Ten gevolge van controles is de elektriciteitsproductie van de nieuwe Finse kernreactor uitgesteld tot eind maart. Eind januari had deze al in werking moeten getreden zijn. De ingebruikneming van de reactor – de eerste die in Europa werd besteld sinds het ongeluk in Tsjernobyl – ligt al 12 jaar achter op schema.
Weer een nieuwe plotwending in een schijnbaar nooit eindigende saga. Eind december werd de bouw van de Finse EPR-reactor, de eerste in Europa, eindelijk voltooid na een vertraging van 12 jaar. Eind januari zou met de elektriciteitsproductie worden gestart. De start van de productie was eerst uitgesteld tot eind februari, en deze zaterdag werd hij opnieuw uitgesteld, tot eind maart.
Het uitstel “is noodzakelijk vanwege wijzigingen die moeten worden aangebracht in de automatisering van de productie-eenheid, met name in de controlefuncties met betrekking tot het turbine-eiland”, aldus de Finse exploitant TVO tegenover AFP. “De aanpassingen en tests duren langer dan verwacht en daardoor moeten we het schema bijstellen.
De normale inbedrijfstelling op volle capaciteit is dan gepland voor juli 2022. De reactor, die is ontwikkeld door het Franse bedrijf Areva, zal in zijn eentje 15% van de elektriciteit van het land leveren. Met zijn 1.650 megawatt (MW) zal de reactor de krachtigste van Europa zijn.
EPR, een technologie die onlosmakelijk verbonden is met eindeloze bouwwerven?
Ook in Frankrijk wordt gewerkt aan de bouw van een EPR (European Pressurised Water Reactor), meer bepaald in Flamanville (Manche). En ook daar stapelen vertragingen en budgettaire beletsels zich op.
Deze tegenslagen lijken Frans president Emmanuel Macron echter niet te demotiveren: hij kondigde donderdag namelijk de bouw aan van zes nieuwe reactoren, ook van het EPR-type, ter vervanging van verouderende reactoren in de Franse nucleaire vloot.
(lb/ns)