De paringsdans van Vlaamse gemeenten gaat onverminderd door: doordat steeds meer kleine gemeenten worstelen met financiële druk, maar ook met hun HR-beleid, waarbij ze zeker voor de moeilijke jobs nog weinig mensen vinden, overwegen er steeds meer om te fusioneren. Naast schuldvermindering, dankzij de Vlaamse regering, is er ook de druk: straks, bij een volgende legislatuur, wordt het misschien wel verplicht, dat fusieverhaal. Of minstens komt er een stevigere stok, in plaats van nu de wortel.
De discussie is actueel op veel plekken. De timing wordt immers krap naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2024: wil men het goed doen, dan is begin 2023 de ultieme datum om zo’n fusie te doen. Het gevolg is dus dat nu volop in Vlaanderen gesprekken lopen.
In Zuid-Oost-Vlaanderen mislukt nu een grote oefening: bedoeling was om Oudenaarde, Kluisbergen, Wortegem-Petegem en Kruisem te laten fuseren. Daarvoor werden wat studies besteld, onder meer bij accountancybedrijf EY, en vooral: de bewoners van de gemeenten mochten via een digitale bevraging en gespreksavonden zich laten horen.
Het resultaat was klassiek: veel tegenstand lokaal, om zo’n fusie door te voeren. En studies die aantonen dat de gemeenten op zichzelf nog wel even verder kunnen. Exit de gesprekken dus, meteen zien de vier gemeenten een gezamenlijke schuldvermindering van liefst 30 miljoen euro verdampen.
Het voorbeeld toont aan hoe moeilijk fusies blijven, zelfs al is er een enorme financiële wortel. De vier kondigen nu aan “wel verder intensief samen te gaan werken”, maar de vraag blijft dan waarom ze niet meteen de grote beloning ook namen, om wel met vier één grote gemeente te vormen.