Sinds de overstromingen van midden juli zijn er wel honderdduizenden tonnen troep verwijderd uit een vallei in het westen van Duitsland. De hoeveelheid puin die er ligt, kan vergeleken worden met een afvalberg van 40 jaar.
Meer dan 180 mensen stierven in Duitsland en honderden raakten gewond bij de overstromingen van 14 en 15 juli, die ook in België levens eisten. Zware regenval transformeerde kleine beekjes in woeste stromen die huizen, bruggen en auto’s meesleurden. De smalle vallei van de Ahr werd het zwaarst getroffen.
Het gemeentebestuur van Ahrweiler, in de buurt van Bonn, verklaarde dat sinds de overstromingen al meer dan 330.000 ton grofvuil uit het gebied is geborgen. Dat is evenveel als 40 jaar afval onder normale omstandigheden.
“De ware omvang van de tragedie wordt pas duidelijk als je bedenkt dat de vele getroffenen gedwongen werden niet hun vuilnis, maar hun hele hebben en houden weg te gooien”, zegt gemeenteraadslid Horst Gies in een verklaring. Dingen zoals fotoalbums of schilderijen van kinderen kunnen niet vervangen worden, voegde hij eraan toe.
De Duitse regering heeft snel een noodpakket van ongeveer 400 miljoen euro goedgekeurd, voor onmiddellijke hulp aan de overstromingsslachtoffers. In augustus stemde zij in met 30 miljard euro aan langetermijnhulp voor de wederopbouw van de getroffen gebieden.
