De zinderende hitte die de grote Amerikaanse steden te verduren krijgen, wordt in belangrijke mate gevoed door gigantische oppervlaktes beton en een gebrek aan groene ruimte. Dat fenomeen kan de temperatuur in de stad met bijna 5 graden Celsius verhogen in vergelijking met de omliggende landelijke gebieden. Dat staat in een rapport van de milieudenktank Climate Central.
De voorbije maand beleefde de Amerikaanse stad Phoenix voor de eerste keer in de geschiedenis een reeks van vier dagen met temperaturen van meer dan 115 graden Fahrenheit (46 graden Celsius), terwijl Boston voor het eerst in tien jaar een temperatuur van 100 graden Fahrenheit (37,7 graden Celsius) liet optekenen.
New Orleans
Een dodelijke hittegolf in het noordwesten van de Verenigde Staten – die volgens wetenschappers vrijwel onmogelijk zou zijn geweest zonder de klimaatverandering die door de mens is veroorzaakt – zorgde in Seattle voor een recordtemperatuur van 42 graden. In Portland, waar wegen en elektriciteitskabels door de hitte smolten, werd zelfs een nieuwe recordtemperatuur van meer dan 46,6 graden geregistreerd.
Onderzoekers stelden vast dat bij de 158 grotere Amerikaanse steden New Orleans het grootste warmteverschil met zijn directe omgeving vertoont. Er is sprake van een gemiddeld verschil van 8,9 graden Fahrenheit. Newark staat met een gemiddelde van 7,7 graden op de tweede plaats, gevolgd door New York City met 7,6 graden. Daarna volgen Houston en San Francisco.
Steden laten meestal een grotere hitte optekenen dan het nabijgelegen platteland. Steden genereren immers warmte door transport, industrie en airconditioning, die warme lucht naar de straten leiden.
“Een gebrek aan bomen, gras en andere groenaanplantingen – die helpen de lucht te koelen – wordt verergerd door de aanwezigheid van kilometers harde, donkere bestrating en gebouwen die warmte opnemen”, zeggen de onderzoekers.
Discriminatie
Climate Central stelde dat de compacte en hoge gebouwen in steden zoals New York, Chicago en Detroit eveneens bijdragen tot de intensiteit van de hitte. “Je verwacht dat bepaalde steden hoog scoren, maar dan blijken ook locaties zoals Burlington (Vermont) verrassend hoge scores op te tekenen”, zegt Andrew Pershing, directeur klimaatwetenschap bij Climate Central.
“De cijfers tonen dat elke stad of dorp alleen al door de kleur van de stoep of een andere factor met een grotere hitte kan worden geconfronteerd.”
Pershing wijst er nog op dat de toppositie van New Orleans te danken is aan de relatieve ouderdom van de stad, de grote hoeveelheid donkere oppervlakken van de straten en daken en de schaarse groene ruimtes. “Het algemeen gemiddelde van de stad verbergt echter een aantal opmerkelijke lokale verschillen”, beklemtoont Pershing. “Op een parkeerplaats zal het gevoelig heter zijn dan op een van de beroemde begraafplaatsen van New Orleans.”
Die variabiliteit is in sterke mate terug te voeren op racistische huisvestingspraktijken. “De zwarte bevolkingsgroepen concentreerden zich vooral in buurten zonder verkoelende groene ruimtes of boomschaduw”, benadrukt hij. “Op een warme dag kan een wijk met weinig schaduw in New Orleans tot 20 graden Fahrenheit warmer zijn dan een meer welvarend en groener gebied in dezelfde stad.”
Overmatige hitte is de belangrijkste doodsoorzaak onder klimaatgerelateerde factoren. De belangengroep Smart Surfaces Coalition vraagt dan ook dat aan een aanpassing van de stedelijke structuur zou worden gewerkt. Daarbij wordt aangestuurd op de installatie van warmtereflecterende oppervlakken en zonnepanelen en de aanleg van daktuinen.
(jvdh)