Het tijdelijk afserveren van het AstraZeneca-vaccin door verschillende EU-landen is de zoveelste miskleun in de Europese vaccinatiesaga. Die begint stilaan even klungelig te lijken als de besparingsstrategie die de Europeanen kort na het uitbreken van de financiële crisis in 2008 door de strot kregen geramd. Dat er straks koppen zullen rollen, staat zo goed als vast. Ondertussen serveren politici de EU-burger dagelijks een nieuwe portie euroscepticisme.
Het siert de Belgische regering voor een keer dat ze niet meestapt in de vaccinatiepaniek. Populistische politici die dat wel deden hebben straks doden op hun geweten. Terwijl in Tel-Aviv op straat wordt gedanst en het Verenigd Koninkrijk de eerste overwinning na de Brexit viert, stapelen de problemen op het Continent zich op. Na de maskers en de tests ontbreekt het ons nu aan vaccins. Op allerlei tv-programma’s doen politici dure beloftes over de volledige vaccinatie van de bevolking. Altijd ‘op voorwaarde dat de beloofde leveringen van vaccins volgen’.
Dat doen ze spijtig genoeg nooit. De farmabedrijven leveren eerst aan hun beste klanten, net als elke normale ondernemer dat zou doen. Die landen zijn degene die eerst en meest betaalden voor toekomstige vaccins. De EU betaalde een kwart minder voor het Pfizer-vaccin dan de VS. Voor het vaccin van Oxford/AstraZeneca bedraagt het prijsverschil bijna de helft.
De grote kortingen breken ons nu zuur op
Die grote kortingen breken ons nu zuur op. De EU wordt gedwongen achteraan de wachtrij plaats te nemen. Op economisch vlak zullen die kortingen uiteindelijk irrelevant blijken. Elke euro die op een vaccin wordt bespaard, levert de EU 1 miljard euro aan besparingen op. Niet eens een cijfer achter de komma in een handelsblok dat jaarlijks een bbp van om en bij de 15.000 miljard euro genereert en daarmee 1/6e van het globale bbp voor zijn rekening neemt. De sterke Chinese respons op de crisis, gekoppeld aan het astronomische stimuluspakket (1.900 miljard dollar) dat vorige week door de Amerikaanse Senaat werd goedgekeurd, zal het aandeel van de EU in de wereldeconomie verder marginaliseren. In 2008, net voor de wereldwijde financiële crisis, bedroeg het bbp van China een derde van dat van de EU (inclusief het Verenigd Koninkrijk), vandaag is het de helft.
Overal waar volop gevaccineerd wordt, daalt het aantal nieuwe gevallen van coronavirus. In de meeste EU-landen stijgt het, ondanks de oneindige lockdowns, die een steeds grotere mentale tol eisen van een al uitgeputte bevolking. De AstraZeneca-episode is weinig meer dan de zoveelste own-goal van een door bureaucratie en vaccinatiescepticisme verlamde eenheidsmarkt. Wie kan uitleggen waarom het Europese Geneesmiddelenagentschap altijd weken langer nodig heeft om vaccins goed te keuren dan zijn Britse en Amerikaanse collega’s? Elke ‘sense of urgency’ lijkt de eurocraten volledig vreemd.
Naast een imagoprobleem naar de wereld toe, heeft de falende respons op de pandemie de EU ook met een groeiend gebrek aan vertrouwen bij de eigen burgers opgezadeld. Dat is spijtig, want het blok krijgt wel degelijk zaken voor elkaar. De snelle integratie van Oost-Europa en de strijd tegen het machtsmisbruik van Big Tech om er maar twee te noemen. De EU blijft ook onze beste garantie op geopolitieke vrijheid en veiligheid. Maar als de EU-politici er niet in slagen snel het angstbeeld van een tweede verloren zomer weg te nemen, zal de oorzaak enkel bij het eigen falen moeten worden gezocht.