Saoedi-Arabië heeft de vaste intentie om de grootste leverancier van waterstof te worden. Op die manier wil het koninkrijk een belangrijke bijdrage leveren in de strijd tegen de klimaatverandering. Dat heeft prins Abdulaziz bin Salman, minister van energie van Saoedi-Arabië, gezegd.
Saoedi-Arabië is momenteel de grootste exporteur van petroleum ter wereld, maar wil ook in de toekomst een leidinggevende positie op de internationale energiemarkt blijven vasthouden. Daarmee wil het land mee de overstap van fossiele naar duurzame bronnen maken.
Aardgas
‘Saoedi-Arabië heeft op het gebied van duurzame bronnen bijzonder ambitieuze plannen,’ aldus Abdulaziz bin Salman. ‘We laten geen twijfels bestaan over onze ambities om de grootste exporteur van waterstof ter wereld te worden.’
Salman benadrukte dat de grote aardgasreserves van Saoedi-Arabië het land in staat stellen blauwe waterstof te produceren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een proces waarbij fossiele grondstoffen omgezet worden in waterstof, maar waarbij het restproduct koolstofdioxide wordt opgevangen.
Zonder de opvang van de koolstofdioxide, een belangrijk broeikasgas, zou er sprake zijn van bruine of grijze waterstof. In september was Saoedi-Arabië het eerste land ter wereld dat een lading blauwe waterstof, omgezet in ammoniak, exporteerde. De bestemmeling was Japan.
Neom
Het koninkrijk heeft echter tevens plannen om waterstof uit zonnekracht op te wekken. In dit geval is er sprake van groene waterstof. Daarvoor bouwt de Saoedische regering een nieuwe fabriek in Neom, een futuristische stad die aan de Rode Zee wordt opgetrokken.
Met de bouw van de fabriek is een investering gemoeid van 5 miljard dollar. De fabriek zou halverwege dit decennium met de productie van start moeten gaan. De site zou de grootste producent van groene waterstof ter wereld moeten worden.
Door waterstof aan zijn mix toe te voegen, hoopt Saoedi-Arabië zijn wereldwijde positie als belangrijke energieleverancier ook in de omschakeling naar een duurzame economie te kunnen behouden.
Experts wijzen erop dat het transport van waterstof een complexe uitdaging vormt. Bovendien vergt het productieproces de inzet van grote hoeveelheden energie. Daardoor loopt de kostprijs van het product sterk op.
Groene waterstof kost volgens berekeningen van het International Energy Agency tussen de 3,5 euro en 5,0 euro per kilogram. De productie van grijze waterstof zou ongeveer 1,5 euro per kilogram kosten. De kosten voor de productie van blauwe waterstof situeren zich ergens tussen die twee niveaus.