Mark Rutte: “We zullen in het Westen een beetje armer worden door inflatie”

Volgens de premier van onze noorderburen zijn er grenzen aan wat overheden kunnen doen om aan de torenhoge inflatie in onze contreien het hoofd te bieden.

Rutte sprak met het Amerikaanse zakenmedium CNBC tijdens het Wereld Economisch Forum in het Zwitserse Davos. Het gesprek ging onder meer over geopolitiek in tijden van oorlog; zo ging hij niet akkoord met de opmerking van Henry Kissinger dat Oekraïne bereid moet zijn om wat grondgebied aan Moskou af te staan om tot een vredesakkoord te komen.

Daarnaast werd scherpgesteld op economisch beleid in tijden van inflatie. Wat betreft de aanpak van de geldontwaarding in de eurozone door de Europese Centrale Bank (ECB), betoonde Rutte zich allerminst kritisch. Zo voerde hij als verzachtende omstandigheden voor Lagarde & co aan dat er “vertakkingen komen uit de energiecrisis en uit de Oekraïnecrisis die onvermijdelijk ook invloed hebben op de macro-economische cijfers – dat kan ik de centrale bankiers niet kwalijk nemen.”

De liberale minister-president wierp op dat zijn eigen regering mensen met lagere inkomens zou helpen met hun stijgende energierekeningen. Hij voegde er echter aan toe dat “je niet iedereen kunt helpen, dus (…) wij in het Westen zullen een beetje armer worden door de hoge inflatie, de hoge energiekosten.” 

Steunmaatregelen

In april bedroeg de inflatie in Nederland 9,6 procent, volgens het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat was iets minder dan de 9,7 procent van maart (een 46-jarig record). Maar het bleef een historisch hoog niveau van geldontwaarding.

Daarom kondigde de Nederlandse regering in maart steunmaatregelen aan om de last van de stijgende prijzen te helpen verlichten. Het maatregelenpakket omvatte een eenmalige verhoging van de energietoeslag tot 800 euro voor mensen met een inkomen rond het Nederlandse uitkeringsniveau.

Rutte erkende dat de stijgende energieprijzen “maatschappelijke druk” zouden veroorzaken, die volgens hem bij verkiezingen in heel Europa kan worden gevoeld. Niettemin opperde hij dat “de mensen over het algemeen begrijpen dat er een grens is aan wat een regering kan doen, zolang ze maar het gevoel hebben dat het op een eerlijke manier gebeurt, dat je mensen die het het hardst nodig hebben, hebt gesteund.”

“Nederlandse droom”

Rutte zei dat een van de prioriteiten van zijn coalitieregering, Rutte IV, sociale mobiliteit was. Hij stipte aan dat zijn kabinet de “meritocratieval” van het land wilde aanpakken en dat bepaalde factoren, zoals onderwijs, mensen zouden kunnen helpen om deel te worden van wat hij de “Nederlandse droom” noemde.

Volgens verscheidene economen komen de plannen van Rutte IV neer op het einde van het zuinige begrotingsbeleid waar Nederland voor bekend staat. Die stelling werd eind januari bevestigd door het Centraal Planbureau. Het CPB verwacht dat de Nederlandse staatsfinanciën de komende jaren in het rood gaan, met een begrotingstekort van 2,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2025.

(jvdh)

Meer