijgen en de VS, een belangrijke (onofficiële) bondgenoot van Taiwan, willen voorkomen dat China door zijn chipsector uit te bouwen een technologische voorsprong kan bemachtigen. Taiwanese politici willen daarom liever niet gezien worden als steunpilaren van de technologische expansie van China.
Taiwan moet kiezen hoe het zijn sterkste troef inzet
Het feit dat Taiwan een duidelijke beslissing neemt om zijn chipverstrengeling met China af te bouwen, zal grote gevolgen dragen.
China eist Taiwan nog steeds op als een onderdeel van zijn territoria. Dat terwijl de democratische eilandnatie al decennialang goed op weg is om zijn eigen onafhankelijke identiteit verder uit te bouwen, en zijn internationale erkenning van weleer terug te winnen.
Een manier om het complexe “Eén-China”-probleem op te lossen, was mogelijk een samenwerking tussen de dominante Taiwanese chipsector en de ontluikende chipmakers van China. Foxconn opereert al voor 75 procent in China en Tsinghua Unigroup wordt door Peking gezien als essentieel om technologische onafhankelijkheid op vlak van chipproductie te bereiken. Aan de andere kant is de sterke chipsector van Taiwan een troef die het eiland wellicht best niet zomaar weggeeft.
Nu de overheid in Taipei verdere investeringen vanuit Taiwan blokkeert, vallen de plannen van Peking mogelijk in duigen, wat de relatie tussen de twee naties mogelijk verder kan verzuren.
(lb)
