Het Franse luxeconcern LVMH heeft bij een rechtbank in de Amerikaanse staat Delaware klacht neergelegd tegen de Amerikaanse juwelier Tiffany. In de claim legt LVMH uit waarom het plots besliste om Tiffany toch niet over te nemen. Tiffany diende eerder al een klacht in tegen LVMH.

In november vorig jaar was de overname van Tiffany door LVMH aangekondigd. Met de transactie was een bedrag van 16 miljard dollar gemoeid. Later kwam het Franse concern echter op die overeenkomst terug. Daarbij voerde LVMH verschillende motivaties aan.

Ander bedrijf

Onder meer wees LVMH naar het beleid van de Amerikaanse juwelier. ‘Daarbij werd opgemerkt dat Tiffany zijn investeringen drastisch had teruggeschroefd, nieuwe kredieten had opgenomen en aan zijn aandeelhouders grote dividenden had uitbetaald,’ schrijft de Britse zakenkrant Financial Times. ‘Tiffany is daarmee volgens LVMH een andere onderneming geworden dan bij de overname was gesuggereerd.’

LVMH verwijst ook naar de coronacrisis. ‘Bij het akkoord tussen beide partijen had Tiffany expliciet aangegeven dat de overnemer met eventuele gevolgen van stakingen in Frankrijk, onlusten in Hongkong en cyberaanvallen rekening moest houden voor de resultaten,’ aldus het Franse concern.

‘Van een impact van de coronacrisis is daarbij echter geen melding gemaakt. Door de uitbraak van de coronapandemie zijn de vooruitzichten voor Tiffany echter veel minder positief gekleurd.’

Eigenbelang

LVMH benadrukte verder nog dat het management van Tiffany uit eigenbelang de verkoop met alle mogelijke middelen gerealiseerd wil zien. Opgemerkt werd dat het management immers op een aanzienlijke gouden handdruk zou kunnen rekenen.

‘Alessandro Bogliolo, topman van Tiffany, heeft daarbij recht op een vergoeding van 44 miljoen dollar,’ zegtf de Franse groep. ‘Dat bedrag is nagenoeg identiek aan de verliezen die de juwelier tijdens de eerste helft van dit jaar heeft gemaakt.’

Tenslotte voerde LVMH aan dat het van de Franse regering de vraag heeft gekregen om de overname uit te stellen tot volgend jaar. Die vraag zou kaderen in de handelsconflicten tussen Frankrijk en de Verenigde Staten.

Contractueel was echter voorzien dat de overname de laatste week van november moet worden afgerond. Het was volgens LVMH door de vraag van de Franse overheid echter niet mogelijk om aan die voorwaarde te voldoen. Ook dat was volgens het Franse concern een reden om op de overeengekomen overname terug te komen.

Tiffany was eerder al naar de rechtbank gestapt om LVMH aan het akkoord te houden. De Amerikaanse juwelier wees de argumentatie van LVMH met klem af.

Begin januari zal het geding voor de rechter komen, al kunnen de partijen voordien alsnog een onderlinge overeenkomst sluiten. LVMH en Tiffany lijken echter niet bereid om met elkaar gesprekken aan te knopen. Eerdere pogingen van LVMH om een lagere overnameprijs te bedingen werden door Tiffany weggewuifd.