Protesten rondom verschillende Peruaanse mijnen houden al meer dan 50 dagen aan: 20 procent van de landelijke koperproductie is momenteel verstoord

De Peruaanse overheid heeft de noodtoestand afgekondigd in de buurt van de Cuajone-mijn van Southern Copper Corp als gevolg van de aanhoudende protesten. De verarmde gemeenschappen rondom de mijnen in de Andes voeren steeds meer acties tegen de mijnbouwbedrijven in het land. Ze klagen over het feit dat grote winsten niet doorsijpelen naar hun gemeenschappen, ondanks de hoge internationale prijzen. 

De Cuajonge-mijn van Southern Copper Corporation is een grote kopermijn in de regio Moquegua, dat zich bevindt in het zuiden van Peru. Cuajone vertegenwoordigt een van de grootste koperreserves van het land. Op 28 februari staakte het bedrijf zijn activiteiten, omdat inwoners van een nabijgelegen gemeenschap de watertoevoer naar de mijn hadden afgesloten en financiële compensatie en een deel van de toekomstige winst eisten. Daarnaast werd er geprotesteerd tegen het uitblijven van betalingen aan mijnwerkers van de gemeenschap. De protesten houden momenteel al meer dan 50 dagen aan.

Aanvankelijk was de regering van president Pedro Castillo nog terughoudend met het invoeren van een noodverordening, omdat deze de burgerlijke vrijheden zou opschorten. Maar deze week zag de regering zich alsnog genoodzaakt om die in te voeren in het gebied van de Cuajone-mijn. Door de protesten zou namelijk zo’n 20 procent van de koperproductie zijn verstoord. Met de noodverordening wordt het leger gemobiliseerd en stapt de overheid af van de eerdere verzoenende benadering. 

Niet nakomen van verplichtingen

Naast Cuajone is ook de productie in Las Bambas gestopt, een mijn in de Peruaanse Apurímac regio. Daar hebben inwoners de ingang tot de mijn geblokkeerd, waardoor het bedrijf dat het gebied exploiteert, MMG Limited, de activiteiten heeft stopgezet. Leden van de nabijgelegen Fuerabamba-gemeenschap protesteren daar tegen het niet nakomen van de verplichtingen die het bedrijf op het gebied van sociale investeringen heeft nagelaten. De inheemse burgers, van Quechua-afkomst, hebben het bedrijf ervan beschuldigd geen banen en geld te bieden aan de regio, een van de armste van Peru, ondanks de enorme minerale rijkdommen.

Cuajone en Las Bambas zouden samen goed zijn voor 1,5 procent van het bbp van Peru. De aandelen van Southern Copper en MMG zijn de afgelopen week daarnaast gedaald met 5 en 8 procent.

Winsten beter verdelen

Peru is de op één na grootste koperproducent ter wereld. Sinds begin dit jaar nemen de protesten van de arme omliggende gemeenschappen toe tegen de exploitatie van de mijnen. President Castillo werd vorig jaar nog verkozen met massale steun van de gemeenschappen in de mijnbouwregio’s, vanwege toezeggingen om de winsten beter te verdelen. Hier is echter nog geen werk van gemaakt.

Algemene aanklacht van de inheemse gemeenschappen is het feit dat ondanks de stijgende internationale koperprijzen, de winsten niet terug naar de gemeenschap stromen. Ook in het buurland Chili, de grootste koperproducent ter wereld, ondervindt de mijnbouw steeds meer tegenstand van de lokale bewoners. Daar verstoren wegblokkades de activiteiten van de Escondida-mijn.

(lp)

Meer