Met de succesvolle beursgang van koffiebedrijf Douwe Egberts heeft de beurs van Amsterdam weer een mooie trofee in de kast bijgezet. De oudste nog bestaande aandelenbeurs ter wereld bevestigt zo opnieuw haar reputatie als Europese hotspot voor beursgangen. Daar is de gunstige vennootschapswetgeving van Nederland niet vreemd aan.
1602. Dat is officieel het jaar waarin de Amsterdamse beurs, vandaag bekend als Euronext Amsterdam, het levenslicht zag. Daarmee is het ook in het Guinness Book of World Records de oudste beurs ter wereld. Ze werd in het leven geroepen door de Vereenigde Oostindische Compagnie, die ook de eerste ooit was om vrij verhandelbare aandelen uit te geven.
Intussen moet Beursplein 5 te Amsterdam als financieel centrum met afstand de duimen leggen voor hotspots als Londen, Tokio, New York en Shanghai. Maar toch toont de oude dame zich bijzonder kranig als het aankomt op beursgangen.
Douwe Egberts is het recentste voorbeeld. Maar Amsterdam was de afgelopen jaren ook het toneel voor opgemerkte beursgangen zoals Prosus, de internetpoot van het Zuid-Afrikaanse Naspers, dat goed is voor een marktwaarde van meer dan 100 miljard euro. En in 2018 was het fintechbedrijf Adyen een van de meest begeerde beursintroducties in Amsterdam.
Reden voor het succes van onze noorderburen? Waarnemers wijzen erop dat Amsterdam erin slaagt een zeer internationaal beleggerspubliek te lokken, en dus niet enkel de lokale investeerders bedient. De aanwezigheid van ‘lokale’ helden als Unilever, Royal Dutch Shell en computerchipgigant ASML houdt dat internationale blazoen mooi glanzend.
Maar een andere, meer pragmatische reden ligt eveneens aan de basis van dit succes. Nederland heeft een erg interessante vennootschapswetgeving, die het mogelijk maakt voor eigenaars van bedrijven om naar de beurs te trekken zonder de controle te verliezen.
Bedrijven kunnen in Nederland een ‘Stichting’ in het leven roepen. Dat is een juridische constructie om meerderheidsbelangen in een bedrijf te betonneren die de facto een bescherming zijn tegen vijandige overnamepogingen.
Dat maakt Nederland sowieso een populaire bestemming om hoofdkantoren van multinationals te vestigen. Dat doen onder meer Ferrari en de Franse telecomgigant Altice. Hoewel de vestiging van een hoofdkwartier niet automatisch betekent dat een bedrijf ook in Amsterdam naar de beurs trekt, blijkt het voor veel bedrijven een logische stap.