Rusland zou een huurmoordenaar naar Praag gestuurd hebben om de Praagse burgemeester Zdenek Hrib te vergiftigen. De moordpoging werd verijdeld omdat de Tsjechische geheime dienst er een stokje voor stak. 

Dat schrijft het Tsjechische nieuwsmagazine Respekt, op basis van anonieme bronnen binnen de Tsjechische inlichtingendiensten. Dat is een onafhankelijk weekblad dat bekendstaat om onderzoeksjournalistiek van hoog niveau. 

Het onderzoek werd niet bevestigd door Tsjechische autoriteiten. De woordvoerder van Russisch president Vladimir Poetin noemt het verslag ‘fake news’.

In een interview met het Russische onafhankelijke radiostation Echo of Moscow bevestigde burgemeester Hrib wel dat hij al twee weken onder politiebescherming staat, naar eigen zeggen omdat ‘zijn leven in gevaar is’. Hij gaf geen verdere details. 

Respekt schrijft dat er drie weken geleden een Russische geheim agent landde in Praag, die in zijn koffer het gif Ricine bijhad. Een Russische diplomatieke auto bracht de man van de luchthaven rechtstreeks naar de Russische ambassade, aldus de bronnen binnen de Tsjechische geheime dienst. De man was volgens het artikel een huurmoordenaar op missie om Hrib, en een collega van hem, te vermoorden. 

Beide politici zijn al jaren een luis in de pels van het Kremlin. Hrib liet bijvoorbeeld het Praagse plein, waarop de Russische ambassade gevestigd is, omdopen tot het Boris Nemtsov-plein. Dat is een bekende criticaster van Vladimir Poetin die in 2015 werd doodgeschoten. De Russische ambassade veranderde daarop misnoegd van adres. 

Het is niet de eerste keer dat Rusland wordt beschuldigd van politieke moord in het buitenland. In 2006 kreeg Aleskandr Litvinenko, een voormalig Russisch geheim agent die overgelopen was naar Groot-Brittanië, de radioactieve stof polonium toegediend in Londen. 

Twee jaar geleden lieten de Britten van Russische afkomst, Sergej Skripal en zijn dochter Joelia, bijna het leven nadat de klink van hun voordeur in het Britse Salsbury werd ingesmeerd met novitsjok, een geliefkoosd gif van de Russische geheime dienst. In beide gevallen verdenken de Britse autoriteiten agenten van Russische inlichtingendiensten.