De Chinese economische groei is in het tweede kwartaal bijna stilgevallen. Stephen Roach, de voormalige voorzitter van Morgan Stanley Asia, sluit niet uit dat er een recessie aan de horizon lonkt.
Een heropflakkering van het coronavirus de afgelopen maanden en de daarbij horende strenge lockdownmaatregelen hebben een enorme impact gehad op het Chinese groeicijfer. De economie aldaar is in het tweede kwartaal slechts gegroeid met 0,4 procent. Dat is het laagste groeicijfer sinds het begin van 2020. Analisten bevraagd door het persagentschap Reuters gingen uit van een groei met 1 procent.
Een Chinese recessie is niet uitgesloten
Volgens Roach staat China een periode van zwakke groei te wachten en kan een recessie niet uitgesloten worden. “Het is verleidelijk om te zeggen dat er een herhaling komt van wat we in 2020 zagen. Toen was de Chinese economie met bijna met 7 procent in elkaar gestort (op jaarbasis), om vervolgens vier kwartalen later een groei van zo’n 18 procent te laten zien”, merkt hij op in een reactie tegenover de Amerikaanse nieuwssite CNBC. “Maar dat zal deze keer waarschijnlijk het geval niet zijn. De herstelbeweging zal veel gematigder zijn.”
Hij voegt eraan toe dat de coronapandemie China nog een tijdje parten zal spelen. Zo zijn er nog altijd steden die strenge lockdownmaatregelen aankondigen. De Chinese stad Wugang heeft bijvoorbeeld eerder deze week haar inwoners drie dagen in quarantaine geplaatst na een besmetting. Volgens Roach bestaat de kans dan ook China in de tweede helft van dit jaar afstevent op een recessie. “Maar dat is een reële dreiging voor alle landen in de wereld”, klinkt het.
Lage inflatie
“China is in veel opzichten net als elke andere economie. Wanneer het herstel zwak is, ontbreekt de buffer die nodig is om de volgende schokken op te vangen”, verduidelijkt de voormalige topman bij Morgan Stanley. “China zal dus een zwakke heropleving kennen en dus kwetsbaar blijven voor een nieuwe schok, zoals een nieuwe lockdownperiode.”
Hij merkt wel op dat China, in tegenstelling tot veel andere landen in de wereld, momenteel niet het hoofd moet bieden aan een torenhoge inflatie. Volgens het Chinese statistiekbureau bedroeg de inflatie in het Aziatische land in juni 2,5 procent (op jaarbasis). Ter vergelijking; de inflatie in de eurozone bedroeg in diezelfde maand 8,6 procent. In de Verenigde Staten is het leven zelfs 9,1 procent duurder geworden.
Zou Lan, hoofd monetair beleid bij de People’s Bank of China (PBOC), merkte eerder deze week wel op dat de toezichthouder het buitenlandse rentebeleid van heel dichtbij opvolgt. Hij voegde eraan toe dat er bij de PBOC momenteel geen grote beleidswijzigingen op de planning staan. Na enkele renteverlagingen handhaaft de Chinese toezichthouder de huidige tarieven.
