OPEC heeft eerder deze week de accreditatie voor enkele journalisten van vooraanstaande media geannuleerd voor de volgende vergadering in Wenen die op 5 en 6 juli plaatsvindt. Dat plaatst gastland Oostenrijk in een ongemakkelijke positie.

De essentie: Journalisten van Bloomberg, Reuters en The Wall Street Journal krijgen voor de tweede keer op een rij geen uitnodiging voor de vergadering van OPEC in Wenen. Andere media, zoals Financial Times, zijn wel uitgenodigd. Dat doet vragen rijzen over de transparantie van het oliekartel, dat een enorme invloed heeft op de wereldwijde energiemarkt.

• Secretaris-generaal van OPEC, Haitham al-Gais, rechtvaardigde de beslissing de eerste keer, begin juni, door simpelweg te zeggen dat “dit ons huis is”. Een verdere uitleg gaf hij toen niet. 
• Volgens insiders, die met verschillende media spraken, komt de beslissing rechtstreeks van prins Abdulaziz bin Salman, de Saoedische minister van Energie. Bin Salman kwam de voorbije maanden steeds meer onder druk te staan om de prijs van olie hoog te houden. Hij geniet binnen OPEC een grote invloed, aangezien Saoedi-Arabië de grootste olieproducent is binnen het kartel.
• Om de prijs van olie te proberen stutten, heeft bin Salman de voorbije maanden al meermaals ingrijpende maatregelen genomen. Na de vorige vergadering, die begin juni plaatsvond, besloot het land om een miljoen vaten per dag minder te produceren in juli, een daling van 1 procent van het wereldwijde aanbod.
• Maar de beslissing om de media te weren, zou mogelijk ook van persoonlijke aard kunnen zijn. Volgens Financial Times, dat met meerdere mensen dicht bij bin Salman sprak, vindt de Saoedische minister van Energie dat zijn visie niet genoeg aan bod komt in de media. Bin Salman vindt dat de prijsverhogingen van OPEC een “stabiliserende kracht” zijn voor de markt.
• Westerse landen beweren dat de hardnekkige inflatie in grote delen van de wereld deels veroorzaakt werd doordat OPEC de olieprijzen hoog probeerde te houden. Bin Salman zegt echter dat het Westen de inflatie aan zichzelf heeft te danken, door buitensporige hoeveelheden geld bij te drukken de voorbije jaren. 

Lastige situatie voor Oostenrijk

Ook belangrijk: Deze tweede ronde is voor Oostenrijk hoe dan ook bijzonder ongemakkelijk.

• De vergadering vindt deze keer niet plaats in het hoofdkwartier van OPEC, maar in de Hofburg, een paleis in Wenen dat eigendom is van de Oostenrijkse staat. OPEC weert dus selectief de media uit een publiek gebouw, niet uit zijn eigen faciliteit.
• De Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken, Alexander Schallenberg, ging normaal gezien een van de eerste sprekers zijn op het evenement. Maar hij heeft nu aangegeven dat die niet aanwezig zal zijn. 
• Volgens het kabinet van de minister, dat met verschillende internationale media sprak, wordt het bezoek afgezegd door problemen met de planning. Maar Schallenberg zelf heeft al aangegeven dat “de persvrijheid een hoeksteen is van elke democratie”, een teken dat het weren van journalisten wel degelijk de primaire reden is dat hij niet aanwezig zal zijn.
• Andere sprekers, waaronder Eurocommissaris voor Energie Kadri Simson, zullen wel nog aanwezig zijn. Simson zei wel dat zij niet met de media zal spreken op het evenement, om eerlijk te blijven tegenover publicaties die niet werden uitgenodigd.
• Bloomberg en Reuters hebben de houding van OPEC tegenover de media alvast veroordeeld. Bloomberg zegt dat het “zeer bezorgd” is over de beslissing. Het roept het oliekartel op om journalisten uit te nodigen “in het belang van de markttransparantie”. Ook Reuters gaf een gelijkaardige verklaring. The Wall Street Journal heeft op moment van schrijven nog geen commentaar gegeven.