Opnieuw vrijheden aan banden: deelstaten beslissen kinderen salomonsoordeel over hun hobby op te leggen

Wie na het Overlegcomité van vrijdag dacht dat het verder insnoeren van de bevolking voorlopig voorbij was, vergiste zich. Opnieuw wordt de vrijheid van burgers verder beperkt: deze keer zijn jonge kinderen diegenen die rechten moeten opgeven. Na stevige druk van hun adviseurs, beslisten de ministers van Onderwijs en Jeugd van de gemeenschappen om kinderen voortaan te laten kiezen tussen hun hobby’s en de samenkomsten te beperken tot bubbels van tien personen. Een wettelijk kader is er nog niet, maar minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) roept om ‘om toch al rekening te houden met het idee, zonder dat het ministerieel besluit al geldt’.

In het nieuws: Na een dag overleg tussen de ministers van Jeugd en Sport worden de jongste kinderen verdere beperkingen opgelegd.

De details: Daarmee richt het beleid zich nu tot de allerjongsten, op basis van alarmberichten over de verspreiding van het virus bij kinderen.

  • Perceptie is realiteit. ‘Kinderen onder de twaalf jaar mogen ook de komende tijd nog blijven genieten van hobby’s en buitenschoolse activiteiten’, zo opende het VRT-journaal gisterenavond, alsof dat geweldig nieuws was, een toegift voor die kinderen als het ware.
  • Dat kinderen jonger dan twaalf voortaan moeten kiezen en zich beperken tot één naschoolse activiteit, en dat die bovendien niet met meer dan tien personen mag doorgaan, is nochtans een verdere beperking van de vrijheid, ingekapseld in regeltjes die de staat oplegt. Maar de headline van nieuws bepaalt uiteraard het sentiment.
  • Het zegt veel over het huidige klimaat van het debat rond maatregelen: elke dag opnieuw is er vanuit de groep experten druk om verder de maatschappij aan banden te leggen. Een verdere inperking die niet zo streng is als eerst geëist door de adviseurs (die tegelijk alomtegenwoordig zijn met dat streng advies in de media), wordt dan in de perceptie ‘een toegift’.
  • Dat het nieuwste front van diegenen die aandringen op strengere maatregelen zich bevindt bij de allerjongsten, was al langer duidelijk. Niet dat die zelf ernstige kans lopen om zwaar getroffen te worden door het virus: jonge mensen hebben nauwelijks last van een besmetting.
  • Maar in de strijd tegen de verspreiding hebben een aantal experten ingezoomd op de besmettingen onder jongeren. Die graad van verspreiding valt op zich moeilijk objectief vast te stellen: een focus op de scholen leidt ertoe dat er meer gemeten wordt, én dus dat er meer positieve gevallen zijn.
  • Die druk vertaalde zich overigens in een fel verdeelde politieke discussie, binnen de groep van ministers van Onderwijs en Jeugd. Want tegenover het strenge advies van de experten om de bubbels te beperken tot vier of zes personen, stond de politieke boodschap van onder meer CD&V, die de minister van Jeugd Benjamin Dalle (CD&V) levert. Vorige week nog had diezelfde CD&V gepleit voor meer zuurstof voor jongeren.
  • En ook aan Franstalige kant helde men meer over naar een versoepeling dan een verstrenging. Er is immers weinig tot geen wetenschappelijke staving om jongeren vanaf 13 jaar plots niet meer te laten sporten of samenkomen in kleinere groepjes. Aan de overkant van de taalgrens duwde met name de MR door om toch richting wat minder in plaats van net meer regels te gaan.
  • Het resultaat na een marathonvergadering was een compromis dat tegelijk wat versoepelde voor jongeren tussen 12 en 18 jaar, die voortaan ook opnieuw met minder dan tien kunnen samenkomen voor hun hobby, en daarnaast een verplicht salomonsoordeel voor iedereen: slechts één buitenschoolse activiteit mag nog. De overheid geeft overigens nog een ’toegift’: tijdens de krokusvakantie mogen wel nog bubbels van 25 personen.
  • Daarmee is de druk overigens niet weg: ook voor het onderwijs blijft er substantiële pressie om verder de zaak dicht te snoeren, met onder meer afstandsonderwijs. Dat geldt in een ‘afkoelingsweek’ nu al voor het middelbaar, maar onder meer de socialistische vakbond blijft duwen om dat ook in het lager onderwijs te krijgen.

De essentie: Door kinderen verder te beperken, raakt men aan de kern van het solidariteitsdebat tussen generaties.

  • Niet toevallig pleitten meerdere partijen deze week, ook aan Vlaamse kant, voor meer aandacht voor het mentale welzijn van burgers in de crisis, in het bijzonder de jongeren. Die echo viel op te tekenen bij CD&V, bij Groen, maar ook bij de MR van Georges-Louis Bouchez (MR).
  • De focus ligt voor het gevoel van velen vandaag wel erg sterk op het medische, waarbij het systeem van gezondheidszorg niet mag ‘omvallen’, en vooral de generatie van 80+, diegenen die als meest kwetsbaar uit alle onderzoeken naar COVID-19 komen, beschermd moet worden.
  • Het debat moet daarbij zuiver gevoerd. In die zin was het tekenend dat Hans-Willem Snoeck, een van de experten die al maanden systematisch pleit voor het verder beperken van de vrijheid van kinderen en het sluiten van de scholen, in een opiniebijdrage in De Morgen, stelde dat de helft van alle coronadoden in dit land onder de 65 jaar zijn. In realiteit gaat het om slechts 6 procent.
  • De passage werd achteraf gewist uit het opiniestuk, maar onderstreept net waar het om gaat: de enorme maatschappelijke inspanningen worden geleverd om de levens van de oudste generatie te redden. En dat vereist vergaande solidariteit van de rest, met name nu de jongeren, die grote delen van hun sociale leven al maanden aan een stuk opgeven. Levens redden is uiteraard een legitieme motivatie, maar de vraag mag wel gesteld worden hoe groot die inspanning van generationele solidariteit precies behoeft te zijn.
  • Mortaliteit is immers een gegeven dat in veel maatschappelijke debatten terugkomt: bij mobiliteit staat het eveneens centraal, wat evengoed tot pijnlijke discussies leidt. Maar toch blijven vandaag dagelijks mensen sterven in het verkeer door ongevallen.
  • Alleen, geen enkele politicus lijkt vandaag bereid dat debat echt publiek aan te gaan, hoewel het achter de schermen al meermaals is aangekaart: ‘In hoeverre kunnen we offers blijven vragen, om de ‘gouden generatie’ van tachtigplussers te beschermen?’, zo valt op te tekenen aan de top. Maar dat het draagvlak bij de jonge generatie ondertussen systematisch afneemt, is een gegeven waar men ook in de Wetstraat wel rekening mee wil houden.

De praktijk: Juridisch is men er toch nog niet helemaal uit.

  • Dat de hele batterij regels die opgelegd worden door de overheid om vrijheden in te perken niet helemaal stabiel staan, op juridisch vlak, is het understatement van het jaar. Ook bij de huidige beslissing van de gemeenschappen rond dat inperken van de activiteiten van jongeren, is dat opnieuw het geval.
  • Want de zaak moet nog bekrachtigd worden op een Overlegcomité met de federale overheid, maar vooral, er moet ook een ministerieel besluit op volgen. ‘Dat zou zo snel mogelijk moeten zijn’, zo kondigde minister van Jeugd Benjamin Dalle (CD&V) al aan gisterenavond op de VRT.
  • Dat zou tegen het weekend klaar moeten zijn, als dat al lukt. Hoe men precies het salomonsoordeel over de keuze van één hobby in heldere, bindende teksten zal gieten, is een open vraag.
  • De oproep van Dalle bestond erin om te appelleren op ‘het gezond verstand en de verantwoordelijkheid van de ouders’, een ‘uitdrukkelijke vraag van de ouders om op die manier te werken’. Bovendien vraagt hij aan de jeugdsector ‘om het dit weekend al toe te passen‘.
  • Vanmorgen op Radio 1 gaf Annelies Verlinden (CD&V), de minister van Binnenlandse Zaken, al aan dat zo’n ministerieel besluit er nu alvast nog niet is, en tegen het weekend wordt dat nipt. ‘Dat is inderdaad snel’, maar ‘Benjamin roept op aan ouders om al rekening te houden met het idee, zonder dat het ministerieel besluit al geldt‘.
  • In praktijk komen er kritische vragen, onder meer uit het deeltijds kunstonderwijs: hoe moeten zij nu verder met al die potentiële afwezigheden omgaan, als kinderen in hun selectie dat onderwijs laten vallen? Een pak leerlingen krijgt daar immers een beoordeling op het einde van het jaar.

Nog een moeilijk debat: Wie heeft voorrang bij de vaccins?

  • Vanmorgen zitten de ministers van Gezondheid samen in een ‘interministeriële werkgroep’, om verder de vaccinatiestrategie te bepalen. Na de bewoners van de woonzorgcentra en het medisch personeel, zou in principe een hele reeks ‘essentiële beroepen’ aan bod moeten komen.
  • Maar wie dat allemaal zijn, is maar zeer de vraag. Tijdens de eerste lockdown circuleerde wel een lijst van dat soort beroepen, die een uitzondering kregen op de strenge lockdownregels. Alleen, die was wel bijzonder lang, met onder meer politici, rechters, maar ook dierenartsen, begrafenisondernemers, mensen uit allerlei ‘cruciale’ sectoren en zowaar zelfs journalisten. Het lijkt ondenkbaar dat die lijst nu opnieuw gehanteerd wordt.
  • De politie eist ondertussen duidelijkheid. Maar ook andere beroepen maken aanspraak: iedereen wil wel als eerste zo’n prikje.
  • Opvallend nu: de sociale partners, zowel werkgevers als werknemers, hebben laten weten dat zij liever geen lijst hebben. Zij pleiten voor een ‘aanpak van solidariteit beter dan verdeeldheid’. ‘Er zijn nu al genoeg discussies zowel binnen als tussen sectoren.’
  • Ondertussen toch ook nog eens deze kerncijfers over vaccinatiecampagnes in het buitenland:
    • Israël, met 3,9 miljoen dosissen, zit aan 42,9 procent.
    • Verenigde Arabische Emiraten, 2,6 miljoen dosissen, 26,3 procent.
    • Verenigd Koninkrijk, 7 miljoen dosissen, 10,5 procent.
    • Bahrein, 100.000 dosissen, 8,8 procent.
    • Verenigde Staten, 22,5 miljoen dosissen, 6,9 procent.
    • Denemarken, de beste leerling uit de EU-klas, na het piepkleine Malta, diende al 0,2 miljoen dosissen toe, of 3,6 procent.
    • Met 213.000 dosissen toegediend en vooral dat cijfer van 1,85 procent van Sciensano, zit België daarbij eerder achteraan het EU-peloton.
  • Overigens gaf Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) gisteren in het parlement aan dat hij ‘niet zeker is dat de brede vaccinatiecampagne op 1 maart start’. Er is immers geen 100 procent zekerheid over de leveringen van Pfizer en Moderna, zo stelt hij.
  • Die zekerheid kan ik niet bieden. Wat we moeten doen, is maximaal inschatten, plannen, versnellen als het kan en wendbaar zijn waar het moet. Maar we moeten ook kunnen terugschakelen als dat nodig is. Dus 100 procent zekerheid hebben we daar nog niet over’, zo stelde Beke.
  • Midden februari moeten 225.000 vaccins van Pfizer en 74.000 vaccins van Moderna geleverd worden: dan komt er duidelijkheid.
  • Opvallend is dat er over die leveringen van de farmareuzen nu grote druk komt vanuit Duitsland, op de EU, om voor de vaccins veel assertiever te gaan optreden naar de producenten toe. De Duitse minister van Volksgezondheid, Jens Spahn, wil dat de EU de grote farmaspelers voortaan exportvergunningen oplegt. En zolang die Europa niet geven waar ze recht op hebben, zo vindt Spahn, kunnen die niet langer exporteren.
  • Het gaat niet om de ‘EU first, maar wel om een eerlijk deel voor de EU. Daarom heeft het zin om de export toch wat restricties op te leggen, zodat we tenminste weten dat wat in Europa gemaakt wordt, toch op een faire manier in distributie wordt gestoken’, zo verklaarde Spahn aan de Financial Times.

Om te volgen: Het boek over de VRT-documentaire van Bart De Wever (N-VA) is er al.

  • Het zorgde al voor de nodige ophef: een driedelige documentaire over Bart De Wever, op de VRT. Die is gepland voor het voorjaar, en volgt de N-VA-voorzitter in z’n dagelijks leven, ‘achter de schermen’. Maakster is schrijfster Petra De Pauw, die als echtgenote van FC De Kampioenen-acteur Herman Verbruggen ook een reeks boeken schreef over het personage Marc Vertongen.
  • Maar een politieke reportage is de documentairereeks dus niet: het is een ‘persoonlijk portret’ van de Antwerpse burgemeester, waarin onder meer geen inzage gegeven wordt in de regeringsonderhandelingen die De Wever dat jaar deed. Dat leverde al kritiek op aan het adres van de openbare omroep.
  • De reeks doet denken aan wat Sarah De Bisschop deed in 2007, in een documentaire over toenmalige premier Guy Verhofstadt (Open Vld). Ook zij was iemand die geen achtergrond had in de politieke journalistiek, en eerder voor het menselijk portret ging. Dat leverde een eerlijk en bijwijlen confronterend beeld op van de premier (‘Didier, waar is mijn vest?‘, brieste hij op bepaald ogenblik naar z’n woordvoerder in een legendarische scène), maar bracht verder weinig breder inzicht.
  • De Pauw heeft nu alvast het boek van haar reeks al uit: In het Hoofd van De Wever, bij uitgeverij Pelckmans. ‘De wisselwerking tussen Petra De Pauw en Bart De Wever geeft een unieke inkijk in zijn leven voor en achter de schermen van de politiek en in zijn leven als familieman. Van de grasmachine tot de strategische keuze van manchetknopen. Van zijn zuinige levensstijl tot de loyaliteit ten opzichte van partijgenoten. Van zijn haat-liefderelatie met de pers tot een les in de afwasfilosofie’, zo kondigt de uitgever aan.
  • Daaruit het volgend fragment, dat dateert van 11 juli vorig jaar: ”Veel mensen zeggen dat een afwasmachine een zegen is. Maar wie laadt die dan in en uit? Nu is de enige zever: wie doet de afwas?’ Hoe kan iemand die vindt dat een afwasmachine niet voldoet ooit het voorzitterschap van een partij loslaten? Ik zie hem nadenken over mijn woorden. Toch heeft hij snel een antwoord klaar, een les in afwasfilosofie. ‘Ja, daar twijfel ik wel over. Ik ben al veel te lang partijvoorzitter. Dat is zeker een argument om ermee te stoppen. Ik kom nu over als een controlefreak, maar dat ben ik dus absoluut niet. Ik kan veel loslaten, maar of ik het grote strategische verhaal nu moet laten gaan?”
  • Ondertussen is De Wever dus in het najaar van 2020 voor een zesde maal voorzitter geworden van N-VA. De subtop maakt zich nu op voor een strijd om het ondervoorzitterschap, met onder meer Lorin Parys (N-VA) en Theo Francken (N-VA) als kandidaten.
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.