Rapport: “Emissies broeikasgassen zijn vooral verantwoordelijkheid rijkere bevolkingsgroepen”

Er kan tussen de rijkere en armere bevolkingsgroepen van een individueel land momenteel een groter verschil in ecologische voetafdruk worden opgetekend dan tussen de diverse naties. Dat blijkt uit een rapport van economen van het World Inequality Lab. 

Waarom is dit belangrijk?

Het wereldwijde klimaatbeleid heeft zich tot nu toe vooral gericht op het verschil tussen rijkere naties en ontwikkelingslanden en hun huidige en historische verantwoordelijkheid voor de uitstoot van broeikasgassen. Maar studies tonen steeds vaker aan dat een vervuilende elite met de hoogste inkomens wereldwijd veel meer uitstoot veroorzaakt dan de armere bevolkingsgroepen.

Groeiende kloof: De conclusie van de studie vormt een verder bewijs van de groeiende kloof tussen de vervuilende elite van rijken over de hele wereld en de relatief lage verantwoordelijkheid die de rest van de bevolking voor de emissies van broeikasgassen draagt.

  • Uit het rapport blijkt tevens dat de armste bevolkingsgroepen van de wereld zonder ecologische gevolgen hun uitstoot zouden kunnen opdrijven om hun welvaart te verhogen, op voorwaarde dat de populaties van de rijken hun uitstoot zouden verminderen.
  • De resultaten van de studie hebben ingrijpende gevolgen voor het klimaatbeleid, omdat zij aantonen dat mensen met lage inkomens in ontwikkelde naties minder bijdragen tot de klimaatcrisis, terwijl rijke bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden een veel grotere ecologische voetafdruk hebben dan tot nu toe werd aangenomen.
  • “De consumptie en investeringen van een relatief klein gedeelte van de bevolking dragen direct of indirect onevenredig bij aan de uitstoot van broeikasgassen”, stippen de onderzoekers aan.
    • “De ongelijkheden in de uitstoot tussen landen blijft groot, maar de verschillen binnen individuele naties vormen momenteel de belangrijkste verklaring voor de onevenwichtige situatie in de wereldwijde uitstoot.”

Fiscale maatregelen: Uit het rapport blijkt tevens dat overzeese klimaathulp weliswaar nodig is om de ontwikkelingslanden te helpen hun uitstoot te verminderen, maar toch niet voldoende zal blijken.

  • Dit betekent dat de ontwikkelingslanden ook hun binnenlandse fiscale stelsel zullen moeten hervormen om een grotere herverdeling van de rijkdom te kunnen realiseren.
  • De auteurs suggereren dat heffingen op overwinsten kunnen helpen om uitstootarme investeringen te financieren.
  • Daarnaast wordt tevens gevraagd naar de invoering van progressieve belastingen in naties die rijke burgers en bedrijven vaak te weinig belasten. Dit geldt ook voor ontwikkelingslanden.
    • “Grote opkomende economieën – zoals China – dragen een toenemende verantwoordelijkheid voor de volumes koolstofdioxide in de atmosfeer”, merken de economen nog op. “Deze landen moeten met duidelijke plannen komen om uiteindelijk een klimaatneutrale positie te verwerven.”

(as)

Meer