Plots ligt naamsverandering toch weer op tafel: Open Vld worstelt met crisis, maar niemand heeft antwoord

Plots ligt naamsverandering toch weer op tafel: Open Vld worstelt met crisis, maar niemand heeft antwoord
Egbert Lachaert & Alexander De Croo – Getty Images

“Ofwel modder je verder aan, ofwel zoek je naar een cesuurmoment.” Bij de top van Open Vld weet men het even niet meer, tenzij dat het anders moet. Het digitaal partijbureau kwam in spoed bijeen zaterdag, na desastreuze peilingen. Daarbij werd voorzitter Egbert Lachaert (Open Vld) ook voor het eerst in vraag gesteld: Maurits Vander Reyde vergeleek hem openlijk met voetbaltrainer Roberto Martinez, die ook uitgespeeld was bij de Rode Duivels. Maar niemand anders eist voorlopig het vel van Lachaert: er staat ook geen enkel alternatief klaar. Tegen 9 juli, op een fractiedag van de partij, wil Lachaert nu met een strijdplan komen. Dat zou wel eens de naamsverandering kunnen in gang duwen, die al heel lang gepland staat, maar waar men blijft aarzelen om op de knop te duwen. Want opvallend: beide ondervoorzitters, Jasper Pillen én Stephanie D’Hose haalden die naamsverandering aan, als alternatief. “Het mag niet paniekerig overkomen. Alleen een nieuwe naam zal ons niet redden”, zegt een hoge bron.

In het nieuws: Een extra partijbureau als therapeutische sessie.

De details: Open Vld is op zoek naar zichzelf, en naar een winnende formule. “Geloofwaardigheid” is het essentiële probleem van het merk. Een naamsverandering kan, maar is een delicate operatie.

  • Een moment van digitale soul-searching, zo leek het speciale partijbureau van Open Vld wel, zaterdagmiddag. Voorzitter Lachaert had handig beseft dat wachten tot maandag, enkel maar het gat zou laten voor een pak ongenoegen en kritische stemmen, die hem al eerder aanvielen op partijbureaus. De Merelbekenaar had geen zin om dan maandag de anonieme maar dodelijke quotes in de kranten te lezen, nog voor z’n partijmeeting.
  • De voorzitter is daarbij meer en meer op z’n hoede. Want de frontale aanval die nestor Karel De Gucht lanceerde eind mei, op een partijbureau, zindert na: het kamp-Lachaert ziet er signalen in dat de oude generatie op oorlogspad is. Maar dat wringt. Een Kamerlid: “Werkelijk, die oude garde? Die, die ons van de 25 naar de 13 procent brachten? Die een begroting in evenwicht, energiezekerheid en lagere belastingen beloofden? Die generatie? Sorry, maar niet ernstig.”
  • Het toont aan hoe verdeeld de partij is. Van een opstand tegen Lachaert was digitaal dan ook geen sprake. Alleen al omdat de voorzitter én de sterke man, premier Alexander De Croo (Open Vld) samen verschenen, en daarbij meldden “dat ze wilden luisteren naar de verzuchtingen”. De reacties waren zeer verdeeld, volgens verschillende bronnen:
    • De enige die onomwonden pleitte voor een oppositiekuur, was Francesco Vanderjeugd, de West-Vlaamse burgemeester/kapper van Staden.
    • Maurits Vande Reyde, Vlaams Parlementslid uit Diest, plaatste als enige echt een aanval op Lachaert, die hij verweet “een Roberto Martinez te zijn“: een coach met een ploeg sterren, maar hij kan ze niet laten scoren en winnen.
    • Opvallend, nieuwkomer Alexia Bertrand, staatssecretaris voor Begroting, onderstreepte nog eens dat ze vond dat de partij “wél goed bezig was”. Later zou zij naar de studio’s van de VRT trekken, en daar fors haar partij verdedigen, maar tegelijk afstand nemen van de regering. “Open Vld is niet gelijk aan Vivaldi, dit is niet mijn droomcoalitie”. Eerder had Bertrand in interviews nochtans gesteld dat het “of Vivaldi II of de chaos zou worden”.
    • Maggie De Block, de fractieleider in de Kamer, riep nog eens op om “aan één zeil te trekken”, en “de lekken in de pers te stoppen“. Wie de ochtendkranten vandaag las, weet dat dat alvast niet werd opgevolgd.
    • Een reeks parlementaire backbenchers als Kathleen Verhelst, Bart Van Hulle en Tim Vandeput drukten er allen op dat de huidige positie van de liberalen “te links” is: zij bepleitten meer ‘donkerblauw’, de belofte waarop Lachaert ooit partijvoorzitter werd.
    • Parlementslid Els Ampe, die eerder nog een video had opgenomen voor het partijhoofdkwartier om aan te klagen dat er geen fysieke meeting werd georganiseerd, haalde hard uit en verweet Lachaert en De Croo “totaal geen plan te hebben“.
    • Maar de voorzitter concludeerde, bedankte iedereen voor de input, en beloofde wel degelijk met een plan en andere aanpak te komen. “Het was echt therapie, voor een patiënt die weet dat hij nog een tijdje vastzit“, zo vatte een aanwezige mooi samen.
  • Meteen was de sessie zo afgelopen, en hoefde er vandaag geen partijbureau meer door te gaan. Druk van de ketel dus, voor even.

De essentie: Slechts één man beslist over het lot van Lachaert: de premier.

  • De voorzitter beloofde daarop wel met een aanvalsstrategie te komen. Daarvoor koopt hij zichzelf nog wat tijd, uiteindelijk heeft Lachaert als deadline daarvoor 9 juli gezet: op die dag komen de fracties van de partij bijeen. Meteen dus toch wat rust, tot dan.
  • Opvallend dus ook: er is (voorlopig) geen echte beweging om de voorzitter weg te duwen. Anders dan destijds bij Joachim Coens (cd&v), waar Sammy Mahdi (cd&v) zich ostentatief warmliep als opvolger, staat er niemand klaar bij Open Vld om het roer van Lachaert over te nemen. “En zie waar dat cd&v nu gebracht heeft”, zo wordt schamper bij de liberalen gedaan over de huidige cd&v-leiding.
  • Wél tegelijk een vaststelling: Alexander De Croo, de ware leider van Open Vld, laat Lachaert niet vallen, ondanks wat ruis op de lijn tussen beiden. En zo lang de premier niet beweegt, beweegt niemand. Iedereen heeft zich rond de leider verzameld, en ook die strategie werd expliciet bevestigd door velen, in de meeting.
  • Maar toch komen ook daar wat barstjes in. Want opvallend: De Croo verliet voortijdig de meeting, wat tot wat irritatie leidde bij de aanwezigen. Het geduld van sommige liberalen met de premier is niet eindeloos. De verdenking dat het “enkel voor de eigen carrière is“, blijft telkens terugkomen, in de wandelgangen van de partij. En dan valt het op dat de premier niet zo vaak op partijmeetings is: Lachaert moet wel erg vaak alleen de boontjes doppen.

Dé vraag: Komt er nu toch een naamsverandering?

  • Opvallend, op het bureau zaterdag: de twee luitenanten van Lachaert, ondervoorzitters Jasper Pillen en Stephanie D’Hose kwamen beiden pleiten voor een naamsverandering. Oude krokodil Karel De Gucht was vocaal tegen dat idee.
  • De waarheid is dat het idee van zo’n merkvervelling al veel langer sluimert. Al in 2020 dacht Lachaert er openlijk over na, en kondigde hij het ook aan in interviews. Vooral de operatie van Vooruit doet daarbij watertanden: partijvoorzitter Conner Rousseau (Vooruit) dumpte het toxische sp.a en kwam met een naam die veel meer in het tijdsvlak past. “Letterwoorden zijn out, volle woorden en namen die verwijzen naar de essentie zijn in”, zo vat een insider samen.
  • Meteen ligt één voorstel helemaal boven de stapel: ‘De Liberalen’ of ‘Liberaal’, gewoon een simpele, heldere keuze. “Want we gaan hoe dan ook niet veel tijd hebben om dat merk herkenbaar te krijgen. Het zal dus toch iets moeten zijn dat iedereen verstaat en linkt aan ons. ‘Vrijheid’ is het alternatief, maar dat is minder evident”, duidt iemand op de hoogte van het dossier.
  • Dit voorjaar lag het weer even prominent op tafel, maar Lachaert kreeg het er maar niet door: grote namen binnen de partij waren tegen. Zeker als het als paniekvoetbal of wanhoop zou overkomen. En daar kan ook Lachaert zich wel in vinden: de timing moet juist zijn. Zo wilde hij ook niet met een nieuwe naam komen op het partijcongres in ’t Kuipke in Gent: dat zou al de rest overschaduwd hebben.
  • Maar het idee is dus terug, maar er zijn wel wat voorwaarden. “Als je én je ideeën beter en duidelijker zet én beter verdedigt wat je doet én nieuwe namen echt lanceert, dan is een nieuwe partijnaam nog altijd een optie”, zo stelt één partijtopper.
  • Anderen treden bij, maar waarschuwen: “Het is geen ideale timing nu een nieuwe naam te doen. Het is een element dat op tafel ligt, naast allerlei andere zaken. Ofwel modder je verder aan ofwel zoek je een moment van cesuur“, zo zegt een ander kopstuk.
  • Ook Lachaert zou wel te vinden zijn voor zo’n ‘breuk’, maar dan deel van een bredere operatie. Die moet dus tegen 9 juli duidelijk worden, en zou ook wat nieuwe namen als boegbeelden en lijsttrekkers moeten bevatten. Want met Bart Tommelein, Maggie De Block en Patrick Dewael verdwijnen grote namen in 2024 bovenaan de lijsten. De vraag is of men het pakweg met Maurits Vande Reyde (verwacht in Vlaams-Brabant, voor het Vlaams Parlement) en Willem-Frederik Schiltz (in Antwerpen, voor de Kamer) als ‘nieuwe’ lijsttrekkers wel zal redden.

De cijfers: De peiling zelf bevatte eigenlijk geen (statistische) verrassingen.

  • Voor wie de cijfers nog eens wil: de Ipsos-peiling zet in Vlaanderen Vlaams Belang opnieuw op nummer één, met 22,7 procent, wel een dipje ten opzichte van de 25 procent in maart. N-VA klimt dan weer heel licht, tot 21,8 procent, in maart was dat 21,6 procent. Vooruit klimt nog een beetje verder, naar 16,8 procent en nestelt zich als centrumpartij, met nog heel wat potentieel. In maart zaten Conner Rousseau en co nog op 15,5 procent.
  • Aan de onderkant stoomt PVDA door: na 8 procent in maart scoren ze nu 10,3 procent. Ook Groen veert heel lichtjes op, van 7,4 naar 7,6 procent, maar ze blijven in de lappenmand, als laatste. Voor cd&v, op 10,7 procent, na 11,8 procent in de vorige peiling, zijn dit andermaal zeer donkere wolken boven de partij. Zeker omdat de peiling viel midden het moment dat voorzitter Sammy Mahdi (cd&v) volop in de belangstelling stond met z’n TikTok-video over Reuzengom.
  • Voor Open Vld daalt het resultaat verder van 9,2 procent in maart naar nog amper 8,3 procent: meteen de aanleiding voor crisisberaad.
  • In Brussel, waarbij de Vlaamse resultaten wel statistisch met een enorme korrel zout moeten genomen worden, is er 3,1 procent voor Vlaams Belang, 2,9 procent voor N-VA, 1,4 procent voor Open Vld, 1,3 procent voor Groen, 0,9 procent voor cd&v en amper 0,6 procent voor Vooruit.
  • Aan de andere kant van de taalgrens toch ook relevante scores: met 25,7 procent staat de PS ijzersterk in Wallonië, in Brussel veren ze weer op naar 18,6 procent. De MR is opnieuw grootste in Brussel, met 19,9 procent, wat straks een breekijzer kan worden in onderhandelingen. In Wallonië gaan ze ook licht omhoog naar 19,8 procent. Zowel Paul Magnette (PS) als Georges-Louis Bouchez (MR) staan er dus helemaal niet zo slecht voor.
  • Ecolo heeft wel een probleem: ze zitten met 12,7 procent in Wallonië op verlies, en in Brussel zijn ze pas derde partij met 18,1 procent, maar ze lijken wel wat verlies terug te winnen.
  • De communisten van PVDA-PTB verliezen wat in Brussel, en gaan naar 17,6 procent (wat nog altijd een monsterwinst zou zijn) en stijgen in Wallonië tegelijk wel door naar 18,9 procent. Oppositiepartij Les Engagés zit in een dip: 10,3 procent in Wallonië en nog amper 4,3 procent in Brussel.

Tussen de lijnen: Wie wint en wie verliest, binnen de partijen?

  • Om te beginnen werkt Ipsos nog altijd met de vraag “wie wilt u een rol zien spelen?”, een erg ‘open’ bevraging met meerdere namen die voorgelegd worden. De cijfers zijn dus anders dan bevragingen waarbij men zelf spontaan een naam moet geven.
  • Bij N-VA is Bart De Wever nog altijd nummer één, maar hij verliest een tikje: hij daalt van 55 naar 52 procent. Zijn negatieve score neemt ook toe, van 32 naar 37 procent. Zuhal Demir (N-VA) verliest ook, van 45 naar 43 procent, waardoor ze Theo Francken (N-VA) weer naast zich moet dulden: hij stijgt van 40 naar 43 procent. Met 42 procent krijgt Francken wel een iets meer negatieve score dan Demir, die 40 procent haalt.
  • Naast dat trio is er iets verder Ben Weyts (N-VA), die 36 procent haalt, en Jan Jambon (N-VA) die nog 35 procent haalt, en wat daalt, naar de tiende plek in totaal. Matthias Diependaele (N-VA) met 20 procent en Peter De Roover (N-VA) met 19 procent zijn duidelijk mindere goden bij de partij.
  • Bij Vooruit is Conner Rousseau nu de allerpopulairste geworden: hij haalt 56 procent, komende van 52 procent. Zijn negatieve score is ook laag, die zat op 30 en nu op 32 procent. Opvallend is dat Frank Vandenbroucke (Vooruit) wat stijgt, van 37 naar 39 procent: hij zat net in het nieuws met het feit dat hij wil verder doen. Caroline Gennez (Vooruit) zit met 18 procent een heel pak lager.
  • Alexander De Croo (Open Vld) zit nog altijd op eenzame hoogte binnen zijn partij, met 46 procent staat hij op de derde plek, en haalt hij exact wat hij in maart ook had. Zijn negatieve score stijgt wel van 39 procent naar 42 procent.
  • Verder is er niet veel bij Open Vld. Vincent Van Quickenborne (Open Vld) haalt wel nog 33 procent, van 34, maar heeft wel met 48 procent een hoge negatieve score. Bart Somers (Open Vld) haalt nog 29 procent, Egbert Lachaert 19 procent. Beiden dalen.
  • Bij Vlaams Belang stijgt Tom Van Grieken nog door: van 35 naar 39 procent. Zijn negatieve score zakt ook wat, van 48 naar 47 procent. En ook Filip Dewinter stijgt wat, van 23 naar 26 procent. Barbara Pas blijft met 14 procent een onbekende, Chris Janssens met 9 procent nog meer.
  • Bij cd&v blijft Hilde Crevits (cd&v) het fort rechthouden, zij haalt 39 procent, iets minder dan haar 40 procent vorige keer. Haar negatieve score stijgt wel fel, van 39 procent naar 47 procent. Voorzitter Sammy Mahdi (cd&v) blijft ter plaatse, op 33 procent, en zit niet in de top 10. Zijn negatieve score loopt ook fors op, van 40 naar 47 procent.
  • Opvallend is dat Annelies Verlinden (cd&v) die lang in de top zat, naar beneden valt, met nog 32 procent, komende van 35 procent. Vincent Van Peteghem (cd&v) wordt dan weer niet bepaald hyperpopulair, hij daalt van 25 naar 23 procent. Nicole de Moor (cd&v) zakt zelfs van 14 naar 10 procent, met ondertussen wel 40 procent negatieve scoren.
  • Zowel PVDA als Groen hebben niet echt populaire kopstukken, maar zijn eerder merknamen als partij: Petra De Sutter (Groen) met 27 procent en Raoul Hedebouw (PVDA) met 26 procent, zijn al geen hoogvliegers, voor de rest is er eigenlijk niemand. Tinne Van der Straeten (Groen) haalt 17 procent, Nadia Naji zelfs 9 procent.

Genoteerd: Ook de federale regering gaf wel een aardige stuiver uit aan consultants, in lijn met de Vlaamse cijfers.

  • De Vlaamse regering begroot finaal, na allerlei verwarring over de juiste cijfers, dat ze zo’n 40 miljoen euro per jaar aan consultants uitgeven. Vorige week communiceerde ook de federale ploeg over hun factuur voor externe adviseurs. Die is soortgelijk. De Morgen bracht vorige week de cijfers.
  • Daarbij komen ze sinds de start in oktober 2020 aan 124 miljoen euro in totaal aan consultancykosten. Ze werden vooral ingezet bij de coronacrisis, na een grote cyberaanval en in het kader van de reorganisatie van het leger. Deloitte was de belangrijkste leverancier, maar in totaal waren er meer dan 300 verschillende consultants actief.

Gevolgd: Vlaams Belang bereidt zich voor op 2024, en het moment dat ze initiatief moeten nemen.

  • Dat ze bij Vlaams Belang, met de huidige peilingen, erg aan het nadenken zijn over hoe ze het na de verkiezingen in juni volgend jaar willen aanpakken, is geen geheim. Zowel inhoudelijk als procesmatig wil Tom Van Grieken klaar zijn. Want op Vlaams niveau is er immers geen koning die een ‘informateur’ of ‘verkenner’ aanduidt: het is gewoon de grootste partij die het initiatiefrecht krijgt.
  • Dat kan volgend jaar best N-VA worden, en die willen dan een plan, om hun radicale partijprogramma toch te kunnen verzoenen met realpolitik. Daarbij was een communautair congres, dit weekend in Lier, wel nuttig. De partij stelde een stappenplan voor, een draaiboek bijna, voor na de verkiezingen.
  • Daarbij hangt zowat alles af van de score en houding van N-VA: als beiden samen een meerderheid halen, dan hoopt Vlaams Belang te kunnen schakelen. Ze willen dan een “soevereiniteitsverklaring” op Vlaams niveau, maar wél in combinatie met onderhandelingen met Wallonië.
  • Dat laatste is nieuw: de partij stond tot nu toe niet echt voor een “onderhandelde oplossing”, maar eerder een eenzijdige afscheuring, een soort ‘Catalaans scenario’. De Spaanse deelstaat, waar een meerderheid van partijen die de onafhankelijkheid wilden zo’n verklaring declareerde na een kiesoverwinning.
  • “Idealiter zal na die onderhandelingsperiode een scheidingsverdrag volgen, zoals we bij de Tsjechisch-Slovaakse scheiding hebben gezien”, zo licht Gerolf Annemans (Vlaams Belang), de architect van het plan, de zaak toe aan Belga.
  • De vraag blijft hoe realistisch die plannen zijn. Te meer omdat Vlaams Belang haar oude credo van ‘Brussel niet loslaten’ trouw blijft. De hoofdstad zal volgens Vlaams Belang na de onderhandelde splitsing dan bij Vlaanderen horen, ze ligt nu eenmaal helemaal omgeven rond Vlaams grondgebied, in de Belang-logica.
  • “We bieden de Brusselaars een tweetalige stad, waarin de rechten van de Franstaligen volledig worden gerespecteerd“, zo belooft Van Grieken in Het Laatste Nieuws. Hij spiegelt de Brusselse bevolking, in hoge mate met buitenlandse roots, een betere financiële toekomst voor in dat toekomstige Vlaanderen, “bovendien is de liefde van de Brusselaars voor Wallonië nu ook niet zo groot.”
  • Dat ze bij Vlaams Belang zo rekenen op de N-VA is meteen wel de achilleshiel van het plan: de contacten tussen de top van beide partijen zijn verwaarloosbaar, en het is er de afgelopen jaren eigenlijk niet beter op geworden. Een incidentje vorige week tussen minister Zuhal Demir (N-VA) en Vlaams Belang-Parlementslid Stefaan Sintobin in een commissie van het Vlaams Parlement ging dit weekend rond op sociale media, en is tekenend voor de ijzige sfeer tussen beide partijen.
  • Op VTM reageerde Bart De Wever zondagmiddag dan ook meteen onderkoeld. “Ik krijg al jaren kritiek van die partij omdat ik zeg dat we moeten onderhandelen met de PSDaar word ik echt voor uitgescholden, ook door hun aanhang. En nu zeggen ze eigenlijk hetzelfde. Weinig overtuigend verhaal.”

Tenslotte: Waarom we geen rapporten met cijfers maken met deze nieuwsbrief.

  • Eén jaar voor de verkiezingen zijn de papieren kranten volop begonnen met de doorlichting van het Parlement, de regeringen én zelfs de partijen. Daarbij regent het cijfers voor partijen en regeringsleden, en straks vermoedelijk voor Parlementsleden.
  • Dat leidt tot een hoop frustratie en zelfbevraging in de Wetstraat: waarom is de ene ‘gebuisd’ en heeft de ander plots een hoger cijfer bij zijn of haar naam staan? Het is bovendien niet altijd even transparant, hoe zo’n cijfer voor een partij of minister tot stand komt.
  • De traditie om parlementsleden en regeringen te beoordelen is niet nieuw: het is een inherent onderdeel van de rol van de pers, als “waakhond” om regeringen, net als Parlementsleden te onderwerpen aan de vraag hoe hun geleverde werk beoordeeld moet worden, tijdens, of op het eind van de rit.
  • Alleen zijn er in dat proces de laatste tien jaar een paar serieuze methodologische vraagtekens geslopen: het is duidelijk dat een aantal Parlementsleden heeft ontdekt dat ook kwantiteit ertoe doet, bij die beoordeling. Het aantal mondelinge en schriftelijke vragen én ook het aantal tussenkomsten in de Parlementen, wordt vaak mee als maatstaf in het proces van beoordeling opgenomen. En daarbij zijn er manifest Parlementsleden die bewust ‘activiteit’ tonen, wetende dat ze daarna gaan scoren bij beoordelingen. Dat draagt uiteraard weinig bij aan de kwaliteit van het Parlementaire werk, en ook tot de kwaliteit van ‘rapporten’ van de Parlementsleden.
  • Voor regeringsleden telt dan weer dat het bijzonder moeilijk is om daar op objectieve manier een beoordeling te maken, laat staan dat in een cijfer te gieten.
  • Eerder is het een reflectie van de perceptie, of het imago dat de betrokken minister heeft weten op te bouwen bij de pers, of een betrokken redactie. Een externe beoordeling, door vakspecialisten, zou mogelijks een rapport vanop wat meer afstand opleveren. Al blijft ook daar altijd de vraag: is het puur op criteria als efficiëntie, werklust en wetgevend resultaat dat beoordeeld wordt, of speelt ook ideologie een rol?
  • Om een lang verhaal kort te maken: met deze nieuwsbrief proberen we alle dagen een stand van zaken te maken vanuit de Wetstraat. Een cijfermatige beoordeling is daarbij een te weinig verfijnd of onderbouwd instrument.
Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.