Duurzame energiebronnen zoals windturbines en zonnecentrales kunnen al goedkoper worden gebouwd dan de middelen die moeten worden geïnvesteerd om 40 procent van de wereldwijd actieve steenkoolcentrales te blijven exploiteren. Dat zegt een studie van het Rocky Mountain Institute, het Carbon Tracker Initiative en de Sierra Club.
De onderzoekers betogen dat steenkool een financieel omslagpunt heeft bereikt, waardoor het product in de meeste markten niet meer concurrerend is.
De auteurs schatten dat een derde van de wereldwijde steenkoolcentrales al duurder zijn in het gebruik dan de implementering van nieuwe oplossingen voor hernieuwbare energie. ‘Dat cijfer zal tegen het midden van dit decennium stijgen tot 73 procent,’ aldus de onderzoekers. Ze voegen eraan toe dat het vervangen van het volledige alaam steenkoolcentrales door duurzame energiebronnen al binnen twee jaar een nettobesparing voor de wereldeconomie zou opleveren.
‘Het is mogelijk om een snellere overgang van steenkool naar duurzame energiebronnen te realiseren,’ betoogt Paul Bodnar, directeur van het Rocky Mountain Institute. ‘Die transitie kan worden georganiseerd op een manier die niet alleen de klanten geld bespaart, maar ook voor de werknemers en de bredere gemeenschap een meerwaarde zal opleveren.’
Klimaatakkoorden
De Klimaatakkoorden van Parijs vijf jaar geleden hebben bepaald dat de opwarming van de aarde moet worden afgeremd. Die temperaturen mogen niet hoger dan 2 graden Celsius boven de pre-industriële temperatuurniveaus oplopen. Bovendien wordt aangestuurd op een veiliger marge van 1,5 graden Celsius.
Om dat doel te bereiken moet het gebruik van steenkool volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change tegen het einde van dit decennium met 80 procent zijn gedaald tegenover het niveau van tien jaar geleden.
Uit de analyse bleek dat 81 procent van de steenkoolcentrales in de Europese Unie vandaag al niet concurrerend is. Zonder staatssteun zouden deze sites niet meer kunnen overleven. In China bedraagt dat aandeel momenteel 43 procent, maar dat zal binnen een periode van vijf jaar tot bijna 100 procent oplopen.
‘De afbouw van de steenkoolcapaciteit en een vervanging door goedkopere alternatieven, zal niet alleen de consumenten en belastingbetalers geld besparen,’ aldus de onderzoekers. ‘Een dergelijke strategie zou ook een aanzienlijke rol kunnen opnemen in het economische herstel.’